Amerikaanse beleidsrente remt economie
"De Amerikaanse centrale bankzal komende woensdag de beleidsrente opnieuw optrekken. Voor de derde keer op rij met 75 basispunten. Links en rechts wordt zelfs verwacht dat er een vol procentpunt bij komt. Misschien, maar die kans lijkt ons klein. Zelfs met driekwart procentpunt komt de beleidsrente al boven de 3% uit. Wat hoger is dan de zogenaamde neutrale rente. Dat is het renteniveau dat de economie noch stimuleert, noch afremt. Of anders uitgedrukt: het renteniveau waarbij de economie netjes op z’n houdbare groeipad beweegt, met volledige tewerkstelling en stabiel prijsverloop. Die neutrale rente wordt voor de VS ingeschat op ongeveer 2,5%.
Door de rente boven het neutrale niveau te tillen, begint het Amerikaanse monetaire beleid écht remmende impact te hebben. Samen met de lagere olieprijs, de afnemende spanningen in aanvoerketens en de afbrokkelende inflatieverwachtingen bij consumenten, kan het restrictieve geldbeleid de komende maanden voor een verbetering van het Amerikaanse inflatieplaatje zorgen.
Luc Aben

Amerikaanse woningmarkt koelt af
Eén van de belangrijke bronnen voor relevante economische data is natuurlijk de woningmarkt. Hoewel huurprijzen nog méér dan verwacht bijdroegen aan het tegenvallend inflatierapport van augustus koelt de vastgoedmarkt wel degelijk af. Het aantal transacties daalt, verkoopprijzen verliezen momentum en het aantal bouwvergunningen en nieuwe werven nemen af. Geen wonder nu de 30-jarige hypotheekrente boven de 6% uitstijgt.
De komende dagen staan nieuwe data over het vertrouwen bij huizenbouwers, verkooptransacties en nieuwe bouwactiviteit op de agenda.
Aankoopmanagers blijven pessimistisch
Verder is het uitkijken naar de nieuwe inkoopmanagersindices (S&P Global PMI’s). In de eurozone dook de Manufacturing PMI, de inkoopmanagersindex voor de industrie, vanaf juli onder de kritische grens van 50, die groei van krimp onderscheidt. Zijn ‘collega’ uit de dienstensector hield beter stand, onder meer dankzij het toerisme. Maar uiteindelijk ging ook die kopje onder.
Voor de nieuwe indices van deze week is er weinig aanleiding om een verandering in het beeld te verwachten. Vanwege de bekende redenen: hoge energieprijzen en opgelopen rentes, onder meer als gevolg van een strengere Europese Centrale Bank (ECB).
Energieprijzen onzeker
Wat de energieprijzen betreft, ebt stilaan de hoop weg dat er vanuit politieke hoek snel structurele verlichting komt. Prijsplafonds of het belasten en herverdelen van overwinsten bij producenten klinken goed, maar zijn niet zo evident om te implementeren. Althans, niet op de korte termijn.
"Wat de energieprijzen betreft, ebt stilaan de hoop weg dat er vanuit politieke hoek snel structurele verlichting komt"
Hetzelfde geldt voor een herziening van de prijsvorming op de elektriciteitsmarkt, met een loskoppeling van de gasprijs. Een logische gedachte nu we steeds meer gebruik maken van hernieuwbare energie, maar een doordachte uitwerking én implementatie hebben tijd nodig.
Blijven over energiebesparing (by far de belangrijkste ingreep) en directe financiële ondersteuning van gezinnen en ondernemingen. Met directe consequenties voor de overheidsfinanciën. Idealiter is die steun gericht op de meest kwetsbaren. Maar waar de grens van ‘kwetsbaar’ gelegd moet worden, is de komende maanden grotendeels onduidelijk.
Ondertussen daalde de Europese gasprijs verder. Het TTF-referentiecontract, de maatgevende gasprijs voor Europa, ging de week uit op 187 euro/MWh. Bijna de helft onder de top van eind augustus, maar nog steeds negen maal zo hoog als ‘normaal’.
Moeilijke week aandelen
Aandelen hadden een moeilijke week achter de rug, vooral in de VS waar de brede S&P 500-index een daling van 4,8% noteerde. Beleggers kijken met argusogen naar de inflatie, waarbij hun inschattingen voor de Fed-rente stelselmatig worden opgetrokken.
Op obligatiemarkten uit zich dat vooral in de oplopende rente van kortlopend papier. Zo ging de Amerikaanse tweejaarsrente van 3,5% naar 3,9%. Aan het langere eind van de rentecurve was de beweging gematigder. Alsnog ging de Amerikaanse tienjaarsrente van 3,3% naar dik 3,45%. Waarmee de rentecurve invers blijft (korte rente is hoger dan de lange rente). Vaak is dat een signaal dat er een groeivertraging op komst is.
Vandaar zijn er weinig redenen om op dit moment, en ondanks het zwakke beursverloop sinds medio augustus, onze voorzichtige beleggingshouding tegenover aandelen te wijzigen."