(Hef)bomen over risico Nog één keer: wat is er riskanter, Turbo's of Boosters? Daarvoor moeten we eerst goed definiëren wat risico is. 4 oktober 2012 16:00 • Door Marcel Tak Onlangs schreef ik over de Booster, het nieuwe hefboomproduct van RBS. Daarbij ging het onder andere over de vergelijking in risico ten opzichte van de Turbo. Niet iedereen was het eens met mijn conclusie dat een booster minder riskant is dan een turbo. Mijn argument is dat bij een turbo een vangnet aanwezig is, in de vorm van het verschil tussen financieringsniveau en stoploss. Als de turbo door de stoploss gaat wordt deze afgewikkeld. Het vangnet is doorgaans groot genoeg om nog enige restwaarde over te houden. De bank loopt bij afwikkeling van de turbo nauwelijks risico, wat wel het geval is bij de booster omdat er geen verschil is tussen financieringsniveau en stoploss. Zo kan de bank mogelijk flink verliezen op de afwikkeling van een booster. Daarom vraagt de bank, in tegenstelling tot bij een turbo, een risicopremie en hogere financieringskosten. De boosterbelegger geeft dus rendementsperspectief op (via betaling van de risicopremie en de hogere financieringskosten) in ruil voor minder risico. TegenargumentDe tegenstanders van deze redenering geven aan dat risico moet worden gedefinieerd als de kans waarop je de inleg kwijtraakt. Als je 1.000 euro investeert in een booster ben je, bij het raken van de stoploss de gehele inleg kwijt. Met de turbo houdt je (waarschijnlijk) wel een bedrag over. Dus is de booster riskanter, zo luidt de conclusie. Daar lijkt weinig tegen in te brengen. Het is een veel gebruikte redenering. Op deze wijze bezien is een calloptie natuurlijk ook riskanter dan een aandeel. Steek dezelfde hoeveelheid geld in beide instrumenten en de kans dat je alles verliest met een calloptie is veel groter dan met een aandeel. Het is eigenlijk een geheel ingeburgerde manier hoe tegen risico wordt aangekeken. Dat doet zelfs de Autoriteit Financiële Markten. Ook de toezichthouder ziet de kans dat een geïnvesteerd bedrag wordt verloren als bepalend voor de mate van risico. De AFM maakt daarbij mede gebruik van het begrip volatiliteit. Hoe beweeglijker een financieel instrument, hoe meer risico. Dat is terug te zien in de risicowijzer van de AFM Het is een soort snelheidsmeter, waarbij het risico van een belegging is vertaald in de mate van volatiliteit van het rendement. Ik vind dat op deze wijze het risico van een financieel instrument niet goed wordt beoordeeld. Wat in feite gebeurt, is dat risico wordt gerelateerd aan het gedrag van de belegger. Als je 1.000 euro in een optie (of ander volatiel (hefboom)instrument) investeert, is dat vanzelfsprekend riskanter dan 1.000 euro in een aandeel. Laagrisico-instrumentenIn mijn ogen is de correcte manier de aankoop van 100 aandelen te vergelijken met de aanschaf van één optie op datzelfde aandeel. Dan blijkt dat een optie veel minder riskant is dan deze aandelen. Als het aandeel in het meest extreme geval niets meer waard is, is de belegger zijn hele inleg kwijt. De optiebelegger verliest uitsluitend de betaalde premie. En zo moeten ook de booster en de turbo met elkaar vergeleken worden. Eén AEX Booster met stoploss 330 is, afgezien een paar complicerende zaken waarvan ik in de vergelijking even afzie, minder riskant dan één turbo met hetzelfde stoploss niveau. Dat wil niet zeggen dat hij uiteindelijk een beter rendement behaalt. Integendeel. Het is de vraag of de betaalde risicopremie en de hogere financieringskosten opwegen tegen het lagere risico. Afgeleide instrumenten als turbo’s, speeders, sprinters en opties zijn in wezen laagrisico-instrumenten. Ze hebben de naam een hoog risico te hebben door wat beleggers, of beter speculanten, vervolgens met deze instrumenten doen. Door grote hoeveelheden turbo’s, speeders, sprinters of opties aan te schaffen en zo een hefboom op het resultaat te creëren, worden grote risico’s genomen. Dat is natuurlijk ook het geval met de derivatenongelukken bij woningbouwcorporaties, scholen en het MKB. Onkunde of, misschien nog erger, een onbedwingbare behoefte te speculeren, heeft gezorgd voor verliezen. Niet het vermeende risico van het instrument zelf. Weet wat je kooptNu kun je eindeloos discussiëren over de wijze waarop het risico moet worden gedefinieerd. Er is uiteindelijk maar één echt risico, en dat is als de belegger de werking van het instrument niet precies begrijpt. Daarom houd ik zelf niet zo van communiceren via risicowijzers en krom lopende mannetjes die volgens een vooraf gedefinieerd risicobegrip de belegger in één oogopslag zouden moeten informeren. Als de belegger precies weet wat hij koopt en wat de financiële consequenties zijn onder verschillende scenario’s, is er veel gewonnen. Dan kan risico niet een onbeheersbaar vat op de belegger krijgen. En daar gaat het in beleggen toch maar om! Ondertussen gaat de uitgifte van nieuwe hefboominstrumenten door. ING introduceert zijn Best Sprinter, vergelijkbaar met de Best-producten van Citi en Commerzbank en natuurlijk de Booster van RBS. Binnenkort zal ik de verschillende hefboominstrumenten met elkaar vergelijken. Ik hoop dan ook iets te kunnen zeggen over de hoogte van de risicopremies, de financieringsrente en het effect daarvan op de resultaten. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.