Tactisch schuiven met local debt Emerging market debt wordt gekenmerkt door grote onderlinge fundamentele verschillen. Die komen bij stress openbaar. 31 mei 2013 15:45 • Door Jeroen Blokland In deel I van mijn tweeluik over local currency emerging market debt kwam naar voren dat het toevoegen van deze beleggingscategorie aan traditionele staatsobligaties uit Westerse landen de risico-rendementsverhouding flink verbetert. Dat is natuurlijk mooi vanuit een langetermijnperspectief, maar het neemt niet weg dat Duitse staatsobligaties duidelijk andere koek zijn dan staatsobligaties uit, zeg Thailand. Daarom in dit tweede deel meer aandacht voor de tactische aspecten van beleggen in local currency emerging market debt. Een beetje houvast bij het beleggen in deze categorie kan geen kwaad. Een blik op de toonaangevende benchmark, de JP Morgan GBI-EM Index, onderstreept dit. Maleisië, Polen en Turkije hebben ieder het maximale gewicht van 10%, tegen een gezamenlijk gewicht van net 6% in de MSCI Emerging Markets (equity) Index. Voor aandelenbeleggers zijn deze landen dus bijzaak. Maar voor obligatiebeleggers zit er niets anders op dan alle troebele details van de overheidsfinanciën aan het einde van het opkomende-landenuniversum in kaart te brengen. In welke staat bent u?Of toch niet? Recent onderzoek van het IMF wijst uit dat de werkelijkheid genuanceerder is. Uit een studie van Jaramillo & Weber (2013) blijk dat de mate waarin overheidsfinanciën van belang zijn voor het rendement op local currency emerging debt afhangt van de mondiale risicobereidheid. Dat klinkt ingewikkelder dan het is. Jaramillo & Weber gebruiken namelijk de VIX-index als maatstaf voor mondiale risicobereidheid. Met deze simpele maatstaf delen ze hun onderzoeksperiode, 2005-2011, op in een rustige periode waarin beleggers veel risico willen nemen (lage VIX) en een volatiele periode waarin beleggers risicoavers zijn (hoge VIX). Vervolgens bekijken ze met behulp van een regressie welke factoren in elk van die twee periodes van belang zijn voor het rendement. Uit deze analyse volgt dat in rustige tijden beleggers vrijwel alleen geïnteresseerd zijn in de verwachte economische groei en inflatie van het land dat de obligaties uitgeeft. In kalme perioden zijn algemene macro-economische factoren, die in belangrijke mate worden bepaald door de wereldeconomie, dus bepalend. Maar, wanneer de onrust op de financiële markten toeneemt en de VIX omhoog schiet, richten beleggers zich op factoren als overheidstekorten en de omvang van de schuld ten opzichte van het BBP. Pas als de paniek uitbreekt, komen overheidsfinanciën om de hoek kijken. Landen waarvan de kredietwaardigheid er het minst goed uitziet, waarvan de tekorten en schulden het grootst zijn, worden dan het hardst afgestraft. ModellerenHet werk van Jaramillo & Weber geeft aan dat de, vaak complexe, status van de overheidsfinanciën niet altijd doorslaggevend is. Helemaal vermijden kun je ze echter ook niet aangezien bij onrust diezelfde overheidsfinanciën juist de overhand nemen. Bij Robeco hebben we daarom ook nog op een andere manier gekeken naar local currency emerging debt. Voor Duitse, Amerikaanse en Japanse staatsobligaties gebruiken we al langere tijd een model om renteontwikkelingen te voorspellen. Duyvesteyn & Martens (2013) hebben dit model recentelijk ook getest voor een zestal opkomende landen (Brazilië, Mexico, Zuid-Afrika, Polen, Maleisië en Zuid-Korea). Belangrijk om te weten is dat dit model zich alleen op de rentecomponent richt en dus niet op de valutacomponent. Het model bevat drie factoren: ‘bond market momentum’, ‘equity market momentum’ en de steilheid van de rentecurve. Elk van die factoren geeft een koop- of verkoopsignaal. Kort samengevat werken de factoren als volgt. Bond market momentum betreft het rendement van de lokale obligatiemarkt over de afgelopen maand. Onderzoek toont aan dat het rendement van de afgelopen maand voorspelkracht heeft voor de komende maand. Is het bond momentum in een land positief dan ga je long en is het negatief dan ga je short. Equity market momentum betreft het rendement van de lokale aandelenmarkt over de afgelopen maand. Het aandelenrendement is, net als de VIX-index een maatstaf voorde mate van risicobereidheid. Let op: een positief rendement op de lokale aandelenbeurs betekent meer risicobereidheid wat negatief (!) is voor de ‘relatief’ veilige lokale staatsobligaties. Dus bij een positief aandelenrendement short je staatsobligaties en omgekeerd. Tot slot de steilheid van curve. Dit is een waarderingsmaatstaf die wordt bepaald als de gemiddelde rente op alle obligaties van een land minus de 3-maandsrente. Is de gemiddelde rente hoger dan de 3-maandsrente dan ga je long in de markt. Je begint immers met een rentevoorsprong ten opzichte van de 3-maandsrente. Als de 3-maandsrente hoger ligt dan de gemiddelde rente begin je met een achterstand en ga je short. Long-short strategieDe resultaten van dit model zijn ook voor opkomende landen goed. Op een enkele uitzondering na levert een long-short strategie voor elk van de factoren een positief rendement op. Beleg je in een mandje van de zes landen die zijn meegenomen dan doet de long-short strategie het nog beter, gemeten de verhouding tussen het risico en rendement (informatieratio) van de long-short strategie. Het kan zelfs nog mooier. Wanneer het mandje van de zes landen belegt in een strategie waarin alle drie de factoren een gelijk gewicht hebben, verbetert de risico-rendementsverhouding met nog eens 30%. Tot slot, deze gecombineerde strategie kun je gemakkelijk over een ‘normale’ belegging in local curency emerging debt schuiven. Op die manier realiseer je het rendement op de index plus een stukje ‘rentealfa’. Gelukkig is dit niet anders dan in traditionele, niet opkomende, obligatiemarkten. Local currency emerging debt zelf is al exotisch genoeg. Duyvesteyn, Johan G. and Martens, Martin P.E., Emerging Government Bond Market Timing (February 14, 2013). Available at SSRN Jaramillo, Laura and Weber, Anke, Bond Yields in Emerging Economies: It Matters What State You are in (August 2012). IMF Working Paper No. 12/198. Available at SSRN Jeroen Blokland is sinds 2009 portefeuillemanager binnen het Robeco Global Allocation-team. Hij is fondsmanager van de Robeco ONE and Multi Asset fondsen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.