Alles is met ETF's verhandelbaar De ETF heeft een enorme bijdrage geleverd aan de democratisering van financiële markten. Toch is ook dit relatief eenvoudige en transparantie product niet vrij van problemen, aldus Marcel Tak. 2 november 2021 10:00 • Door Marcel Tak Het is en blijft één van de belangrijkste innovaties binnen de financiële sector: de ETF. Het passieve beleggingsfonds heeft een enorme bijdrage geleverd aan de democratisering van financiële markten. Natuurlijk in de eerste plaats omdat via het indexfonds particuliere beleggers (bijna) net zo goedkoop een solide beleggingsportefeuille kunnen opbouwen als professionele beleggers. Tegen zeer lage kosten is het mogelijk om met kleine bedragen breed gespreide posities in te nemen. Mooi is voorts dat uit onderzoek blijkt dat passieve beleggingsfondsen in de regel een beter rendement behalen dan (dure) actief beheerde fondsen die aandelen selecteren op basis van fundamentele analyse. Promo voor ETF's? Daarnaast is het voor de beleggers heel eenvoudig om een portefeuille samen te stellen waarbij met een paar ETF’s al een goede assetalloactie kan worden bereikt. Daarboven is de ETF een zeer eenvoudig beleggingsinstrument: transparant, waarbij je precies krijgt wat je koopt. En een laatste voordeel van de ETF: zodra je van je positie af wilt, kan je snel tot verkoop overgaan door de goede verhandelbaarheid. De start van mijn column heeft veel weg van een promopraatje voor de ETF, maar er lijkt geen speld tussen de vele voordelen te krijgen. Toch moet de (beginnende) belegger oppassen zonder enige kennis van zaken de ETF wereld in te stappen. Want alhoewel de genoemde voordelen zeker in zijn algemeenheid gelden, niet alle ETF’s zijn zomaar geschikt voor beleggers. Vergeleken met de index Laten we eerst eens kijken naar de lage kosten. Neem bijvoorbeeld de iShares ETF op de AEX index. De kosten zijn met 0,30% op jaarbasis inderdaad laag. Maar betekent dit dat de belegger ook daadwerkelijk slechts 0,30% achterblijft bij de index? De informatiepagina van de ETF-uitgever laat zien dat over de afgelopen twaalf maanden (september 20-september 21) een rendement is behaald van 42,99%. Heel mooi natuurlijk, maar in vergelijking tot de AEX, die volgens iShares een rendement behaalde van 43,39%, is dat een -0,40% achterblijvend resultaat. Daaruit blijkt dat de belegger impliciet toch meer kosten kwijt is, alhoewel dat deels niet de beloning van de ETF-uitgever betreft. Even duur of goedkoop Mogelijk dat bij de regelmatige transacties die nodig zijn om aanpassingen van de index te volgen, er rendement verloren gaat. Maar er is meer. Kijken we naar de ETF op de AEX van Van Eck, dan zien we dat de kosten gelijk zijn aan die van de iShares ETF. Maar over dezelfde periode behaalde de ETF Van Eck een rendement van 43,20%. Dat is een achterstand van 0,19% ten opzichte van het indexrendement. Toch geeft Van Eck op de site aan dat het 0,51% achterloopt bij de index. Volgens van Eck heeft de AEX namelijk een rendement behaald van +43,71%, meer dan iShares aangeeft. Gunstigere vergelijking Hoe kan dat? iShares vergelijkt de ETF-prestatie met het nettorendement van de index. De dividendbelasting wordt op het rendement in mindering gebracht. Van Eck vergelijkt zijn prestatie met de bruto-index, nog inclusief de af te dragen dividendbelasting. Dat is een eerlijker vergelijking, want als (Nederlandse) belegger in de AEX kunt u alle dividendbelasting terugvragen. Kortom, de Van Eck-ETF is gelijk geprijsd aan die van iShares, maar presteert beter. Zelfs op de sites van beide uitgevers zou je in eerste instantie concluderen dat de iShares ETF beter presteert (minder achterloopt), maar door een gunstiger index als vergelijking te nemen klopt dit niet. Oppassen geblazen Het gaat om een voorbeeld van een eenvoudige ETF en dan blijkt dat een nuancering voor de lage kosten al belangrijk is. En dat zelfs bij deze eenvoudige ETF’s de transparantie beter kan. Dat belooft niet veel goeds ten aanzien van de lage kosten en de transparantie als het om complexere en/of slimme ETF’s gaat. Transparantie kan ook op een andere manier niet goed uit de verf komen. Het voordeel van de ETF is dat met één transactie zeer gespreid belegd kan worden. Maar dat pakt niet altijd op deze manier uit. Beleggers die hun oog laten vallen op kortlopende Europese staatsobligaties moeten oppassen. Geen goede spreiding Zo geeft Bloomberg/Barclays een serie indices van euro-staatobligaties uit met verschillende resterende looptijden. Wie een ETF kiest met de Barclays Euro Government Bond 1-3 yr Term Index als onderliggende waarde, is zeker niet zo breed gespreid als uit de naam van de ETF verwacht wordt. De index bestaat namelijk uit staatsobligaties van slechts vier eurolanden. En zeker niet de sterkste. Slechts twee landen, Italië en Spanje, nemen samen 60% van de index voor hun rekening. Daar komt nog 15% voor staatsobligaties uit Frankrijk bij. Duitsland is als enige triple A-land met 22% in de index vertegenwoordigd. Het