Nieuws

Liever een profielfonds

Moderne multi-assetfondsen worden, in tegenstelling tot het buitenland, in Nederland amper verkocht. Wat is de reden?

Moderne multi-assetfondsen worden, in tegenstelling tot het buitenland, in Nederland amper verkocht. Wat de reden is? Het zijn er waarschijnlijk meerdere. Eigenzinnigheid, bijeffect van het provisieverbod, almacht van de grootbanken en onterechte strengheid van DNB worden onder meer genoemd.

Buitenlandse assetmanagers hebben in Nederland grote moeite om hun uitgekiende, hypermoderne, risicodempende, speciaal op maat gemaakte multi-assetfondsen aan de man te brengen. Particuliere beleggers kiezen liever voor traditionele mixfondsen van vaderlandse bodem.

Elke Nederlandse bank heeft deze profielfondsen wel in de aanbieding, oplopend van (zeer) defensief tot (zeer) offensief. Het zijn de belangrijkste beleggingsproducten die onze banken in hun schappen hebben liggen. Dat aanprijzen gaat zo: “Wilt u wel profiteren van de voordelen van beleggen? Maar ontbreekt het u aan kennis? Met Profielfonds Beleggen nemen onze experts u al het werk uit handen. En belegt u met het risico dat bij u past.”

U mag raden welke bank bij deze oproep hoort. Profielfondsen bestaan uit de bekende beleggingscategorieën aandelen en obligaties, al dan niet aangevuld met grondstoffen, vastgoed en cash. De assetmix bepaalt de rendementskansen en risico’s. Een hoog percentage aandelen is link, een hoog percentage obligaties veilig. De verhouding tussen de assets ligt vast, maar kan verschillen per bank.

Het bekendste Nederlandse mixfonds is op dit moment waarschijnlijk dat van Robeco: Robeco ONE. Vanwege de simpele naam en vooral vanwege de enorme stortvloed aan reclames, die over potentiële klanten wordt uitgestort.

Toegevoegde waarde

Feitelijk zijn de mixfondsen van de Nederlandse banken natuurlijk ook multi-assetfondsen, maar dan wel van het type 1.0, zoals Michel Vermeulen, algemeen directeur van Schroders Benelux, de Nederlandse profielfondsen gekscherend typeert. “In de traditionele vorm bestaat een multi-assetfonds uit de verschillende beleggingscategorieën, waardoor het risico gespreid zou zijn. Dat bleek niet te werken. Sterker, soms werden de risico’s op deze manier zelfs gestapeld. De nieuwe multi-assetvariant is unconstrained, dynamischer en heeft meer oog voor risico’s.”

Waarmee Vermeulen kernachtig het verschil tussen een mixfonds en een modern multi-assetfonds uitlegt. Schroders is een van de partijen die succes boekt met zijn multi-assetfondsen. In de fondsen zit nu in totaal 100 miljard euro. Dat was vijf jaar geleden nog 30 miljard. Het populairste multi-assetfonds is het Global Multi Asset Income Fund, dat jaarlijks een rendement van 7% wil behalen, waarvan het 5% uitkeert.

Dit fonds wordt goed verkocht. Overal, behalve in Nederland. Waarom? Volgens Vermeulen heeft het provisieverbod ermee te maken. “Door het provisieverbod moeten de Nederlandse banken zelf toegevoegde waarde leveren om fee te kunnen vragen. Daarom neigen zij ertoe eerder de eigen profielfondsen onder de aandacht van de eigen klanten te brengen.”

Nederlandse eigenzinnigheid

Olivia Mayell, managing director client portfolio bij JP Morgan Asset Management, heeft een andere verklaring voor de problemen die buitenlandse vermogensbeheerders hebben om hun multi-assetfondsen aan de man te brengen. “Jullie vermogensbeheerders denken het beter te kunnen. Zij stellen de portefeuille van hun klanten graag zelf samen, ook als hierdoor bepaalde markten ontoegankelijk blijven.”

