De financiële markten lijken ervan uit te gaan dat de Goldilocks-economie terugkomt, zonder recessiegevaar en een inflatie die terugvalt naar het doel van 2%.
Analisten van J.P. Morgan AM vinden dat scenario te mooi om waar te zijn. Dat staat in de outlook voor de tweede helft van het jaar.
Economie robuust
Het goede nieuws is dat de economie het beter doet dan verwacht. Vooral de dienstensector blijft opmerkelijk robuust, terwijl de industrie wel heeft geleden onder een combinatie van een zwakkere vraag en stijgende kosten.
Een sterke arbeidsmarkt en de inhaalvraag van consumenten na de coronacrisis, lijken de druk van hogere inputkosten en hogere rentelasten te hebben gecompenseerd.
Waar de markten waarschijnlijk te optimistisch zijn, is de verwachting dat centrale banken spoedig in staat zullen zijn de rente te verlagen, omdat de inflatie dat toestaat.
J.P. Morgan AM denkt dat deze vlieger niet opgaat. De vermogensbeheerder gaat er vanuit dat de inflatie hardnekkig zal blijven en dat centrale banken daardoor geen speelruimte hebben. De kans op een globale recessie neemt daardoor toe.
Dubbel risico
Voor de markten betekent dat een dubbel risico. J.P. Morgan gaat het tweede halfjaar dan ook defensief in met een diverse portefeuille die bescherming biedt tegen zowel een recessie als hoge inflatie. Verder blijft de vermogensbeheerder uitgaan van een trend richting een wereld van schaarste in plaats van overvloed.
Een sector waar J.P. Morgan AM sceptisch over is, is de banksector. Na de problemen eerder dit jaar met een paar Amerikaanse banken en Credit Suisse hebben de banken zich sterk hersteld. De assetmanager vindt dat deels terecht omdat de banken beter gefinancierd zijn dan 15 jaar geleden tijdens de kredietcrisis, terwijl ook de controle vanuit toezichthouders beter is.
Maar dat sluit niet uit dat er banken in zwaar weer kunnen belanden door de hoge rente in combinatie met een recessie en meer slechte leningen. De rem op nieuwe kredietverlening is wat dat betreft een vingerwijzing.
De arbeidsmarkt
Een andere onzekerheid is de arbeidsmarkt. Als winsten onder druk komen te staan dan bezuinigen bedrijven vaak op investeringen en vervolgens op hun personeelskosten in een poging de marges te herstellen.
Dat is dan het begin van een vicieuze cirkel, waarbij hogere werkloosheid leidt tot een verdere uitholling van de vraag, de winst, enzovoort.
J.P. Morgan ziet al tekenen hiervoor, met bedrijven die investeringsplannen inslikken. Maar de werkgelegenheid is nog altijd stabiel. Dat duidt erop dat bedrijven bang zijn voor personeelstekorten.
Dilemma voor centrale banken
Voor centrale banken levert dat een dilemma op. Eigenlijk moet de rente omhoog om de arbeidsmarkt af te koelen en de inflatie te verlagen, maar daar staat een politiek gevoelig hogere werkloosheid tegenover.
J.P. Morgan gaat er in zijn basisscenario vanuit dat de inflatie in brede zin de komende maanden verder afneemt, maar dat de vooruitgang bij de kerninflatie stokt. Vooral de inflatie in de dienstensector blijft lastig uit te roeien zonder hardere maatregelen van centrale banken.
De vermogensbeheerder is daartegen optimistisch over de energievoorziening in Europa.
Het kan natuurlijk zijn dat de komende winter harder wordt dan de laatste. Maar gezien de hoge voorraden lijken de Europese landen daar op voorbereid. Een nieuwe energiecrisis wordt daarom niet verwacht.
China
Met betrekking tot Chinese aandelen is J.P. Morgan in dubio. Tot nu toe valt het groeiherstel tegen na het afschaffen van de coronamaatregelen. Toch vinden de analisten het te vroeg om de op een na grootste economie ter wereld voor de rest van het jaar af te schrijven.
De overheid heeft nog veel mogelijkheden om de economie te stimuleren. Bovendien heeft China niet de inflatie zoals wij die kennen uit Nederland. Dat geeft de Chinese centrale bank bewegingsruimte voor een lagere rente.