zou niet gek zijn als ETF-uitgevers beleggers duidelijk wijzen op deze smalle samenstelling van de index. Hier zie ik zeker een rol van de AFM. Slechtere prestaties Een ander genoemd voordeel van passief beleggen is de betere prestatie ten opzichte van de fondsen die aandelen op fundamentele gronden selecteren. Daar is overweldigend bewijs voor, maar dat wil niet zeggen een ETF altijd beter presteert. Met name de actieve ETF’s kunnen een tegenvallende prestatie laten zien. Uit onderzoek blijkt dat slimme indices op papier (dus voor daadwerkelijke uitgifte) zo’n 3% beter presteerden dan de reguliere versie van de index. Echter, in werkelijkheid na introductie van de ETF’s op een dergelijke index, verslechtert de prestatie vaak. Vet understatement Gemiddeld blijft de slimme ETF -0,5% tot -1% achter bij de reguliere index. De enorme hoeveelheid strategieën maakt het voor de belegger wel heel lastig zelf een keus te maken. Wat mij betreft is de eenvoudige basis-ETF toch het meest krachtige beleggingsinstrument voor de (particuliere) belegger. Als toch voor een slimme variant wordt gekozen, is het belangrijk heel goed te achterhalen waar de truc op gebaseerd is en of er voldoende (goede) data beschikbaar zijn die de outperformance in het verleden rechtvaardigen. Een ander gevaar voor beleggers is de ETF met grondstoffen als onderliggende waarden. De prestatie van een dergelijke ETF ten opzichte van de onderliggende waarde kan soms tegenvallen, en dat is een vet understatement. Grondig verdiepen Kijk maar eens naar de WisdomTree WTI Crude Oil ETF. Over de afgelopen drie jaar steeg de spotprijs van olie met bijna 15%. De ETF op de olieprijs zal dan wat achterblijven, maar dat het resultaat -36% is, is ronduit dramatisch. Het feit dat de ETF de future-prijs van olie volgt, met alle contango- en backwardation-effecten als gevolg, is debet aan het (gebrek) aan resultaat. Mijn advies: verdiep u grondig in dit soort indexfondsen. Tot slot: de ETF dient voor het gemak van de belegger. Inmiddels kan bijna alles als onderliggende waarde voor de ETF dienen, zodat keuzestress op de loer ligt. Onderliggende Aarde Ooit was de ETF het vehicle waarmee bestaande indices gevolgd konden worden. Tegenwoordig is de ETF zelf op zoek naar nieuwe onderliggende waarden. Zelfs een ETF op bitcoin is recent met goedkeuring van de Amerikaanse autoriteiten toegestaan. Daarmee krijgt de belegger de mogelijkheid de prijsvorming van gebakken lucht op de voet te volgen. Mijn idee: waarom geen ETF op onze eigen vertrouwde planeet? Die is schaars, er is er maar één van. Geen monetaire autoriteit, politieke macht of technonerd kan een tweede bijprinten. Dus waar wachten we nog op. Wie lanceert de eerste ETF, met onze planeet als onderliggende Aarde? Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 05 dec Institutionele beleggers hebben voor 2025 duidelijke voorkeuren Ondanks dalende inflatie, lagere rentetarieven en afnemende recessievrees hebben institutionele beleggers over 2025 hun zorgen, zo blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van Natixis IM onder 500 institutionele beleggers wereldwijd. Zij zetten met name sterk in op private beleggingen en aandelen uit de opkomende markten.
Assetallocatie 04 dec Doet u mij maar Amerikaanse aandelen en Europese obligaties Roelof Salomons, de nieuwe hoofd beleggingsstrategie van BlackRock Nederland, heeft in zijn outlook voor 2025 duidelijke voorkeuren. De beste kansen voor aandelen liggen in de VS. Voor obligaties ziet hij het meest in Europese bedrijfsobligaties, kredietwaardig en minder kredietwaardig.
Assetallocatie 03 dec De toegevoegde waarde van landbouwgrondstoffen De prijzen van landbouwgrondstoffen hebben historisch gezien weinig correlatie met traditionele beleggingscategorieën zoals aandelen en obligaties, maar ook met andere grondstoffen zoals energie en metalen. Inflatiebescherming is een ander belangrijk voordeel van beleggen in landbouwgrondstoffen, stelt grondstoffenspecialist Benoît Harger van private bank J. Safra Sarasin.
Assetallocatie 28 nov In een wereld vol anomalieën is Amundi optimistisch Amundi is in zijn outlook 2025 positief over aandelen, obligaties en de wereldeconomie. Vooral Azië biedt kansen. Het risico zit hem in een aantal anomalieën dat de markten op hol kan brengen
Assetallocatie 26 nov Tegenvallende winsten vergroten zorgen Nu bijna alle bedrijfscijfers over het derde kwartaal zijn gepubliceerd is het volgens CIO Saira Malik van Nuveen duidelijk dat de verwachte outperformance is uitgebleven. "Dat roept kopzorgen op bij beleggers over mogelijk te hoge aandelenkoersen en bijkomende correcties."
Assetallocatie 25 nov “Ook in 2025 verwachten we het meeste van Amerikaanse aandelen” Olivier de Berranger, CEO en co-CIO van de Franse vermogensbeheerder LFDE, geeft zijn kijk op 2025. Heel kort: Amerikaanse aandelen, vooral de kleine, hebben meer opwaartse kracht dan Europese aandelen. Wat obligaties betreft, gaat de voorkeur uit naar kredietwaardige bedrijfsobligaties.