Low vol biedt beleggers een illusie We willen het allemaal wel: minder risico en meer rendement. Ik kijk naar het aanbod van low volatility ETF's. 1 juli 2014 11:15 • Door Marcel Tak Een hoog rendement met een laag risico. Dat wil elke belegger. Low volatility (lowvol) indices trachten invulling te geven aan dit streven. Deze indices, waarin de aandelen zijn geselecteerd met de laagste (historische) koersbeweeglijkheid, zijn gebaseerd op de grotere kapitaalgewogen indices als de S&P500 of de MSCI World. Als ik de huidige marktontwikkelingen bezie, lijken deze grote indices zich overigens als vanzelf te transformeren tot een belegging met lage volatiliteit. Elk indexfonds wordt op basis van de huidige marktomstandigheden een lowvol ETF! Maar alles is relatief. Door de selectie van 'veilige' aandelen uit de benchmark indices wordt een nog lagere koersbeweeglijkheid verkregen. Concreet zou de selectie van dergelijke aandelen kunnen betekenen dat in een opgaande markt de lage volatiliteitsindex zal achterblijven bij de grote benchmark, maar in een dalende markt daar een betere prestatie tegenover staat. Het succes van deze strategie is pas over een langere periode te bepalen, zo wordt door lowvol aanhangers gesteld. Tegen deze opvatting is weinig in te brengen, maar roept tegelijk de vraag op hoe lang gewacht moet worden om tot gefundeerde oordelen te komen? En om eerlijk te zijn, ik heb mijn oordeel al gevormd. Aan mij zijn dit soort alternatieve strategieën niet besteed. Ten eerste vindt de selectie van aandelen met een lage beweeglijkheid plaats op basis van prestaties uit het verleden. Wie geeft mij de garantie dat die lage bewegelijkheid in combinatie met een goede prestatie ook de komende jaren hand in hand gaan? Daarnaast is het de vraag of de selectie van dergelijke aandelen niet een (impliciete) keuze voor een bepaald type ondernemingen (bijvoorbeeld consumentenproducten) betreft. Een goede prestatie van een selectie van lowvol aandelen kan samenhangen met goede prestaties in deze sector. Voors en tegensEr zijn tal van argumenten voor en tegen strategie-indices. Uiteindelijk gaat het om de harde cijfers. En al betreft het een korte periode, het is interessant na te gaan hoe het de vier lowvol ETF's van iShares is vergaan sinds de gelijktijdige introductie eind november 2012. Het betreft fondsen op de MSCI World, MSCI Europe, MSCI Emerging Markets en S&P500. Deze fondsen zijn overigens niet gebaseerd op een lowvol-index, maar op een minimum volatility index (minvol). De lowvol index selecteert, zonder naar de samenstelling van de basisindex te kijken, alleen de aandelen met de laagste beweeglijkheid. De minvol index houdt rekening met vooral de sectorsamenstelling van de oorspronkelijke index en probeert die zo veel mogelijk in stand te houden. Daarmee wordt het door mij aangehaalde element dat lowvol indices anders kunnen presteren vanwege de gewijzigde sectorsamenstelling, ondervangen. In onderstaande tabel staan de harde cijfers van het rendement in 2013. MinVol Benchmark Verschil iShares S&P500 ($) +27,31% +31,72% -4,41% iShares MSCI Europe +16,42% +19,71% -3,29% iShares MSCI World ($) +18,63% +26,68% -8,05% iShares Em. Markets ($) +0,25% -3,97% +4,22 Uit de tabel blijkt dat beleggers het vorige kalenderjaar nog weinig plezier van hun laagrisicobelegging hebben gehad. De achterstand van de minvol ETF's op de kapitaalgewogen benchmark ETF's is aanzienlijk. Het is de vraag of de achterstanden, oplopende tot meer dan 8%, de komende jaren zo maar goed worden gemaakt. Opvallend is voorts dat ten aanzien van de best scorende index, de S&P500, de achterstand van de minvol-variant kleiner is dan van minvol-varianten op de minder goed scorende World index. Volgens de theorie zou een betere performance van de basisindex juist tot een grotere achterstand van de minvol-indices leiden. De oplettende lezer merkt op dat deze relatie wel lijkt te gelden voor de Emerging Markets ETF. De minvol-variant doet het met een kleine plus van +0,25% duidelijk beter dan de slecht presterende kapitaalgewogen EM ETF (-3,97%). Dat is een aanwijzing dat de lagere risico-ETF onder moeilijke omstandigheden toch tot betere resultaten komt dan de ETF met de hogere risico basisindex als onderliggende waarde. Of toch niet? Een manier om naar het risico van een index te kijken is de standaarddeviatie, of wel de mate van koersschommelingen. Het spreekt voor zich dat de minvol indices een lagere standaarddeviatie hebben dan de basis index. Maar een andere, en voor beleggers simpele manier om naar het risico te kijken, is de risicometer zoals die is samengesteld conform de eisen van de toezichthouder. GerommelElk fonds is verplicht het risico volgens deze meter te publiceren. Ik heb veel kritiek op de meter omdat het risico eenzijdig in volatiliteitmaatstaven definieert. Maar in dit geval, als het specifiek om volatiliteit-ETF's gaat, is het een handig instrument. Wat blijkt? De eerste S&P, World en Europe ETF's krijgen een 6 uit 7 voor het risico. De minvol-variant scoren met 5 uit 7 een lager risico. Dat is conform wat verwacht mag worden. Maar voor de Emerging Market ETF's liggen de cijfers anders. De ETF gebaseerd op de basisindex en de ETF gebaseerd op de minvol-index krijgen beiden hetzelfde cijfer (een 6) voor het risico. Het risico van beide fondsen is dus aan elkaar gelijk. Er is, volgens de AFM-risicometer, geen sprake van dat de minvol-variant een lager risico heeft! Sneu dat de aanwijzing dat lager risico gepaard zou gaan met een betere prestatie onder moeilijke omstandigheden, toch niet opgaat. Want er is helemaal geen lager risico! Ik word bevestigd in mijn gedachte dat het gerommel met indices om ze tot betere risico en rendement-prestaties te brengen, weinig toegevoegde waarde heeft. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.