Open brief: Rentehorror Risicomijdende beleggers zijn veel minder goed voorbereid op tegenvallende ontwikkelingen, zoals fors oplopende rente. 6 mei 2013 08:30 • Door Marcel Tak Beste adviseur, Een paar jaar geleden nam ik de vrijheid u een open brief te sturen met als onderwerp de kwaliteit van de adviseur. Eén van mijn aanbevelingen was toen alle aandacht te geven aan het risicobeheer. Want rendement is slechts een collatoral profit van het beleggingsbeleid. In deze tweede open brief wil ik het met u hebben over een concrete situatie ten aanzien van het risicobeheer, namelijk het obligatiedeel van de beleggingsportefeuille. Zoals u weet is dit het risicomijdende deel van de portefeuille. Ik maak me echter zorgen over het werkelijke risicomijdende gehalte. Het zal mij niet verbazen als de komende jaren, eerder vroeger dan later, de rente gaat stijgen. En niet zo'n beetje ook. Als deze gedachte bewaarheid wordt, zal dat met name de beleggers treffen met het laagste risicoprofiel. Beleggers met een hoge risicotolerantie zitten voor een groot deel in aandelen of andere zakelijke waarden. Als de prestaties op de aandelenmarkten haperen of de koersen zelfs flink terugvallen, geen zeldzame ontwikkeling de afgelopen jaren, weten deze beleggers waar ze aan toe zijn. Of behoren dat in ieder geval te weten. Maar risicomijdende beleggers zijn veel minder goed voorbereid op tegenvallende ontwikkelingen. Laat staan op een situatie dat ze tegen een fors verlies aanlopen. Ze zijn wél gewend lage rendementen voor lief te nemen. Dat is immers de prijs voor veiligheid. En die lage rendementen zijn er. Rentetij kan kerenMomenteel is de tienjarige rente op Nederlandse staatsleningen ongeveer 1,8%. Vervolgens staat de belastingdienst op de stoep die daarvan, op een vrijstelling na, 1,2% incasseert. Daar bovenop is er inflatie die momenteel tegen de 3% loopt. Hierdoor is er feitelijk sprake van een negatief reëel rendement van 2,4%. Dan heb ik het nog niet eens over de beheer- of advieskosten die u de klant rekent. Tot nu toe heeft de zeer lage rente zich nog niet als een pijnpunt in de beleggingsportefeuilles gemanifesteerd. De afgelopen jaren is de rente namelijk steeds verder gedaald, waardoor beleggers (en hun adviseurs?) mogelijk in slaap zijn gesust. De afgelopen vijf jaar hebben staatsobligaties van eurolanden circa 7% op jaarbasis opgeleverd. Dat was een combinatie van de couponrente en de fraaie koersstijgingen van de obligaties. Prachtig natuurlijk, maar wat gebeurt er als het rentetij keert en de obligatiekoersen in een duikvlucht geraken? Ook, of misschien wel juist de staatsleningen van de meeste veilige landen als Nederland en Duitsland. Laten we een voorbeeld ter hand nemen. Stel de portefeuille van een risicomijdende belegger bestaat voor 20% uit aandelen en voor 80% uit obligaties. Natuurlijk zal er, als het goed is, een diversiteit aan obligaties zijn geselecteerd. Maar als het werkelijk om een risicomijdende belegger gaat zullen de meeste obligaties toch van kwalitatief goede debiteuren zijn, zowel van overheden als van bedrijven. Laten we aannemen dat de gemiddelde looptijd acht jaar is, en het gemiddelde effectieve rendement op deze obligaties 2% bedraagt. Stel er is inderdaad een obligatiebubbel die op niet al te lange termijn leegloopt. Waar kan de rente dan naartoe? Niet onrealistischDat is lastig in te schatten en subjectief, maar wel noodzakelijk om de gevolgen voor de defensieve beleggingsportefeuille te bereken. Een gemiddelde rente van 4% vind ik geen overdreven pessimistisch scenario. In mijn tijd bij het Agentschap van Financiën waren we verbaasd te kunnen lenen tegen een toen als laag beoordeelde rente van 6%. Dat was in 1987, en we leefden toen in een wereld(economie) die net uit het dal was gekropen. Is een rente van 4% dan echt irrealistisch? Ik denk dat het nog aan de voorzichtige kant is. Wat zijn de gevolgen als de rente het komende jaar met 2% stijgt? Een obligatie die aan de gemiddelde voorwaarden zoals aangegeven voldoet (8 jaar, 2% rente) zal bij een rentestijging naar 4% met 12% in koers dalen. In combinatie met de coupon van 2% resteert een verlies van 10%. En dan brengen wederom de belastingdienst, de inflatie en uw eigen kosten het resultaat verder omlaag! Laten ik eens twee staatsobligaties in detail bekijken. De 7,5% staatslening 1993 tot 2023 met een coupon van 7,5% noteert nu 151,50. Da is een rendement van 1,75%. Stel de rente stijgt (voor deze obligatie) naar 4%. Dat betekent dat de koers van deze lening terugvalt naar 125,5. Het koersverlies bedraagt ruim 17%. De coupon van 7,5% weegt daar natuurlijk niet tegenop. Geen horrorverhalenNog schrijnender zijn de gevolgen van een rentestijging voor de 3,75% staatsobligatie met aflossing in 2042. De actuele koers is 124,5% wat een effectief rendement van 2,5% betekent. Als de rente naar 4% stijgt (slechts 1,5% hoger!), dan daalt de koers naar 96. Zou de rente oplopen naar 5%, dan zakt de koers verder naar 81. Dat is een koersdaling vanaf het huidige niveau met 35%! De coupon van 3,75% betekent dat een netto verlies van 30% resteert. Op een veilige staatsobligatie! Hoe nu als adviseur met deze situatie om te gaan? Ten eerste is informatie aan uw cliënt van groot belang. Natuurlijk hoeft u geen horrorverhalen te houden, maar ik zou als klant blij zijn als mijn adviseur vooraf de consequenties voor de portefeuille laat zien van een sterke rentestijging. De tweede actie is om op grond van deze rentescenario's te beslissen wat te doen. Als u een tegengestelde visie heeft en denkt dat de rente laag blijft, is verdere actie niet nodig. Zolang uw klant maar weet wat de gevolgen zijn als de rente toch hard gaat stijgen. Maar als u, net als ik, denkt dat de rente inderdaad fors zal oplopen, dan zijn er veel alternatieven om echt risicomijdend te beleggen zonder desastreuze gevolgen in geval van een rentestijging. Een kortlopende lening bijvoorbeeld, of een lening met variabele rente kan een bijdrage leveren de rentegevoeligheid van de portefeuille sterk te verkleinen. Natuurlijk leveren deze leningen nu nauwelijks rendement op. Maar dat is de prijs van de zekerheid niet onderuit gehaald te worden op het risicomijdende deel van de portefeuille in geval van een forse rentestijging. Ik wens u veel succes met het beheer van dit moeilijkste onderdeel van de beleggingsportefeuille. Met vriendelijke groet, Marcel Tak Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.