De Nederlandse eigenzinnigheid voert ook Christian Hille, verantwoordelijk voor de multi-assetafdeling, van Deutsche AWM aan om de Nederlandse multi-assetachterstand te verklaren. Nederland is in Europa een uitzondering in de markt voor multi-assetoplossingen omdat een paar binnenlandse banken, die het grootste deel van de markt in handen hebben, liever hun eigen multi-assetoplossingen aanbieden. Dat maakt de kans voor outsiders kleiner om deze markt te betreden.”

Groot is het verschil met Italië, het walhalla van de internationale multi-assetindustrie. Toen de rentes hard begonnen te dalen, kozen de Italianen massaal voor inkomen belovende multi-assetproducten van buitenlandse makelij. Zonder provisieverbod en zonder de aanwezigheid van grote banken lag hen niets in de weg.

Toch is er voor de buitenlandse multi-assetmanagers geen reden om in Nederland te wanhopen. Met het verder teruglopen van het aantal fondsen groeien de kansen van de overblijvers. Ook dalende beurzen kunnen wonderen doen. Vermeulen: “Omdat de nieuwste multi-assetfondsen risk-based zijn, hebben zij weinig last van dalende markten. Dat kan de situatie op de Nederlandse markt doen kantelen.”

Te weinig moeite

Overigens is ook de Nederlandse institutionele sector nog niet overtuigd van de zegeningen van multi-assetfondsen. Eelco Ubbels van Alpha Research: “Uit een onderzoek van NN Investment Partners onder 226 institutionele beleggers wereldwijd blijkt dat meer dan de helft het uitbesteden van strategische en tactische beleggingsbeslissingen als een belangrijk voordeel ziet van multi-assetfondsen. Men verwacht een forse uitbreiding in het gebruik ervan in de komende jaren. Opvallend is dat de beleggingsprofessionals in Nederland tot nu toe niet staan te trappelen van enthousiasme.”

Johan Langerak, hoofd van Standard Life Investments in de Benelux, doet inderdaad niet al te veel moeite Nederlandse pensioenfondsen te interesseren voor het multi-assetvlaggenschip van Standard Life Investments: Global Absolute Return Strategy, ook wel bekend als GARS. Het fonds werd in 2006 gelanceerd om nota bene het pensioenfonds van moeder Standard Life weer op de rails te zetten. Dat lukte.

Langerak: “Inmiddels is het fonds in veel landen een populair instrument om pensioen in eigen beheer op te bouwen. Voor een pensioenfonds, maar ook voor een verzekeringsbedrijf, is het belangrijk om stabiel te presteren in schommelende markten.” GARS is unconstrained, kent geen benchmark, heeft een risico dat een derde is van reguliere aandelenbeleggingen. Van dit multi-assetproduct zijn drie varianten in omloop:

  • cash plus 3%
  • cash plus 5%
  • cash plus 7,5%

Extra buffer aub

Langeraks verklaring voor de onwil van de Nederlandse institutionele partijen om GARS in te zetten: “Het fonds valt volgens toezichthouder DNB in de categorie Alternatives, dus daarvoor moeten pensioenfondsen en verzekeraars een extra buffer aanhouden. Dat maakt het product moeilijk verkoopbaar en alleen geschikt voor de retailmarkt. Overigens gaat het daarmee prima, want in GARS zit inmiddels meer dan 63 miljard euro. Vooral vanuit family offices neemt de interesse sterk toe.”

Andere reden voor de impopulariteit van multi-asset bij de grote jongens is de volwassenheid van de Nederlandse pensioenmarkt. Net als bij de banken voelen de beleggers van pensioenfondsen er weinig voor om het beleggingsbeheer uit handen te geven. Vermeulen ziet de afzet van multi-assetproducten aan pensioenfondsen de komende jaren eerder dalen dan stijgen.

“Naarmate pensioenfondsen fuseren en groter worden, wat nu aan de hand is, wordt de kans alleen maar kleiner dat multi-assetfondsen van derden worden gekocht. Dergelijke grote partijen hebben de complexe capaciteiten zelf veelal in huis.”

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het Dossier Multi-Assetstrategieën in IEXProfs magazine nummer 29, 2015.


Rob Stallinga is financieel journalist. De informatie in zijn artikelen is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Lees meer

Impact beleggen