Pensioenbeleggen leent zich perfect voor een buy- and holdstrategie. Het kan zo nu en dan tegenzitten, maar op den duur komt het met het rendement wel goed. Wel dient rekening te worden gehouden met de vastgestelde risicohouding en de uitkomst van de ALM-studies, waarbij het premie-, kortings- en beleggingsbeleid op elkaar worden afgestemd.
Dan is het nog spreiden over beleggingscategorieën en implementatie. Om de strategische gewichten te behouden, is een jaarlijkse herbalancering van de portefeuille een aanrader. Laat de tijd zijn werk maar doen.
Zo werkt simpel gezegd de statische beleggingsstrategie die pensioenfondsen inzetten. Daarbij is er weinig oog voor de kortetermijneffecten en veranderende marktomstandigheden.
Groeiende twijfels
Wij vangen steeds meer signalen op van pensioenfondsen dat zij twijfelen aan de statische beleggingsstrategie. De torenhoge prijzen die op de financiële markten worden betaald, maken pensioenfondsen angstig voor een marktcorrectie. Men snapt dat er risico’s moeten worden genomen, maar op een correctie zit niemand te wachten.
In de overgangsperiode naar een nieuw pensioenstelsel – op 1 januari 2027 moet de overgang in principe zijn afgerond – neemt de correctievrees extra toe. Geen pensioenfonds wil nu in de positie komen om de aanspraken van (oudere) deelnemers noodzakelijkerwijs te moeten korten, doordat de dekkingsgraad ten gevolge van beursmalheur door de minimumgrens is gezakt.
Die grens is veelal niet ver weg. Pensioenfondsen hebben de laatste jaren weliswaar sterk geprofiteerd van de stijging van de financiële markten, maar door de lage rentestand heeft dat niet geleid tot hoge dekkingsgraden. Het tegendeel is het geval.
Het maakt pensioenfondsen kwetsbaar. In deze situatie is er voor pensioenfondsen dus veel voor te zeggen om de beleggingsrisico’s terug te schroeven. Maar dit gaat in tegen de rendementswensen van de jonge deelnemers. Wat vindt DNB van een dergelijk beleid? Kortom, wat is wijsheid?
"Pensioenfondsen zijn kwetsbaar"
Korter op de bal
Het huidige systeem maakt het lastig om te differentiëren, want alle deelnemers worden op dezelfde dekkingsgraad afgerekend. Het nieuwe pensioenstelsel lost dat op, want dan heeft iedereen zijn eigen potje, maar zover zijn we nog niet. In de tussentijd zoeken pensioenfondsen naar oplossingen om negatieve verrassingen adequaat op te vangen.
Een oplossing zou de keuze voor een dynamisch beleggingsbeleid kunnen zijn, waarbij binnen de vastgestelde bandbreedte het risicobudget naar boven of naar beneden wordt bijgesteld, zodra bijvoorbeeld de dekkingsgraad een bepaald niveau heeft bereikt. Maar er kan ook voor andere triggers worden gekozen.
Dynamisch beleggen gaat verder dan het sturen op normgewichten en de hedge-ratio, zoals de praktijk nu is. In de dynamische beleggingsstrategie zijn het risicobudget, de normgewichten en hedge-ratio alle variabel. Met de dynamische strategie wordt korter op de bal gespeeld, maar dat is van tevoren bepaald.
Rekening houden met de korte termijn is belangrijk. Er zijn kritische grenzen waar je als pensioenfondsbestuurder niet onder wilt komen, zoals de minimum vereiste dekkingsgraad van ongeveer 105% of de minimale grens van 90% voor het invaren van de aanspraken in het nieuwe pensioencontract.
Een pensioenfonds kan op de lange termijn wel gelijk hebben, maar het kan veel pijn doen als op de korte termijn een herstelplan moet worden uitgevoerd, en als dit niet helpt, de pensioenaanspraken moeten worden gekort.
"Rekening houden met de korte termijn is belangrijk"
Verschillende visies
Hoe de dynamische beleggingsstrategie wordt ingevuld staat niet vast. Dat is aan de pensioenfondsen. Zo kennen wij twee pensioenfondsen die gekozen hebben voor een tegengestelde strategie. De een verhoogt de risico’s als de minimum dekkingsgraad is bereikt, de ander haalt de risico’s dan juist van tafel.
Dynamisch beleggen is meer dan het hedgen van risico’s. Het kan beide kanten op. Belangrijk daarbij is dat goed wordt begrepen wat de implicaties zijn van een vastgestelde strategie in termen van rendement en risico. Wanneer doet de strategie het goed? Wanneer juist niet? Kan het fonds het downside-risico dragen?
Pensioenfondsbestuurders moeten dat goed begrijpen, al is het maar omdat zij het helder en duidelijk aan hun deelnemers moeten kunnen uitleggen en onderbouwen.