Beschermd beleggen met ETF’s (maar niet voor iedereen) In de VS zijn sinds kort ETF's met opties verkrijgbaar. Deze ETF’s bieden bescherming tegen koersdalingen, waar tegenover staat dat de potentiële winst gemaximeerd is. Marcel Tak vindt ze interessant, maar particuliere beleggers mogen ze niet kopen van de AFM. 7 januari 2020 10:15 • Door Marcel Tak De afgelopen jaren zijn er steeds meer ETF’s uitgegeven op indices die op een slimme manier trachten tot een, in termen van risico en/of rendement, betere prestatie te komen dan een ouderwetse onderliggende index. Die ouderwetse index is immers samengesteld op basis van simpele criteria, zoals de kapitaal gewogen omvang van het bedrijf. Tegenwoordig kan de passieve belegger kiezen voor ETF’s met verlaagde volatiliteit, momentum of factor indices als onderliggende waarde. Soms leidt dat tot betere prestaties, soms ook niet. Wel zijn de kosten doorgaans hoger dan die van de ETF’s op de reguliere standaard indices. Ander risicoprofiel De geavanceerde ETF’s zijn allemaal gebaseerd op de strategie om de index op een andere manier samen te stellen. In de VS is er sinds kort een initiatief gelanceerd voor een ETF waarbij de onderliggende waarde juist weer een eenvoudige benchmarkindex is. Het gaat, onder andere, om de S&P500, Nasdaq-100 en de Russel2000-indices, de top in benchmarkland als het om grote, technologische of de kleinere (Amerikaanse) aandelen gaat. Echter, het innovatieve karakter van de ETF zit in opties die in het fonds zijn ingebouwd. In combinatie met de onderliggende index zorgen de gebruikte opties ervoor dat de belegger een ander risicoprofiel krijgt dan een directe belegging in de index. Mét bescherming De ETF’s bieden door de opties bescherming tegen koersdalingen, waar tegenover staat dat de potentiële winst gemaximeerd is. De belegger heeft niet alleen de keus tussen verschillende onderliggende indices, maar ook tussen diverse beschermingsniveaus. Zo is er een ETF waar de belegger één op één participeert in een eventuele stijging van de S&P500 index, tot een maximum van 13,3%. Van een verdere stijging profiteert de ETF niet. Daar staat tegenover dat bij een koersdaling van de index de belegger tegen het eerste verlies van 9% is beschermd. Is de koersdaling groter, dan zal de ETF dat grotere verlies in de ETF doorberekenen. De maximering in het rendement van 13,3% en de bescherming tegen een verlies van 9% gelden vanaf de startwaarde en hebben een looptijd van een jaar. Verschillende soorten De uitgever van de ETF, Innovator ETF, noemt dit fonds de Buffer ETF. Naast deze ETF zijn er ook fondsen met 15% (Power Buffer) en 30% bescherming (Ultra Buffer). Voor de ETF met 15% bescherming geldt een maximumrendement van 8,5%, bijna 5% minder dan de 9% ETF. De 30% Ultra Buffer ETF geeft een maximumrendement van 7,7%, niet veel minder dan de 15% Power Buffer ETF. Echter, de Ultra geeft de bescherming pas vanaf een verlies van 5% tot en met een verlies van 35%. Het potentiele rendement is vóór aftrek van kosten. De kosten bedragen 0,79% per jaar, relatief hoog voor een passief beleggingsfonds. In onderstaande tabel staan de verschillende scenario’s en de gevolgen voor het rendement (inclusief kosten!) voor de verschillende ETF’s in beeld: 9% Buffer 15% Power Buffer 30% Ultra Buffer -100% -91,79% -85,79% -70,79% -50% -41,79% -35,79% -20,79% -25% -16,79% -10,79% -5,79% -10% -1,79% -0,79% -5,79% -5% -0,79% -0,79% -5,79% 0% -0,79% -0,79% -0,79% +5% +4,21% +4,21% +4,21% +10% +9,21% +7,71% +6,91% +15% +12,51% +7,71% +6,91% +25% +12,51% +7,71% +6,91% Gewenste risico-rendement verhouding Uit de tabel blijkt dat de 15%-ETF een prima bescherming geeft, ook bij een koersdaling van 25%. Het verlies is aanzienlijk lager dan bij een directe blootstelling aan de index. Maar het rendementsperspectief is navenant beperkter dan dat van de 9%-ETF. De 30%-ETF biedt met name een matiging van het verlies bij een grote koersval van de index. Daar staat tegenover dat een klein verlies van de S&P500 direct is terug te zien in het (negatieve) resultaat van de ETF. Deze scenario’s laten zien wat gestructureerde producten zo waardevol maakt. De belegger kan precies het product kiezen dat bij de gewenste risico-rendement verhouding past. Het gewenste risico en daarmee de uitkomst bij de verschillende scenario’s staan vooraf vast en de belegger kan zijn eigen keuze maken. Gemist dividend Ik heb wel een paar opmerkingen: De looptijd van de ETF is een jaar. Na dat jaar wordt de ETF gereset en wordt bij de bescherming die opnieuw 9%, 15% of 30% zal zijn, het bijbehorende rendementsplafond vastgesteld. Het rendementsplafond kan jaarlijks flink verschillen. Vorige jaar was het maximumrendement voor de 9% ETF gelijk aan 22,3% (exclusief kosten), maar liefst 9% hoger dan het plafond. Het geeft aan dat de volatiliteit van aandelen flink lager is dan een jaar geleden met als gevolg een veel minder gunstig rendementsperspectief. Innovator geeft elk kwartaal nieuwe ETF’s uit met dezelfde beschermingsniveaus. Beleggers kunnen daardoor tussentijds van positie wisselen, bijvoorbeeld omdat het maximumrendement van de ETF (bijna) bereikt is. Let wel op dat de ETF tussentijds niet volledig met de index meestijgt. Die één op één participatie geldt pas aan het eind van de looptijd. De bedrijven uit de S&P500 index keren jaarlijks dividend uit, wat de belegger in de ETF mist. Het brutorendement over de laatste twaalf maanden bedroeg circa 2,5%. Bij een 10% koersdaling van de index behalen directe beleggers in de index feitelijk een rendement van circa -7,5%. Deze zogenaamde Defined Outcome ETF’s zijn zeker interessant voor beleggers die op basis van hun risicoprofiel (of op basis van hun marktverwachting) willen participeren in verschillende Amerikaanse indices. Door kosten en gemist dividend is de bescherming iets minder florissant dan op het eerste gezicht lijkt, maar zal toch zeker voldoende zijn voor verschillende typen beleggers. Echter, de AFM vindt particulieren in ieder geval niet geschikt om deze producten te kopen, want Innovator heeft geen Nederlandstalige brochure. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 22 apr Janus Henderson kiest voor cyclisch Europa Janus Henderson Investors kiest voor smallcaps en Europese aandelen. Volgens de Brits-Amerikaanse vermogensbeheerder houden beleggers te weinig rekening met een groeivertraging in de VS veroorzaakt door een langer hoog blijvende rente.
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.
Assetallocatie 18 apr Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.