Nieuws
Welke active share?
Detlef Glow vraagt zich af of het meten van active share wel de manier is om actieve fondsen te identificeren.
In de discussie over de voor- en nadelen van beleggen in actieve fondsen en ETF's speelt de term active share een belangrijke rol. Active share is de mate waarin een fonds afwijkt van zijn benchmark. Simpel gezegd: hoe hoger de active share, hoe actiever het fonds. Actieve fondsen met een minimale active share, zitten zo dicht tegen de index aan, dat beleggers zich moeten afvragen waarom ze erin beleggen en niet voor een ETF kiezen.
Overigens zegt de active share niets over het uiteindelijke beleggingsresultaat. Ook fondsen met een hoge active share kunnen natuurlijk zwaar underperformen. En ook als een fonds met een hoge active share zijn benchmark verslaat, dan zegt dat niets over de (extra) risico's die de fondsmanager heeft genomen.
Ik vraag me af het meten van de active share wel de manier is om actieve fondsen te identificeren. Het is namelijk niet eenvoudig om de daadwerkelijke active share van een fonds te bepalen. Een aantal struikelblokken liggen in de weg. Hoe zit het met de kwaliteit van de data die worden gebruikt? Hoe worden de derivatenposties in een fonds gewogen? Wat doe je met fondsen die helemaal geen benchmark volgen? Het heeft immers weinig zin om een eigenzinnig aandelenfonds naast de MSCI World te leggen.
Wanneer is het meten van active share dan wel zinvol? Eigenlijk alleen om actieve fondsen te ontmaskeren die beleggers wel de kosten in rekening brengen van een actief fonds, maar net als een ETF een index nabootsen, de zogenoemde indexhuggers. Ik beschouw active share als een van de vele instrumenten, die beleggers kunnen inzetten om het selectieproces te optimaliseren. Meer dan dat is het niet.