Nieuws

Hoe meet je beleggingssucces?

Benchmarks zijn van grote waarde voor beleggers. Tenminste, als ze aansluiten bij de doelstellingen op de lange termijn. Peter Lazaroff geeft zeven criteria waar een goede benchmark aan moet voldoen.

Veel beleggers hebben de neiging hun rendement constant bij te houden - per dag, maand of jaar. Of dat verstandig is, valt te betwijfelen, zegt Peter Lazaroff in zijn laatste beleggersblog.

Daarvoor zijn de resultaten op de korte termijn te volatiel. Het zegt bovendien weinig over of de doelen gehaald kunnen worden. Lazaroff geeft een aantal tips hoe het rendement slim in de gaten kan worden gehouden met behulp van beursgraadmeters en verschillende levensdoelen.

Een benchmark

Veel actieve fondsmanagers vinden het van belang om hun benchmark te verslaan, of het in ieder geval niet slechter te doen. Maar eigenlijk is dat volstrekt oninteressant.

Een goede benchmark levert namelijk een hoog genoeg rendement op om de langetermijndoelen te realiseren. Het CFA Institute heeft zeven componenten geïdentificeerd waaraan een goede benchmark moet voldoen.

1. Van tevoren vastgesteld

De eerste component van een goede benchmark is dat hij van tevoren wordt vastgesteld (en niet gedurende de beleggingsperiode wordt aangepast). De benchmark moet verder helder en vastomlijnd zijn. Voor een belegger die bijvoorbeeld als doel heeft in Amerikaanse largecaps te beleggen is de S&P 500-index waardevol.

2. Toepasselijk

Ten tweede moet de benchmark passen bij de persoonlijke strategie en beleggingsstijl. Dit is volgens Lazaroff waar de meeste beleggers vooruitgang kunnen boeken.

Zo is de S&P 500 voor de meeste beleggers geen goede benchmark omdat ze internationaal beleggen en niet alleen in aandelen. Toch gebruiken veel Amerikanen de S&P 500, wat een verkeerd beeld kan geven omdat Amerikaanse largecaps de laatste jaren hebben geoutperformed.

De Russell 3000 is al een betere graadmeter voor Amerikaanse beleggers. Nog beter is de MSCI All Country World Index waar large-, mid-en  smallcaps uit 23 ontwikkelde en 27 opkomende markten zitten. Voor somige beleggers moet het bovendien om een ESG-versie gaan.

3. Meetbaarheid

Het derde aspect van een goede benchmark is dat hij meetbaar, kwantificeerbaar en betrouwbaar is. Voorbeelden zijn onder andere indices van S&P, Russell, MSCI, FTSE, CRSP, Bloomberg Barclays, STOXX en Morningstar die zowel informatie bieden over koersen als het totale rendement, inclusief dividenden.

4. Ondubbelzinnig

Ten vierde mag een goede benchmark niet voor meerdere interpretaties vatbaar zijn. Dat betekent dat de benchmark duidelijk gedefinieerd moet zijn met specifieke criteria voor het opnemen en uitsluiten van effecten.

De Russell 2000 Index is bijvoorbeeld een benchmark echt alleen voor smallcap-aandelen in de VS en omvat de kleinste aandelen uit de Russell 3000.

5. Actuele beleggingsopvattingen

De vijfde component van een goede benchmark is dat deze een afspiegeling moet zijn van de actuele beleggingsopvattingen. Dit vindt Lazaroff de meest discutabele component van het CFA Institute, omdat het een beetje vaag is.

Als voorbeeld neemt hij de Russell 2000. Daarvan weet je dat het om bedrijven gaat met een marktkapitalisatie tussen 30 miljoen dollar en 2,8 miljard dollar en een hoofdnotering in de VS.

6. Verantwoording

De zesde component heeft te maken met de controleerbaarheid. Er is een sterke methodologie nodig voor de selectie van effecten die objectief is en herhaalbaar in de tijd. Dit zorgt ervoor dat de benchmark niet gemanipuleerd kan worden en dat hij over een langere tijdsspanne gebruikt kan worden. 

De Bloomberg Barclays US Aggregate Bond Index is bijvoorbeeld een benchmark voor Amerikaanse obligaties die een transparante en objectieve methode gebruikt om de prestaties van een breed scala aan hoogkwalitatieve vastrentende waarden te meten.

7. Belegbaar 

De laatste voorwaarde voor een goede benchmark is dat je erin kan beleggen tegen redelijke transactiekosten. Op die manier kunnen beleggers de prestaties van de benchmark nabootsen en de prestaties van hun portefeuille ermee vergelijken. De MSCI Emerging Markets-index is bijvoorbeeld een bruikbare benchmark voor de prestaties van aandelen uit opkomende markten.

Een benchmark voor een portefeuille moet worden samengesteld op basis van een of meer indices die aan deze criteria voldoen. Idealiter zijn de gebruikte benchmarks volledig in overeenstemming met de financiële doelstellingen op de lange termijn.

De functie van goede benchmarks is om verschillen op te merken met de portefeuille. Dat kan gaan om rendementen en risico’s. Hoe groter de verschillen, des te belangrijker is het om je af te vragen waarom dat zo is.

Levensdoelstellingen

Uiteindelijk draait het voor bijna iedereen om de doelstellingen op de lange termijn. Is het vermogen groot genoeg om een bepaalde levensstijl vol te houden na het pensioen? Is er voldoende geld voor de studie van de kinderen? Kan de hypotheek naar wens worden afgelost? Hoeveel wil iemand nalaten aan de kinderen?

Met een zogenoemde Monte Carlo-simulatie kunnen meerdere scenario’s worden doorgerekend voor bijvoorbeeld verschillende rentestanden, inflatie, pensioenleeftijd, economische groei en loonontwikkeling. Op die manier kunnen een heleboel verrassingen worden voorkomen.

De Redactie van IEXProfs bestaat uit verschillende journalisten. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Het is mogelijk dat redactieleden posities hebben in een of meer van de genoemde fondsen. Klik hier voor een overzicht van hun beleggingen.

Lees meer

Impact beleggen