Een half jaar geleden stonden opkomende markten nog bovenaan het regiokooplijstje van de meeste assetmanagers. De combinatie van een succesvolle aanpak van het virus, de cyclische aard van de aandelen en de aantrekkelijke waarderingen in vooral de Aziatische markten waren de belangrijkste redenen om positief naar deze regio te kijken.
Nu, zes maanden later, staat de regio weliswaar nog op overwogen, maar wel op de voorlaatste plaats van het lijstje van vijf regio’s. Van de 62 onderzochte assetmanagers is nu 42% overwogen in emerging markets en 51% neutraal. In maart was nog 65% positief, een daling van 23% in zes maanden tijd.
De top-15 assetmanagers is daarbij nog iets kritischer: slechts een derde is momenteel positief, tegen het dubbele in maart.

Als aandelenmarkt heeft EM het dit jaar maar matig gedaan. Volgens de MSCI EM-index was de performance van opkomende markten over de eerste acht maanden van dit jaar in euro’s 5%, terwijl de ACWI-wereldindex 18,9% behaalde.
Het probleem China
Dat China fors meeweegt in de index blijkt wel uit het feit dat dezelfde EM-index zonder China in 2021 een performance van 14,9% liet zien. De campagne van de regering in Beijing tegen uitwassen van het kapitalisme deden de Chinese aandelen geen goed. Vooral grote technologiebedrijven als Alibaba en Tencent moesten het daarbij ontgelden.
De Financial Times meldde op 6 september dat beleggingsfondsen in de emerging markets die China uitsluiten, steeds populairder worden.
Beschouwen de assetmanagers China als een remmende factor? Dat blijkt niet uit de recente rapporten van de top 15. Alleen BMO (neutraal in EM) verwacht een verdere neerwaartse druk op Chinese aandelen.
"Beleggingsfondsen in de emerging markets die China uitsluiten, worden steeds populairder"
Wel laag gewaardeerd
Onder partijen die aandelen EM onderwegen, komen de volgende argumenten naar voren: er zijn weliswaar sterke langetermijngroeivooruitzichten, maar daarbij moet rekening worden gehouden met de specifieke idiosyncratische risico’s van opkomende markten, de gevoeligheid voor Covid-19, terwijl inflatiedruk voor hogere rentes kunnen zorgen.
Over de waarderingen bestaat weinig onenigheid. De meeste assetmanagers vinden aandelen opkomende markten zeker niet duur.
Vaccinatieverschillen
Een van de grote risico's die Franklin Templeton ziet, is de COVID-19-kwetsbaarheid. Gene Podkaminer, hoofd research van Franklin Templeton Investment Solutions en winnaar van de Asset Allocation Awards voor de brede categorie Asset Allocatie, is de ongelijke verdeling van vaccins in opkomende markten een groot nadeel.
Aziatische landen lijken wel goed op schema te zitten. Net name China offert daarbij wel aanzienlijke economische groei op door hardhandige maatregelen om de Delta-variant van Covid op afstand te houden. Vanuit de Covid-optiek heeft Podkaminer de minste voorkeur voor Latijns-Amerika.
“Dat gezegd hebbende is de verwachting dat de vaccinatiegraad (eerste dosis) voor alle opkomende landen voor het einde van het jaar 50% zal bereiken, een belangrijke drempel,” aldus Gene Podkaminer.
Verkrappende centrale banken
Een ander probleem waardoor Franklin Templeton terughoudend is om in opkomende markten te beleggen is de inflatiedruk. Dit heeft volgens Podkaminer al geleid tot een verkrapping door centrale banken.
Vooral grondstoffenexporteurs als Brazilië, Mexico en Zuid-Afrika zijn getroffen door stijgende inflatie en zullen te maken krijgen met een aanzienlijke verkrapping van het monetaire beleid. “Dit zal zwaar wegen op aandelenwaarderingen,” aldus Podkaminer.
Hij merkt daarbij op dat de inflatiedruk in ontwikkelde markten hoogstens heeft geleid tot een afbouw van kwantitatieve versoepeling in plaats van renteverhogingen. Veel ontwikkelde markten zijn behoorlijk geduldig in het licht van de hogere inflatie.
“Wij vinden dat de monetaire verkrapping in opkomende markten krachtiger is dan hun tegenhangers in ontwikkelde markten,” aldus Podkaminer.