Bedankt, trouwe aandeelhouders
Beleggers die het afgelopen jaar in de dividendstrategie van Jorik van den Bos bleven geloven, zijn dit jaar beloond.
Graag wil ik iedereen bedanken die in ons fonds is blijven geloven en daaraan trouw is gebleven. Het eerste kwartaal van 2020 was een drama. In een paar weken tijd verloor het fonds 30% van zijn waarde. Een ongehoorde daling. Het heeft begrijpelijkerwijs geleid tot twijfel bij ons zelf, maar ook bij klanten over het beleggingsproces.
Om deze twijfel te lijf te gaan, hebben we de fondsportefeuille nog eens streng doorgelicht. Uit die analyse bleek dat we echt de goede bedrijven in de portefeuille hadden. Wel hebben we toen besloten om minder rigide met de dividendgrens van 3% om te gaan. Hadden we aan deze dividendmaatstaf vastgehouden, dan zouden we een groot deel van de portefeuille hebben moeten verkopen. Ik ben blij dat dit niet is gebeurd. Onze klanten hebben we gevraagd geduld te hebben.
Hun vertrouwen is beloond. Tussen eind maart 2020 en nu is de waarde van het fonds met 47% toegenomen. Volhouden bleek opnieuw de beste strategie. Massaal gaan verkopen na een correctie is zelden een goed idee. Dat je tijdens een scheerbeurt het beste stil kan blijven zitten, is een beurswijsheid die niet uit de lucht is komen vallen.
"Volhouden bleek opnieuw de beste strategie"
Van defensief naar cyclisch
Dit jaar gaat het global fonds als een raket. Per 15 maart bedraagt het totaalrendement 14%. Veel beter dan welke index dan ook. Dat is deels te danken aan de wederopstanding van een aantal sectoren, die vorig jaar de klap hebben gehad, zoals banken en energiebedrijven. Dat herstel begon in het vierde kwartaal van 2020 en zet voorlopig door. De aankondiging van een goed werkend vaccin in november was de grote trigger. Er scheen weer licht aan het einde van de spreekwoordelijke tunnel.
Voor beleggers was het teruggekeerde optimisme reden om hard afgestrafte cyclische aandelen te kopen. Het verschil tussen goedkope en dure bedrijven was extreem geworden. Inmiddels is het waarderingsverschil minder groot, maar dure bedrijven worden nog altijd verhandeld met een dikke premie, terwijl de goedkope aandelen koersen met korting. Volgens mij onterecht, want juist de vooruitzichten van goedkope bedrijven zijn sterk verbeterd. Op de dure bedrijven – ik noem bijvoorbeeld Tesla – zijn inmiddels de eerste krasjes verschenen.
Een trigger voor verder oplopende koersen van dividendaandelen kan een toekomstige aanpassing van de momentumstrategie zijn. Zo is een aantal momentum-ETF’s belegd volgens de twaalf maanden min één regel. Op basis daarvan klapt het hele momentumverhaal eind maart om. De defensieve sectoren zullen dan plaatsmaken voor de meer cyclische sectoren. Daar gaat een zelfversterkend effect vanuit.
Meer ruimte voor flexibiliteit
Ook een zogenoemde commodity supercycle zou een positieve driver voor het fonds zijn. In de afgelopen jaren hebben grondstoffenbedrijven weinig geïnvesteerd. Bij een sterke toename van de vraag zal dat onherroepelijk leiden tot hogere prijzen. Niet dat we helemaal mee zullen gaan in zo’n supercycle. Voor een fonds dat voor een belangrijk deel drijft op waardering komen bubbels nooit goed uit. Als zaken te veel worden opgeblazen, zullen wij onherroepelijk afscheid moeten nemen.
Ik maak me in elk geval niet al te veel zorgen over de nadelige beleggingseffecten van oplopende inflatie. Sterker, in zo een omgeving presteren bedrijven, die het dividend laten groeien, beter dan de markt, zo wijst de geschiedenis uit. Het verklaart mede waarom wij in het beleggingsproces iets meer nadruk willen leggen op dividendgroei.
Als we iets van 2020 hebben geleerd, dan is het wel dat een duidelijk beleggingsproces voor discipline zorgt, maar ook beperkend kan werken. Daarom willen we meer flexibiliteit inbouwen, te beginnen met extra aandacht voor dividendgroei.