Waarom beleggen in familiebedrijven een goed idee is Familiebedrijven laten op langere termijn een betere groei en ook betere rendementen zien dan gemiddeld. 31 juli 2017 08:30 • Door Stan Westerterp Volgens the Economist zijn, gemeten naar omzet, ongeveer 20% van de bedrijven in de Fortune Global 500 familiebedrijven. Wat echter nog interessanter is; deze familiebedrijven hebben over een langere termijn een betere groei en ook betere rendementen laten zien dan gemiddeld. Dit was één van de redenen voor Euronext om in februari de Family Business Index (ENFAM) te lanceren. Deze index bestaat uit 90 familiebedrijven die op Euronext genoteerd zijn. Op de website van Euronext is te zien dat deze index tot nu toe beduidend beter presteert dan bijvoorbeeld de AEX of de CAC40. Of kijk bijvoorbeeld eens naar de Daxplus Family 30 Index, die in vijftien jaar tijd een totaalrendement van ruim 470% behaalde. Controlerend belang Familiebedrijven zijn wereldwijd actief en maken een belangrijk onderdeel uit van de mondiale economie. Giganten als Walmart, Volkswagen, L’Oréal en Samsung zijn enkele van de grootste beursgenoteerde familiebedrijven ter wereld, maar ook in Nederland zijn er bekende namen te vinden zoals Heineken, Sligro, HAL, Volker Wessels en Hunter Douglas. Onder familiebedrijven wordt hierbij verstaan beursgenoteerde bedrijven waarbij de familie betrokken is geweest bij de oprichting, nog steeds een controlerend belang heeft in de onderneming en de macht heeft om het management (CEO) te benoemen. Toch wordt er vanuit de markt niet al te vaak specifiek gekeken naar deze familiebedrijven als aparte beleggingscategorie. Er zijn wel enige initiatieven in fondsen en ETF's, maar het is lang niet zo populair als bijvoorbeeld (factor)beleggen op basis van value, growth, size, sector of regio. Het grootste probleem is waarschijnlijk dat u een echte langetermijnbelegger moet zijn om optimaal te profiteren van deze beleggingscategorie. Professionele vermogensbeheerders hebben vermoedelijk om commerciële redenen meestal niet zo’n lange tijdspanne voor ogen. De voor- en nadelen op een rij: De nadelen van familiebedrijven Nepotisme en agency kostenNepotisme is uiteraard het risico dat ontstaat door vriendjespolitiek omdat de familie de uitvoerende macht in handen wenst te houden. Direct hieraan gekoppeld zijn dan de agency kosten, die zich vaak moeilijk laten kwantificeren, maar wel degelijk van invloed zijn. Agency kosten ontstaan als het belang van de opdrachtgever (principaal of aandeelhouder) en opdrachtnemer (agent) niet synchroon lopen. In dit geval zou het management van het familiebedrijf andere belangen voor ogen kunnen hebben dan de belangen van de overige aandeelhouders. Volgens deelnemers aan de Benjamin Graham Value beleggingsconferentie die onlangs werd georganiseerd door de CFA Society New York kan dit een reëel probleem vormen en een belangrijke reden zijn waarom beleggers liever niet beleggen in familiebedrijven. U bent immers overgeleverd aan de wensen en eisen van de familie. OpvolgingsproblematiekAlhoewel een familiebedrijf dat al verschillende generaties meegaat waarschijnlijk een outperformance behaalt, toont onderzoek van PWC aan dat slechts 12% van de derde generatie familiebedrijven nog zitting neemt in het management. Nog belangrijker is echter dat maar 43% van de familiebedrijven een concrete opvolgingsstrategie en bijbehorend plan in werking heeft, waardoor beleggers twijfelen aan de lange termijn houdbaarheid van een familiebedrijf. Voordelen van failiebedrijven Geen tegenstrijdige belangenAlhoewel het gevaar van nepotisme op de loer ligt, zijn de belangen van het management en de aandeelhouders vaak veel beter in lijn bij familiebedrijven dan bij de gemiddelde onderneming. Beslissingen door het management worden vaak genomen met de belangen van de aandeelhouder in ogenschouw en dit moet dit dus leiden tot maximale shareholder value. Ook zullen er in slechte tijden minder snel impopulaire maatregelen voor aandeelhouders worden genomen bijvoorbeeld in de vorm van verwaterende (claim)emissies. Stabiliteit Hoewel familiebedrijven niet immuun zijn voor economische neergang blijkt in de praktijk wel