De inflatoire druk is toegenomen en heeft zich verspreid door de economie heen. De economische groei was laag in de eerste drie maanden van dit jaar door de pandemie-gerelateerde oorzaken.
In de maanden die voor ons liggen, blijft de groei onder druk staan door de oorlog in Oekraïne, hoge inflatie en logistieke knelpunten. Bij dat laatste moet bijvoorbeeld worden gedacht aan nieuwe lock downs in grote Chinese steden.
De belangrijkste reden voor de hoge inflatie blijft te maken hebben met de hoge energieprijzen. De verwachting is dat die prijzen hoog blijven voorlopig en in een later stadium iets terugvallen.
Helicopterview
De kans dat de geldontwaarding op termijn hoger uitpakt dan verwacht, is groter geworden. De werkloosheid is met 6,8% historisch laag en de ECB verwacht dat de lonen, door de krapte op de arbeidsmarkt, in de toekomst sneller zullen stijgen.
Het bovenstaande is een helikopterview die Christine Lagarde gaf aan het begin van de persconferentie na afloop van de vergadering van het bestuur van de ECB gisteren.
Inflatie veel te hoog en blijft hoog, groei heeft het op korte termijn lastig maar komt later boven Jan en de werkloosheid is ongekend laag, waardoor vroeg of laat de lonen harder stijgen.
Niet zeker
Het is de vraag of, geconfronteerd met zo’n omgeving en scenario, het monetaire beleid in crisismodus moet blijven. Geen enkele student economie zou daarop ja zeggen. Dat is evenwel precies het antwoord van de ECB.
De bank heeft besloten de belangrijkste rentetarieven op 0 respectievelijk -0,5% te houden en tot diep in de herfst door te gaan met het opkopen van staats- en bedrijfsobligaties met als bedoeling er dan mee te stoppen maar zeker is dat niet.
Renteverhogingen blijven voorlopig in het domein van de monetaire science fiction wat de ECB betreft.
Nog ruimer
Die zullen ergens na het moment van stoppen met opkopen van obligaties zijn. Dat ‘ergens erna’ kan volgens Lagarde een week maar ook meerdere maanden duren.
We moeten niet vergeten dat de ECB het beleid nog ruimer kan maken! Ruimer!? Ja zeker, dat is hoe je de boodschap van de bank dat ‘de nettoaankopen krachtens het PEPP kunnen zo nodig worden hervat’ moet zien.
Onder welke omstandigheden dan? ‘Om negatieve schokken in verband met de pandemie te pareren’. U hoeft niet over al te veel fantasievermogen te beschikken om hier zo’n beetje alles onder te scharen.
Niet het einde
Het interessantste deel van de persconferentie zat hem weer, zoals zo vaak, in kleine, ogenschijnlijk onbelangrijke details. Ik vond er twee die bij mij een "wauw" ontlokten.
Het eerste detail is dat Lagarde zei dat er tekenen zijn dat de verwachtingen over inflatie op middellange termijn op de markten hoger kunnen worden dan 2%. Als dat doorzet, dan zou dat niets anders dan een motie van wantrouwen in de ECB zijn, om niet te zeggen een schoolrapport met als treurige conclusie dat de leerling blijft zitten.
Maar het échte wauw-moment kwam pas toen ik Lagarde in een bijzin van een bijzin hoorde zeggen dat 2024 ‘niet noodzakelijkerwijs het einde van middellange termijn is.’
Niet in actie
Sinds de oprichting van de ECB is middellange termijn in gelijk aan 1,5 tot twee jaar vooruit, ik hoor het de eerste president Wim Duisenberg nog zeggen in het Europees Parlement.
Dit is geen spijkers op laag water zoeken! De ECB stelt keer op keer dat ze alles in het werk zullen stellen om de inflatie op middellange termijn op 2% te krijgen en te houden.
Tot nu toe kon u ervanuit gaat dat dat zo’n twee jaar vooruit was. Maar blijkbaar is dat niet zo, met als mogelijk gevolg dat wanneer de nieuwe ramingen voor inflatie in 2024 aangeven dat de prijzen harder dan 2% zullen stijgen, ook dan de ECB niet in actie hoeft te komen.
Eerder hoger
Immers, de middellange termijn eindigt ergens ná 2024 en dus is er voor de bank nog alle tijd alsnog te slagen in haar missie.
Al met al: de verwachtingen die in de markt zijn ontstaan, dat de ECB de officiële rente tot en met eind 2023 8 keer zal opkrikken, lijken mij zeer onwaarschijnlijk.
En daarmee is het waarschijnlijk dat de inflatie de komende jaren eerder hoger dan lager dan of ongeveer 2% zal bedragen.