TIPS van Tak Juist als de inflatie stijgt kunnen obligatiebeleggers goed geld verdienen. Marcel Tak legt uit. 31 augustus 2016 10:00 • Door Marcel Tak Europese staatsobligaties zijn in mijn ogen dé te mijden beleggingscategorie, een echte no go area. Ik peins er niet over om mijn geld voor 10 volle jaren aan de Nederlandse staat uit te lenen tegen een "rentevergoeding" van 0%. Als belegger steven je willens en wetens af op een flink negatief resultaat als je dit zerorendement verrekent met de vermogensheffing van 1,2% per jaar. Dan heb ik het nog niet over de toekomstige inflatie, die de koopkracht van het geld verder kan uithollen. Over die inflatie wil ik het juist wél hebben, naar aanleiding van een berichtje op IEXProfs. In het betreffende artikel wordt aangegeven dat beleggers de toekomstige inflatie (in de VS) veel te laag inschatten. Dat maakt Amerikaanse inflatie gerelateerde obligaties (TIPS= Treasury Inflation Protected Securities) erg goedkoop. Volgens Erik Knutzen van Neuberger Berman zijn gewone Amerikaanse obligaties juist te duur vanwege de grote vraag van beleggers, uitgelokt door het ultraruime monetaire van centrale banken. Collega Christopher Mahon, fondsbeheerder bij Barings meent dat Amerikaanse inflatiegerelateerde obligaties de meest aantrekkelijke overheidsobligaties zijn die worden verhandeld. Rekenexercitie Laat ik eens kijken of ik het met de conclusies eens ben. In het artikel wordt de lezer niet overspoeld met cijfers die het betoog van de beide heren staven, dus ik ga zelf aan het rekenen. Eerst iets over het rendement op reguliere Amerikaanse staatsobligaties. Treasuries met een looptijd van 10 jaar renderen nu 1,57%. Niet veel, maar heel wat beter dan de zero rendementen die gelden voor de sterkere EU landen als Duitsland en Nederland. Natuurlijk heeft de eurobelegger, als het om dollarobligaties gaat, te maken met een valutarisico. De Amerikaanse munt is de afgelopen weken verzwakt naar een niveau van 1,12 per euro. Misschien dat een hernieuwde stijging van de dollar enige compensatie kan bieden voor de dreigende verliezen op obligaties als in de VS de rente stijgt. Extra vergoeding Maar goed, mogelijk dat inflatieobligaties het risico op een koersdaling, veroorzaakt door een rentestijging, ook al kunnen verminderen. De meest recent uitgegeven obligatie gekoppeld aan de toekomstige inflatieontwikkeling is de 10-jarige Treasury met een coupon van 0,25%. De actuele koers van deze obligatie is gelijk aan 99,81%. Dat betekent een effectief rendement van 0,27%. Dat is 1,30% minder dan een reguliere obligatie met vaste rentevergoeding. De inflatieobligatie geeft echter als extra vergoeding de opgetreden jaarlijkse inflatie. De inflatieobligatie rendeert over de gehele looptijd beter dan een vastrentende lening als de inflatie over de komende 10 jaar gemiddeld hoger uitvalt dan 1,30% per jaar. De actuele inflatie in de VS bedraagt 0,8%. Dat is niet zo gek ver verwijderd van de vereiste inflatie (1,30%) om breakeven te spelen. Realistisch scenario Stel nu een scenario waarin de rente in de VS geleidelijk wordt verhoogd, de economische groei aantrekt en daarmee ook de inflatie. Laat ik over twee jaar een renteniveau van 3,0% veronderstellen, een dollar van 1,05 per euro en een inflatie van 2,5%. De inflatieverwachtingen veronderstel ik gelijk aan de dan actuele van 2,5%. Het zijn geen wilde veronderstellingen, maar wel waarin ervan wordt uitgegaan dat het in de VS de komende jaren qua financieel-economische ontwikkeling niet slecht gaat. Wat zijn de gevolgen voor de vastrentende en inflatieobligaties in de VS? Inflatie-obligatie rendeert beter De reguliere 10-jaars obligatie heeft over twee jaar een resterende looptijd van 8 jaar. Bij een veronderstelde rente van 3,0% zal de koers van een dergelijke obligatie met circa 10% dalen. Met een renteontvangst van 3,14% (een tweetal coupons van 1,57%) en een winst van 6,7% op de gestegen dollar, is het totaal resultaat een fractioneel negatief (-0,16%). De inflatieobligatie doet het veel beter, zeker voor de eurobelegger. Als het rendement op vaste obligaties over twee jaar gelijk is aan 3,0%, en de inflatieverwachtingen 2,5% bedragen, zal het effectieve rendement op een inflatieobligatie gelijk zijn aan 0,5%. Vanaf het actuele rendement van 0,27% betekent dit slechts een beperkte koersdaling van de inflatiegerelateerde obligatie met nog geen 2%. De belegger in deze obligatie heeft twee keer een coupon van 0,25% ontvangen. Daarnaast is de waarde van de inflatiegerelateerde obligatie gestegen met de feitelijk inflatie over de afgelopen twee jaar. Als deze inflatie gemiddeld 1,5% heeft bedragen, staat tegen het verlies door de rentestijging van 2% een winst door feitelijk opgetreden inflatie en coupon van 3,5%. In totaal resulteert een winst van 1,5% (3,5% minus 2,0% koersverlies). Tel daarbij de winst op de dollarstijging van 6,7% en het totaalrendement is gelijk aan 8,2%. Advies Beslist niet slecht voor een obligatiebelegging in de huidige tijd. Ik ben het derhalve eens met de constatering dat de inflatieobligatie, in ieder geval in de VS, aantrekkelijk kan zijn. Natuurlijk moet uw visie dan wel enigszins in de buurt liggen van het veronderstelde scenario. Beleggers die interesse hebben in inflatiegerelateerde obligaties kunnen kiezen voor een ETF, zoals de iShares TIPS Bond ETF. De ETF volgt de Barclays U.S. Treasury Inflation Protected Securities (TIPS) Index (Series-L). In deze index zijn 40 van dergelijke inflatieobligaties opgenomen met korte looptijden, maar ook met een zeer lange, tot aflossing in 2044 aan toe. De gemiddelde looptijd van de obligaties in de index is gelijk aan 8,76 jaar. Mede door de wat kortere looptijd is het gemiddeld rendement met 0,07% wat lager dan de 0,27% voor de 10 jaar TIPS. De kosten van de ETF bedragen 0,20% op jaarbasis. Het afgelopen 12 maanden was de achterstand van de ETF op de index zelfs iets geringer, namelijk 0,17%. Op zichzelf is dat een mooi laag percentage. Maar mijn TIP is, indien u interesse heeft in inflatiegerelateerde obligaties, om zelf één of twee van deze obligaties te kopen. Voor debiteurenspreiding heeft u de ETF niet nodig en als de looptijd van uw zelf aangeschafte obligaties in de buurt van die van de index ligt, zal het rendement op termijn niet zoveel afwijken. U spaart in ieder geval de kosten van de ETF, hoe laag ook, uit. Zeker voor obligatiebeleggers geldt dat alle kleine beetjes helpen. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.