Nieuws
Inflatie raakt aandelen harder dan hogere rente
Ben Carlson adviseert aandelenbeleggers vooral naar de inflatie te kijken. Mocht die terugzakken richting 2%, dan is dat veel belangrijker dan wat de rente dan doet.
Het is een vraag die momenteel bij vrijwel iedere belegger leeft. Valt er nog wel wat te verdienen op de aandelenmarkt als de rente stijgt? Om die vraag te beantwoorden duikt Ben Carlson in de geschiedenis en komt tot de conclusie dat de hoogte en richting van het inflatiepercentage belangrijker is dan de rentevoet.
Carlson ontkent zeker niet het belang van de rente. Dat een hogere rente leidt tot lagere waarderingen is theoretisch gezien volstrekt logisch. De theorie zegt immers dat de waarde van aandelen wordt bepaald door toekomstige cashflows contant te maken, en dat doe je met de discontovoet die bepaalt wordt door de korte rente.
Simpel gezegd: hoe hoger de rente, des te lager is de huidige waarde van een aandeel. Daar komt nog een substitutie-effect bij. Een hogere rente maakt obligaties immers aantrekkelijker.
Doemdenker Dalio
De bekende hedgefondsmanager Ray Dalio sprak eerder deze maand de verwachting uit dat een Amerikaanse rentestijging van 2,5% naar 4,5% moet leiden tot een daling van de S&P 500 met ongeveer 20%. Sindsdien is de rente verhoogd naar 3%-3,25% en de aandelenkoersen zijn inderdaad gedaald. Heeft Dalio gelijk?
"Op papier misschien wel, maar de beursgeschiedenis vertelt toch een ander verhaal", zegt Carlson.
Jaren vijftig
Hij heeft de naoorlogse periode bekeken vanaf midden jaren vijftig. Er begint dan een lange periode van stijgende rentestanden. Uiteraard wel met pieken en dalen. Toch deden aandelen het toen niet slecht.
Tussen 1954 en 1960 steeg de 3-maandsrente van 1% tot boven de 4%. Geen centje pijn voor de S&P, die gedurende dezelfde periode steeg met 21% per jaar.
Jaren zestig
In de jaren zestig verdubbelde de rente van ongeveer 4% naar 8%. Aandelen hadden daar opnieuw weinig last van. De koersgroei was niet meer zo spectaculair als in de tweede helft van de jaren vijftig, maar met 7,7% per jaar waren de beursrendementen ook niet slecht.
Jaren zeventig
Tenslotte komen we dan aan in de jaren zeventig. De rente schiet nog verder omhoog tot 12% aan het einde van dat decennium. De aandelenmarkt deed het weer iets minder goed met een rendement van ongeveer 5,9% per jaar. Maar het was nog wel positief.
Het grote probleem was alleen dat in de jaren zeventig de inflatie opliep tot grote hoogte. Carlson komt voor de VS uit op een gemiddelde van 7,1% per jaar, waardoor er in reële termen verlies werd geleden op de aandelenmarkt.
Inflatie is doorslaggevend voor rendement
Dat was volgens Carlson het grote verschil met de jaren vijftig en zestig toen de inflatie uitkwam op respectievelijk 2% en 2,3%. Carlson is ook nog verder teruggegaan in de tijd en komt telkens tot hetzelfde resultaat:
"The stock market has tended to perform poorly when inflation is higher"
Volgens hem is de bullmarkt sinds de jaren tachtig vooral te danken aan een lange periode van lage inflatie. Zijn beurszorgen zijn dan ook hoofdzakelijk gericht op de inflatie en niet op de rente. Ofwel, als de ECB en Fed de inflatie onder controle krijgen, kunnen aandelenbeleggers weer vrolijk vooruit kijken.