Lager projectierendement doet vooral jongeren pijn Veel pensioenbeleggers hebben het niet helemaal scherp. Zij begrijpen niet goed het verschil in impact op hun uiteindelijke pensioenuitkering tussen een tegenvallend rendement en een verlaagd projectierendement. Beleggingsexpert Marcel Kruse over het grote verschil tussen realisatie en verwachting. 4 mei 2021 08:00 • Door Marcel Kruse Pensioenbeleggen nieuwe stijl begint met het formuleren van een pensioenambitie. Op basis van de jaren tot pensioendatum en verwachte rendementen kan de pensioenambitie en de hoogte van de premie worden bepaald. Daarbij kan de rendementsverwachting voor elk pensioenfondsbestuur anders zijn, waarbij alle zich wel hebben te houden aan de maximale rendementsverwachting, die elke vijf jaar door de commissie Parameters wordt vastgesteld. In de praktijk blijven pensioenfondsen er vaak uit voorzichtigheid onder. Logisch, want dan zal het uiteindelijke resultaat eerder mee- dan tegenvallen. Ook anticiperen zij zo op toekomstige mogelijke verlagingen van de parameters, zodat zij in die gevallen niet direct de ambitie en de premiehoogte ter discussie moeten stellen. In het laatste advies van de commissie Parameters (zie onderstaande tabel) moeten aandelen bijvoorbeeld jaarlijks, na aftrek van kosten, een maximaal rendement kunnen opleveren van 5,6% in de komende dertig jaar. Voor niet beursgenoteerd vastgoed en grondstoffen is dat respectievelijk 4,1% en 3,3%. Voor de rentecomponent geeft de commissie geen rendementsverwachting af. Die gaat één op één mee met de marktrente. Lagere rendementen Ik verwacht dat de commissie Parameters in de toekomst vaker een advies over de maximale rendementen zal communiceren. Dat is volgens mij realistischer, en meer in lijn met de werking van het nieuwe pensioenstelsel. Het wordt allemaal dynamischer. Om een voorbeeld te geven: Als vastgoed nu in elkaar klapt, dan zal het projectierendement voor vastgoed omhoog moeten gaan, ervan uitgaande dat ook vastgoedprijzen rond een historisch gemiddelde koersen. Hetzelfde geldt dan voor de langtermijnverwachtingen van de commissie Parameters. In het laatste advies geeft de commissie twee argumenten voor het verlagen van het te verwachten rendement op zakelijke waarden: de gewijzigde koerswinstverhouding en de relatie met de reële rentestand. Nieuwe werkelijkheid In het huidige pensioenstelsel zorgen slechte gerealiseerde rendementen niet direct voor een verandering van de nominale aanspraak. Wel gaat de dekkingsgraad van een pensioenfonds erdoor omlaag. In het nieuwe pensioenstelsel is dat anders. Daarin heeft iedereen zijn eigen pensioenpot. Als gerealiseerde rendementen tegenvallen dan daalt de waarde van de eigen pensioenpot. Indirect heeft dit invloed op het kunnen halen van de pensioenambitie. Gaat het projectierendement naar beneden, dan heeft dat direct invloed op het kunnen halen van de pensioenambitie. Bij hetzelfde risicoprofiel, dezelfde premiehoogte en projectierendementen laten de projecties zien dat men de ambitie niet gaat halen. In het nieuwe pensioencontract wordt het pensioenvermogen, zoals gezegd, per deelnemer geadministreerd. Voor het berekenen van de te verwachten pensioenen worden boven op het bestaande pensioenvermogen de nog in te leggen premies en het verwachte rendement opgeteld. Tussentijds kan worden vastgesteld of een pensioendeelnemer op basis van de gerealiseerde rendementen op koers ligt om de bestaande ambitie te halen. Is dat niet het geval, en het pensioenfondsbestuur besluit dat de pensioenambitie dezelfde blijft, dan kan aan de premieknop worden gedraaid, of zal het beleggingsrisico moeten worden verhoogd. Eventueel kan ook de deelnemer gewezen worden op de mogelijkheid om zelf extra in te leggen. Jong x oud Als tussentijds het projectierendement verandert, dan zijn de consequenties ervan voor de leeftijdsgroepen sterk verschillend. Voor jonge deelnemers heeft het projectierendement een grotere impact op hun verwachte pensioen dan bij ouderen. Een paar jaar van slechte gerealiseerde rendementen heeft voor jongeren betrekkelijk weinig invloed op de pensioenuitkomst. Maar als het projectierendement lager komt te liggen, dan zullen jongeren meer premie moeten inleggen, meer risico moeten nemen, of accepteren dat de pensioenambitie naar verwachting niet wordt gehaald. “Voor jonge deelnemers heeft het projectierendement een grotere impact op het voor hen berekende verwachte pensioen dan bij ouderen” Voor oudere deelnemers, die al een groot pensioenvermogen hebben opgebouwd, is de situatie precies andersom. Een slecht gerealiseerd rendement heeft dan meteen een grote impact. Althans als de rente-afdekking niet goed is geregeld. Een dalende rente maakt dan de inkoop van een annuïteit duurder, dus daalt de pensioenuitkering. Zij hebben niet meer de tijd om dat goed te maken. Voor hen is het projectierendement minder relevant. Duidelijke communicatie Kortom, met de komst van het nieuwe pensioencontract zullen vooral jongeren geattendeerd moeten worden op wijzingen van het projectrendement, waarbij hen de impact zichtbaar moet worden gemaakt van het gerealiseerde rendement en het projectierendement op hun te verwachten pensioen. Voor ouderen is het vooral van belang dat voor vlak voor de pensioendatum slechte rendementen worden vermeden, en een goede renteafdekking geregeld is vanwege de grote betekenis van de rentestand bij het inkopen van hun pensioen. Als we inderdaad naar een wereld gaan waarbij beleggingsrendementen lager zullen zijn dan in het verleden, dan zullen we genoegen moeten nemen met een kostbaarder pensioen. Voor jongeren zal meer premie moeten worden betaald om de bestaande ambitie waar te kunnen maken. Mocht tussentijds besloten worden het projectrendement lager vast te stellen dan moet hen duidelijk worden uitgelegd dat zij minder pensioen kunnen verwachten, ook als het gerealiseerd rendement prima in orde is. Er is immers een groot verschil tussen gerealiseerd en verwacht rendement. Het één gaat over gisteren, het ander over morgen. The articles have been commissioned by Marcel Kruse. The articles are for informational purposes only and does not constitute advice of any kind. While care has been taken in gathering the data and preparing the articles, the authors do not make any representations or warranties as to its accuracy or completeness and expressly excludes to the maximum extent permitted by law all those that might otherwise be implied. The authors accept no responsibility or liability for any loss or damage of any nature occasioned to any person as a result of acting or refraining from acting as a result of, or in reliance on, any statement, fact, figure or expression of opinion or belief contained in the articles. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG nov '23 Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.