De uittocht uit smart bèta-ETF's kan beginnen De resultaten van factor-ETF's vallen dit jaar flink tegen. Het is het begin van het einde, schrijft Ben Lavine in een column voor ETF.com. 21 november 2019 09:00 • Door IEXProfs Redactie De trend van actief naar passief beleggen is al een tijdje gaande. Nieuw is dat het meest actieve deel binnen ETF-beleggen steeds meer terrein verliest. Ben Lavine, CIO van 3D Asset Management, spreekt op ETF.com zelfs van de dood van factorbeleggen, hoewel hij er gelijk achteraan zegt dat dit misschien een beetje te dramatisch is. Dat het niet goed gaat met factor-ETF’s blijkt uit de resultaten, zoals berekend door Bloomberg. Bijna alle factoren die bij het beleggen gebruikt kunnen worden, zoals momentum, value, small caps, dividendrendement en volatiliteit blijven achter bij klassieke ETF’s die zijn samengesteld op basis van de marktwaarde van aandelen. Lavine denkt dat beleggers reageren met een uittocht uit factor-ETF’s. Momentum werkt niet meer mee De meeste pijn veroorzaakte volgens Lavine de slechte performance van momentum in september, omdat dit de factor is waar beleggers de laatste 20 jaar het meeste succes mee hebben gehad, maar waar sinds 2017 de klad in zit. Het eerste deel van 2019 was nog heel aardig, maar september heeft dat verpest. Volgens Lavine is de kans groot dat de underperformance van factoren doorzet zodra beleggers draaien van factor-ETF’s naar marketcap-ETF’s. Dat zorgt immers voor een rotatie-effect. Een klein lichtpuntje is er ook, zegt Lavine. Misschien zorgt 2019 ervoor dat alle beleggers met zwakke zenuwen het smart bèta-speelveld verlaten. Als dat gebeurt kan de natuurlijke premie voor smart bèta zich herstellen en wordt het voor de echte liefhebbers weer aantrekkelijk. De Redactie van IEXProfs bestaat uit verschillende journalisten. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. . Deel via:
Assetallocatie 05 dec Institutionele beleggers hebben voor 2025 duidelijke voorkeuren Ondanks dalende inflatie, lagere rentetarieven en afnemende recessievrees hebben institutionele beleggers over 2025 hun zorgen, zo blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van Natixis IM onder 500 institutionele beleggers wereldwijd. Zij zetten met name sterk in op private beleggingen en aandelen uit de opkomende markten.
Assetallocatie 04 dec Doet u mij maar Amerikaanse aandelen en Europese obligaties Roelof Salomons, de nieuwe hoofd beleggingsstrategie van BlackRock Nederland, heeft in zijn outlook voor 2025 duidelijke voorkeuren. De beste kansen voor aandelen liggen in de VS. Voor obligaties ziet hij het meest in Europese bedrijfsobligaties, kredietwaardig en minder kredietwaardig.
Assetallocatie 03 dec De toegevoegde waarde van landbouwgrondstoffen De prijzen van landbouwgrondstoffen hebben historisch gezien weinig correlatie met traditionele beleggingscategorieën zoals aandelen en obligaties, maar ook met andere grondstoffen zoals energie en metalen. Inflatiebescherming is een ander belangrijk voordeel van beleggen in landbouwgrondstoffen, stelt grondstoffenspecialist Benoît Harger van private bank J. Safra Sarasin.
Assetallocatie 28 nov In een wereld vol anomalieën is Amundi optimistisch Amundi is in zijn outlook 2025 positief over aandelen, obligaties en de wereldeconomie. Vooral Azië biedt kansen. Het risico zit hem in een aantal anomalieën dat de markten op hol kan brengen
Assetallocatie 26 nov Tegenvallende winsten vergroten zorgen Nu bijna alle bedrijfscijfers over het derde kwartaal zijn gepubliceerd is het volgens CIO Saira Malik van Nuveen duidelijk dat de verwachte outperformance is uitgebleven. "Dat roept kopzorgen op bij beleggers over mogelijk te hoge aandelenkoersen en bijkomende correcties."
Assetallocatie 25 nov “Ook in 2025 verwachten we het meeste van Amerikaanse aandelen” Olivier de Berranger, CEO en co-CIO van de Franse vermogensbeheerder LFDE, geeft zijn kijk op 2025. Heel kort: Amerikaanse aandelen, vooral de kleine, hebben meer opwaartse kracht dan Europese aandelen. Wat obligaties betreft, gaat de voorkeur uit naar kredietwaardige bedrijfsobligaties.