Edin Mujagic is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer en is gespecialiseerd in (de gevolgen van) het beleid van de centrale banken. Hij heeft verschillende boeken op zijn naam staan, waaronder "Geldmoord: hoe de centrale banken ons geld vernietigen" en "Boeiend en geboeid: een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816". Hij studeerde monetaire economie aan de Universiteit van Tilburg.

Column

Het draait allemaal om de V

En dan heeft Edin Mujagic het niet over de vorm van het economisch herstel. Nee, de V van de omloopsnelheid van het geld. Geld rolt niet, waardoor er dus ook weinig tot geen inflatie is.

Er zijn twee zaken die centrale bankiers en economen bezig houden: 

  1. Waarom heeft het zeer ruime monetaire beleid wereldwijd sinds 2008 geen hoge(re) inflatie opgeleverd?
  2. Waarom is inflatie zelfs gedaald sindsdien? 

Teveel geld om omloop leidt vroeg of laat toch tot hoge(re) inflatie omdat, zoals de Amerikaanse econoom Milton Friedman zo mooi omschreef; "te veel geld achter te weinig goederen aanholt."

Geldontwaarding is een monetair fenomeen. Hieruit blijkt meteen ook hoe belangrijk het inflatievraagstuk is, want als inflatie niet meer een monetair fenomeen is, dan is dat een alles veranderende gebeurtenis.

Trage groei

Geen econoom die de vergelijking MV = PT niet kent. De P staat daarin voor het prijsniveau en T voor het aantal transacties. Samen vormen die twee de nominale economische.

M is de geldhoeveelheid en V staat voor de omloopsnelheid van geld. De omloopsnelheid is het aantal keren dat een bankbiljet van eigenaar wisselt in een jaar. Hoe vaker dat gebeurt, hoe meer transacties en dus hoe hoger de economische groei. Maar niet alleen de groei stijgt, maar ook de inflatie.

De economische groeitrend verandert langzaam. Grote uitvindingen en technologische vooruitgang zorgen daar bijvoorbeeld voor. Maar zeer traag dus. 

Monetair fenomeen

Vandaar dat economen aannemen dat T in deze vergelijking, constant is. Dezelfde aanname wordt gedaan voor de omloopsnelheid van het geld, omdat betalingssystemen historisch gezien ook langzaam veranderen.

Ik kan dus in principe de V en de T tegen elkaar wegstrepen, waardoor M = P overblijft.  Dus dat, in termen van veranderingen, een wijziging van de geldhoeveelheid de inflatie verandert, waardoor inflatie inderdaad een monetair fenomeen is.

Aangezien centrale banken een belangrijke rol hebben in het bepalen van de totale geldhoeveelheid, houden zij daarmee de facto de inflatieteugels in handen.

Storing bij de V

Sinds centrale banken vanaf 2008 de rentes hebben gekortwiekt en op grote schaal staats- en bedrijfsobligaties opkopen, is de geldhoeveelheid enorm toegenomen.

Toch is de inflatie niet gestegen, maar zelfs gedaald! Het betekent echter niet dat MV = PT niet meer opgaat. Om de twee vragen van het begin van het artikel te beantwoorden, kijk ik naar die aannames die mij in staat stelden de V en de T weg te strepen.

De economie is een mammoettanker; van koers veranderen gaat niet zomaar en zeker niet snel. Dus de T uit MV = PT kan wegblijven. Hoe zit het met V, de omloopsnelheid van het geld? Een blik op de grafiek leert dat daar de storing zit.

Hele lage omloopsnelheid

De omloopsnelheid is al een lange tijd niet stabiel, maar dalend. Medio jaren 90 is een daling ingezet, sinds 2010 is die daling versneld en dit jaar is er sprake van een heuse vrije val. De omloopsnelheid is sinds de jaren 50 niet zo laag geweest in de VS.

Dat betekent niet alleen dat geld te weinig rolt, wat het inflatiegedrag van het afgelopen decennium verklaart, maar ook dat monetair beleid weinig effect heeft. Immers, als geld te weinig rolt, betekent dat ook dat economische groei nauwelijks reageert op monetaire prikkels.

Dit moet dé les voor centrale bankiers zijn. Zeker nu ze allerlei gesprekken met de buitenwereld aangaan, hun strategieën doorlichten en proberen zaken die weinig met monetair beleid te maken hebben, in hun strategie te verweven.

Remt groei af

We hebben straks een vaccin tegen corona. Wat nu nodig is, is een vaccin tegen impotentie van centrale banken. Een ding daarbij is zeker: doorgaan op de weg die ze zijn ingeslagen, is niet alleen niet effectief, maar contraproductief en gevaarlijk.

Het verhoogt de kwetsbaarheid omdat er steeds minder tegenslag nodig is om voor financiële instabiliteit te zorgen. Het creëert zeepbellen die vroeg of laat leeg zullen lopen. 

Het zorgt voor perverse prikkels bij politici en remt de economische groei in de toekomst af, bijvoorbeeld door creatie van zombie-bedrijven.

Ander beleid

Om het in voor de centrale banken klimaattaal uit te drukken: de voetafdruk van de centrale banken dreigt het economisch en financieel klimaat te verergeren.

De (om)Sloopsnelheid van het te veel aan geld kan in de toekomst behoorlijk zijn. Volgende week een vervolg hierop;  over de vraag welk beleid centrale banken moeten voeren om groei en inflatie wél aan te jagen.


Edin Mujagic is hoofdeconoom van OHV Vermogensbeheer en is gespecialiseerd in (de gevolgen van) het beleid van de centrale banken. Hij heeft verschillende boeken op zijn naam staan, waaronder "Geldmoord: hoe de centrale banken ons geld vernietigen" en "Boeiend en geboeid: een monetaire geschiedenis van Nederland sinds 1814/1816". Hij studeerde monetaire economie aan de Universiteit van Tilburg. Hij schrijft op persoonlijke titel. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Impact beleggen