Goedkoop is niet wat het lijkt De allergoedkoopste ETF's zijn niet altijd zo goedkoop als ze lijken. Hoe duur zijn ze echt? 24 juni 2014 13:00 • Door Marcel Tak Het belangrijkste argument ten aanzien van indexbeleggen is de (relatief) lage kosten die daarmee gepaard gaan. Terwijl het gemiddelde beleggingsfonds met jaarlijkse beheerkosten van 1% als zeer goedkoop kan worden bestempeld, zou de helft daarvan al duur zijn voor een ETF. Het is niet verwonderlijk dat juist op dit punt een concurrentiestrijd tussen de aanbieders van ETF's gaande is. De ene verlaging van de kosten, uitgedrukt in de Total Expense Ratio (TER), is nog niet doorgevoerd of de volgende wordt al aangekondigd. ETF-specialist Matt Hougan speelt in op deze focus op de lage kosten door al zes jaar een Amerikaanse portefeuille bij te houden met daarin opgenomen de ETF's met de laagste TER. Een leuk initiatief, maar de geroemde (kosten)transparantie van indexfondsen blijkt in de praktijk toch weerbarstig. In het Amerikaanse lijstje van goedkoopste ETF's is bijvoorbeeld de SPDR S&P Emerging Market ETF opgenomen vanwege de lage 0,14% kostenratio. Als ik de informatie van de aanbieder zelf bekijk wordt echter een ratio van 0,59% genoemd. Dat is een behoorlijk verschil. Nog lastiger wordt het om de werkelijke kosten van de ETF te achterhalen.In mijn optiek zijn die werkelijke kosten, het verschil tussen de bruto indexprestatie en het ETF rendement, veel relevanter. Dat verschil is doorgaans veel groter dan het officiële kostencijfer. Om die "werkelijke kosten" te achterhalen moet het bruto rendement van de index en dat van het indexfonds over dezelfde periode beschikbaar zijn. Helaas schort het aan dergelijke informatie nog wel eens. Zo ook in het geval van de SPDR S&P Emerging Market ETF, waarbij indexaanbieder en de ETF aanbieder niet over gelijke perioden rapporteren en ook niet wordt aangegeven of de gegeven rendementscijfers die van een bruto of van een netto index betreffen. Hoe dan ook, de selectie van goedkoopste ETF's is nu ook voor Europese (Britse) beleggers gedaan. Het lijstje bestaat uit een zevental fondsen. Hierdoor krijgt de belegger een positie in de Eurostoxx50 en S&P aandelen, alsmede in aandelen van opkomende landen, obligaties en grondstoffen (inclusief goud). Een prachtig gespreide portefeuille, en dat voor een koopje. De belegger betaalt voor het hele pakket slechts 0,13% aan kosten. Een actief gemanagede portefeuille zou zeker 10 keer zo duur zijn, voegt Hougan er enthousiast aan toe. Werkelijke kostenHij heeft zeker gelijk als het om de officiële kostencijfers gaat, maar ik ben benieuwd in hoeverre de geselecteerde ETF's in werkelijkheid afwijken van het indexrendement en ben aan het rekenen geslagen. De uitkomst is in onderstaande tabel te vinden. De werkelijke achterstand (=werkelijke kosten WK) van de portefeuille goedkoopste indexfondsen is met 0,53% dus ruim vier keer groter dan de TER aangeeft. Opvallend is met name de grote achterstand op de index van db-X ETF. De lage TER geeft hier wel een vertekenend beeld. Ik denk dat de dividendlekkage door inefficiënties ten aanzien van belastingregelingen (indirect) een rol speelt. Het grote verschil is des te meer opmerkelijk omdat de andere grote benchmark ETF, die met de S&P500 als onderliggende waarde, in rendementsoptiek zeer goed presteert. De WK is slechts fractioneel hoger dan de TER. Ook de Vanguard UK Government Bond ETF zit kostentechnisch goed in elkaar. Bij het grote verschil met de iShares Core MSCI Emerging Markets IMI maak ik de kanttekening dat deze ETF slechts enkele maanden geleden gestart is. Ik heb als WK-factor daarom die van de iShares Emerging markets ETF genomen, de bekende en in volume zeer omvangrijke ETF van BlackRock.Misschien dat ondanks de veel hogere werkelijke kosten de verzameling ETF's nog steeds het goedkoopst is. Maar het is altijd goed als belegger te realiseren dat de underperformance uiteindelijk veel groter is dan de officiële cijfers aangeven. Ik pleit er voor dat ETF aanbieders verplicht het werkelijke verschil van het fonds ten opzichte van de bruto index aangeven, op dezelfde plek (op de website of in brochures) waar de officiële kosten (TER)wordt vermeld. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 22 apr Janus Henderson kiest voor cyclisch Europa Janus Henderson Investors kiest voor smallcaps en Europese aandelen. Volgens de Brits-Amerikaanse vermogensbeheerder houden beleggers te weinig rekening met een groeivertraging in de VS veroorzaakt door een langer hoog blijvende rente.
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.
Assetallocatie 18 apr Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.