Tussen recessievrees en bubbelangst Het is nog te vroeg voor opkomende markten, maar verder ziet het er voor aandelen prima uit in 2015, denkt ING IM. 17 november 2014 14:30 • Door Peter van Kleef Ja, de wereldeconomie kent grote uitdagingen, waarvan het gros stamt uit de financiële crisis en een deel demografisch van aard is. Maar ondanks die beren links en rechts naast het pad, toont de wereldeconomie een duurzaam herstel. Sterker nog, volgens Valentijn van Nieuwenhuijzen, hoofdeconoom bij ING IM stond de wereldeconomie er sinds het uitbreken van de financiële crisis niet zo goed voor als nu. “De angst voor nieuwe bubbels door het beleid van centrale banken is in mijn ogen in veel gevallen overdreven. En wat vergrijzing betreft: de mensen die zich daar het meest druk om maken, maken zich ook druk over het banenverlies door robotisering.” Van Nieuwenhuijzen schildert geen tijdperk van hoge rendementen voor ogen, laat dat duidelijk zijn. Maar hij wijkt wel af van de hippe consensus onder economen dat de groei van de wereldeconomie nooit meer het tempo van voor de crisis haalt en dat we daar maar beter aan kunnen wennen. “Er zijn risico’s, ja. Er liggen ook kansen. We geloven dat het in elk geval verstandiger is om te beleggen dan je geld weg te zetten in depositio’s of te schuilen in cash.” Die risico’s ziet Van Nieuwenhuijzen vooral in opkomende markten. Daar zijn andere maatregelen nodig volgens de econoom, dan de maatregelen die de Grote Drie (VS, Europa en Japan) er weer bovenop helpen. “Ontwikkelde markten zijn gebaat bij een keynesiaanse aanpak (vraagondersteuning in de markt stimuleren), opkomende landen hebben baat bij een hayekiaanse insteek: forse hervormingen aan de aanbodkant van de economie. Bij ING IM kijken ze, ondanks de lage waardering, de kat nog even uit de boom voordat ze enthousiast worden. “We zien een zwak groeimomentum. Dat moet draaien voordat we positief worden. In Mexico zien we hele goede stappen, in India wordt voorzichtig een begin gemaakt met hervormingen, maar de verkiezingsuitslag in Brazilië was een stevige tegenvaller. En dat land trekt een grote wissel op opkomende markten.” En daarkomen volgens Van Nieuwenhuijzen nog “hoofdpijndossiers als Venezuela, Rusland en Argentinië” bij. Terug naar het optimisme voor 2015. Dat komt vooral omdat Van Nieuwenhuijzen in meer of mindere mate successen ziet in de crisisaanpak van de Grote Drie. Hij noemt de onconventionele maatregelen van met name de centrale banken “een monetair experiment dat we live meemaken” en waarvan de uitkomst niet te voorspellen valt. Maar duidelijk is wel dat de kar niet alleen met monetaire impulsen uit de modder te trekken is. De pijlenkoker van AbeVan Nieuwenhuijzen lijkt fan van het oorspronkelijke plan van de Japanse premier Abe, die koos voor een aanpak van drie pijlers: monetaire stimuli, budgetaire stimuli en structurele hervormingen. “Ook Draghi hintte in zijn speech in Jackson Hole op zo’n plan van aanpak. Jammer genoeg heeft Abe alleen met de monetaire pijl de roos geraakt. De budgetaire stimuli werdenm te snel weer teruggedraaid door een btw-verhoging en de structurele hervormingen zijn te zwak ingezet.” De suggestie dat QE op basis van de laatste groeicijfers in Japan (nieuwe recessie) als mislukt kan worden bestempeld, wijst Van Nieuwenhuijzen van de hand. “Je kunt het effect van QE niet isoleren van andere factoren. Maar het effect is het best meetbaar in de obligatiemarkt en de valutamarkt, en in de derde plaats de aandelenmarkt. “De yen is hard gedaald, aandelen hard gestegen en de obligatiemarkt is stabiel gebleven. Dat betekent dat de financiële conditie van Japan sterk is verbeterd.” Het echt goede nieuws voor de wereldeconomie is echter dat in alle drie de grote markten (VS, Europa en Japan) de arbeidsmarkt aantrekt en zelfs al twee jaar in een hoger tempo dan de economische groei rechtvaardigt. Daarnaast staan de bedrijven in deze continenten er goed voor en lijken ze na jaren dividend te hebben uitgekeerd of aandelen te hebben ingekocht, ze langzaamaan toch echt te gaan investeren, iets dat de economie een duw in de rug moet geven. Daarnaast lijken veel overheden de goedkope kapitaalmarkt te gaan gebruiken voor het investeren in infrastructuur. Natuurlijk hangt er nog een renteverhoging van de Federal Reserve boven de markt. Van Nieuwenhuijzen verwacht die in het derde kwartaal van 2015, “met het risico dat het eerder komt”, maar verwacht geen paniek, hooguit wat tijdelijk oplopende volatiliteit. “Een rente die in een paar jaar oploopt naar 1 tot 2%, is prima te verwerken. We verwachten niet dat een renteverhoging de aandelenmarkt op de langere termijn lager zet. Wel zal het typische spreadproducten raken, zoals highyieldobligaties en emerging markets debt.” Nieuwe definitie van defensiefHoewel Van Nieuwenhuijzen zich niet neerlegt bij een tijdperk van benedengemiddelde groei, erkent hij wel dat de periode van 7% rendement op een gespreide portefeuille voorlopig voorbij zijn. “Hoewel veel Amerikaanse pensioenfondsen daar nog steeds mee rekenen en dat besef ook bij particulieren nog niet gedaald is. Maar als je een statische defensieve portefeuille hebt met 70% of meer in obligaties, dan mag je je handen dichtknijpen met 1% rendement de komende jaren. Met een 50-50 portefeuille kom je uit op misschien 3,5%.” Van Nieuwenhuijzen is niet bang voor een heuse sell off als het besef landt dat het weinig zin meer heeft om het gros van een (defensieve) portefeuille naar niet renderende staatsobligaties te alloceren. "Dat gaat niet met een schokgolf. Eerder als een langzaam groeiend besef, waardoor het meer zal lijken op een olietanker die van koers wijzigt." Maar toch, statische portefeuilles zijn, zeker voor defensieve profielen, dan ook niet de place to be, in de komende vijf tot tien jaar. Sterker nog, het wordt misschien wel tijd voor een nieuwe defenitie van defensief, want het is te simpel om een portfeuille met 70 of 90% obligaties defensief te noemen. “Het is inderdaad beter defensief te bepalen aan de hand van het totale risico van een portefeuille, niet aan een standaardverhouding tussen aandelen en obligaties. De defensieve profielen kunnen de komende stevig negatief rendement laten zien.” En dat kan nooit de bedoeling van defensief zijn. Peter van Kleef was tot en met 2014 hoofdredacteur van IEXProfs. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.