Provisieverbod 1 jaar: AFM positief Kostentransparantie zorgt voor prijsconcurrentie, zegt Tim Mortelmans (AFM), die nu de gevolgen daarvan overpeinst. 17 december 2014 15:30 • Door Pieter Kort Een lichte verschuiving naar execution-only, kosten die “naar beneden tenderen” en een consument die nog niet door heeft dat die kosten dalen en eerder het tegenovergestelde ervaart. Dat zijn een paar van de conclusies die de AFM trekt na een jaar provisieverbod. Hoewel de toezichthouder anticipeerde op veel kritiek en klachten vanuit de sector, stelt Hoofd Toezicht Tim Mortelmans vast dat de reacties die de AFM tot nu toe kreeg “opvallend positief” zijn. Een interessant neveneffect van de maatregel is bijvoorbeeld dat niet alleen klanten een beter inzicht krijgen in wat de dienstverlening daadwerkelijk kost, maar dat ook marktpartijen “soms verbaasd zijn over hun eigen kostenniveau, als ze alles optellen.” In de ervaring van de toezichthouder heeft de sector zich het eerste halfjaar van 2014 vooral beziggehouden met de implementatie van het provisieverbod, maar wordt er zo langzamerhand ook steeds meer gekeken naar de strategische mogelijkheden die de nieuwe maatregel biedt. Lagere prijzen door concurrentie Mortelmans: “Het wordt steeds gemakkelijker om de kosten van dienstverlening te vergelijken. Niet alleen voor de consument, die nu aan de voorkant gaat zien wat hij betaalt, maar ook voor de media en voor de sector zelf. Die betere prijstransparantie leidt tot concurrentiedruk en tot lagere prijzen. Dat zien we nu ook in de markt, het gemiddelde kostenniveau tendeert naar beneden.” “De distributievergoeding lag gemiddeld rond de 50 basispunten. Dat verdienen dienstverleners nu vaak terug door het bij klant in rekening te brengen als adviesfee, maar in de praktijk zie je dat dat vaak niet de volle 50 basispunten is, maar iets van 45 basispunten of daaromtrent. Op dat niveau zal meer concurrentie gaan plaatsvinden.” Volgens de toezichthouder gebeurt het nog zelden dat partijen de hele distributievergoeding teruggeven aan de klant zonder andere kosten te verhogen. Slechts enkele kleine spelers in het topsegment zijn daartoe overgegaan. "Maatmanbeleggers" De kosten mogen gemiddeld iets zijn gedaald, toezichthouder Pieter Wind stelt vast dat het “voor de klant vaak overkomt als duurder. Want ineens worden ze geconfronteerd met kosten, waar ze vroeger minder inzicht in hadden.” Om te kunnen volgen hoe kosten en dienstverlening zich de komende tijd gaan ontwikkelen, gaat de AFM volgens Wind een aantal “maatman-beleggers” construeren. “We willen op consumentenniveau kunnen volgen wat de voortgang is van deze maatregelen. En of de kosten daadwerkelijk dalen over de hele linie.” Want dat die kosten dalen is een goede zaak, zegt Mortelmans. “Wij zijn geen price regulator, maar uit het perspectief van de klant is er niets mis met dalende prijzen.” Een gevaar dat op de loer ligt bij bij toenemende prijsdruk is dat het niveau van de dienstverlening er onder gaat lijden. Volgens cijfers van de AFM zaten begin 2014 – dus voor de officiële ingang van het provisieverbod - al 76% van de klanten in execution only en dat percentage is aan het toenemen. Waarschuwen voor Turbo's Is het wel raadzaam om al die klanten zonder advies los te laten op doe-het-zelf-platforms? “Als jurist zeg ik: een klant is zelf verantwoordelijk,” zegt Mortelmans. “Maar als ik er met een economische pet op naar kijk, vraag ik me wel af of je klanten in execution only gewoon maar moet laten pakken wat ze willen. Of moet je sommige klanten, voor wie sommige producten echt niet geschikt zijn, niet daarvoor behoeden? En misschien toch een waarschuwingsbordje hangen boven het Turbo-gangpad, om maar een voorbeeld te noemen? Daar moeten we goed over nadenken de komende tijd.” “Bij een toename van execution only-beleggen ontstaat ook een grotere behoefte aan analyse, aan het creëren van overzicht in het enorme aanbod. Digitale tooling kan daar een belangrijke rol in spelen. In de VS zijn ze daar al erg ver mee en hier begint het ook te komen. Noem het execution only-plus, of advies-mini.” Het provisieverbod verbiedt de facto iedere geldstroom die loopt van aanbieders naar dienstverleners, “als die een relatie heeft met de dienstverlening.” En dat heeft het al snel, zegt Wind. “Er zijn niet zoveel situaties denkbaar waarin er betalingen plaatsvinden tussen aanbieders en dienstverleners waarbij die relatie er niet is.” Conferentie in Nice Maar een regel zonder grijs gebied moet nog worden uitgevonden en dat geldt dus ook voor het provisieverbod. Mag een aanbieder bijvoorbeeld bijdragen aan de organisatie van een seminar door een bank of vermogensbeheerder? Wind: “Er moet wel een informatiestroom mogelijk zijn tussen aanbieder en dienstverlener. Daarbij is het aan ons om aan te geven waar de grens ligt tussen ongeoorloofde geldelijke vergoedingen en het simpelweg informeren van beleggers.” “Als een aanbieder een conferentie in Nice sponsort voor Nederlandse beleggers zal dat al snel gezien worden als geldstroom, als het gaat om een webinar waar verschillende aanbieders de werking een product toelichten voor klanten zullen we dat waarschijnlijk al meer als informatieoverdracht zien. Daarbij kijken we goed of het open is voor veel klanten en of er wordt gediscrimineerd tussen aanbieders. En of er een juiste balans is tussen informatie en entertainment. En het moet altijd duidelijk zijn wie de financier is van dit soort zaken.” Overigens valt het met de verwachte en/of gevreesde overgang naar execution only in eerste instantie nog wel mee, althans vanaf 1 januari tot begin deze zomer, de periode waarover AFM cijfers verzamelde. In het eerste halfjaar van 2014 nam bij private banks het aandeel adviesklanten af van 35% tot 29% van het totaal. De meeste van die klanten verhuisden naar beheer (van 53% tot 57%). Het aandeel execution only-klanten steeg van 12% tot 14%. Bij zelfstandig vermogensbeheerder dáálde in diezelfde periode juist het aandeel execution only-klanten, van 8% tot 6%. Volgens Mortelmans is dat vooral een gevolg van een toegenomen focus bij die veelal kleinere partijen. “Zelfstandige vermogensbeheerders zijn erg bezig met hun positionering. Positief is in ieder geval dat we daar tot op heden geen uitstroom van klanten signaleren.” Pieter Kort is hoofdredacteur van IEX Media. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 22 apr Janus Henderson kiest voor cyclisch Europa Janus Henderson Investors kiest voor smallcaps en Europese aandelen. Volgens de Brits-Amerikaanse vermogensbeheerder houden beleggers te weinig rekening met een groeivertraging in de VS veroorzaakt door een langer hoog blijvende rente.
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.
Assetallocatie 18 apr Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.