dat ze beter in staat zijn om een crises te overleven. Op de website van Universiteit Nyenrode staat dat familiebedrijven door de eeuwen heen de dominante vorm van ondernemerschap in Nederland zijn. Ook in deze 21ste eeuw blijkt dat het belang van familiebedrijven moeilijk kan worden overschat. In Nederland zijn er minimaal 260.000 familiebedrijven die verantwoordelijk zijn voor ruim 49% van de werkgelegenheid en bijna 53% van het bbp. Het familiebedrijf dat de ruggengraat van de Nederlandse economie vormt, blijkt ook in tijden van economische teruggang een stabiele werkgever en een betrouwbare relatie. Daar staat echter wel tegenover dat ze in periodes van hoogconjunctuur kansen missen, minder snel profiteren en ook minder hard groeien. Langetermijnvisie Familiebedrijven hebben vaak minder last van de hete adem van externe aandeelhouders, waardoor de blik op de lange termijn is gericht in plaats van op de eerstvolgende kwartaalcijfers. Ze hebben vaak een duidelijke langetermijnvisie en executieplan en laten zich daarbij niet afleiden door de waan van de dag op de financiële markten. Ze hebben er immers alle belang bij dat hun bedrijf niet alleen morgen maar ook de volgende generaties nog bestaat. Daardoor worden er minder onnodige kortetermijnrisico’s genomen en blijft de focus veel scherper. Onderdeel daarvan is ook vaak het beschermen van de kracht en integriteit van de eigen merk- en familienaam. Er worden geen onnodige risicovolle overnames gedaan en ook boekhoudkundig blijken familiebedrijven vaak veel conservatiever met bijvoorbeeld het doen van afschrijvingen of het waarderen van belangen (met name immateriële vaste activa zoals goodwill). Voor meer informatie en een aardig filmpje: Cijfers over familiebedrijven. In de praktijk valt me bij het analyseren van bedrijven ook vaak op dat familiebedrijven over het algemeen een structureel hogere return on equity hebben over een langere periode gemeten en vaak een gezondere balans met minder schuld dan niet-familiebedrijven. Hierdoor zijn ze zeer interessant voor de echte langetermijnbeleggers die zich niet wensen te laten afleiden door speculatie en nieuws op de voorpagina’s. Stan Westerterp, CFA is vermogensbeheerder en managing partner bij JNVB en actief vertegenwoordiger van CFA Society Netherlands. De informatie in zijn artikelen is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 08:00 De succesvolle terugkeer van de 60/40-portefeuille Ewout van Schaick heeft samen met de rest van het multi-asset-oplossingen-team van Goldman Sachs AM grote verwachtingen van portefeuilles die bestaan uit 60% aandelen en 40% obligaties. Zowel voor aandelen als obligaties zijn de vooruitzichten zonnig. Mochten markten desondanks corrigeren, dan biedt de 60/40-portefeuille de spreidingsvoordelen om de klap te verzachten.
Assetallocatie 27 mrt Cash is meer king dan ooit In Europa kan een belegger dit jaar met een mix van cash en kortlopende leningen bruto tussen de 3% en 4% verdienen. Waarom dan nog risico's nemen met obligaties en aandelen, zo vraagt Alain Richier van Ostrum Asset Management zich af.
Assetallocatie 25 mrt Rabobank surft mee op recordgolf Rabobank heeft geen last van hoogtevrees. Aandelen blijven favoriet boven obligaties. De bank ziet zich gesteund door de hoge winstgroei en de historie: records komen immers zelden alleen.
Assetallocatie 21 mrt Geef uw portefeuille een boost! Yvo van der Pol, hoofd Benelux & Nordics bij PGIM Investments, is bijzonder gecharmeerd van de meer risicovolle obligaties, aandelen met sterke groeimogelijkheden en datacenters.
Assetallocatie 21 mrt U zoekt een sterk presterend mixfonds? Het is volgens Thomas de Fauw van Morningstar essentieel voor beleggers om de strategie, het proces en de beloften van fondsmanagers van mixfondsen te doorgronden.
Assetallocatie 20 mrt “Dit is een positief verhaal” Karen Ward, hoofd beleggingsstrategie EMEA bij JP Morgan AM, ziet dit jaar zonnig in, voor de Europese economie en voor Europese aandelen in het bijzonder. Ook China zou wel eens positief kunnen verrassen. Komen deze optimistische verwachtingen niet uit, dan houden obligaties en private beleggingen het portefeuillescheepje wel recht.