Is alles Ohpen? Maakt Ohpen zijn belofte van transparantie waar? Het beleggingsproces is best ingewikkeld, maar op zich wel helder. 11 januari 2012 16:00 • Door Marcel Tak “We zijn Ohpen begonnen omdat we vinden dat de financiële wereld moet veranderen. Het moet afgelopen zijn met het in rekening brengen van verborgen kosten.” Dat klinkt goed. Vermogensbeheerder Ohpen legt de lat voor zichzelf hoog. Het bedrijf stelt transparantie voorop en draagt dat met verve uit, zoals bovenstaand citaat op de website. Maar onlangs kreeg ik een mail van een lezer die zich afvroeg of de mooie beloften wel worden waargemaakt. Aanleiding was de in de ogen van de lezer onduidelijke informatie over de fondsen waarin het Ohpen Groeifonds belegt. Aan de slag dus, want als er sprake is van onduidelijke informatie dan kom ik in actie. Ohpen startte in 2010 met vermogensbeheer volgens een op zichzelf helder systeem. Beleggers kunnen deelnemen in twee fondsen: het Groei Fonds en het Bescherm Fonds. Het Groei Fonds belegt in aandelen, bedrijfsobligaties, vastgoed en “alternatieven”. De samenstelling van het fonds over de verschillende categorieën gaat volgens een (bijna) wetenschappelijk proces. Correlaties, risico, rendement en scenarioanalyses spelen allemaal een rol om tot de definitieve samenstelling van de fondsportefeuille te komen. Ook verantwoord beleggen vormt een criterium. Het beleggingsbeleid van het Bescherm Fonds is eenvoudiger. Er wordt hoofdzakelijk belegd in staatsobligaties uit West-Europese landen, zo staat in de factsheet. Echter, in diezelfde factsheet staat dat de portefeuille voor 49% uit bedrijfsobligaties bestaat. Dat lijkt mij niet helemaal conform het uitgangspunt. Verschillende instrumenten Via een rekening bij Ohpen belegt de klant in beide fondsen. De verdeling tussen de fondsen is afhankelijk van het risicoprofiel. Hoe meer risicomijdend de belegger, hoe groter de positie in het Bescherm Fonds. Ook de marktomstandigheden bepalen de verdeling tussen het Groei en Bescherm Fonds. Als het om transparantie gaat is belangrijk te weten wat de kosten zijn en waar de fondsen in beleggen. Ohpen geeft op zijn website veel informatie. Over de kosten is de vermogensbeheerder kort, en dat kan ook. Want Ohpen berekent een all-in tarief van 1%. Dit tarief is inclusief de kosten die andere beleggingsfondsen vaak apart rekenen. Het gaat dan bijvoorbeeld om marketing- en transactiekosten. Nu lees ik in het prospectus dat het Groei Fonds in zeer veel verschillende soorten financiële instrumenten kan beleggen. Natuurlijk aandelen en obligaties, maar ook ETF’s, beleggingsfondsen en derivaten zoals futures. Dat doet de vraag rijzen hoe het met de (impliciete) kosten van het gebruik van dergelijke instrumenten zit. Als bijvoorbeeld in ETF’s wordt belegd, berekenen deze fondsen natuurlijk kosten die gemakkelijk 0,5% op jaarbasis kunnen zijn. Ik informeer toch maar eens even bij Ohpen. De uitleg is helder. Het Groei Fonds maakt inderdaad gebruik van een veelheid aan instrumenten. Deze worden ingezet afhankelijk van met name de toegankelijkheid van de markt. Ohpen verzekert mij echter dat alle kosten die aan deze instrumenten verbonden zijn, worden gedragen door de beheerder van de beide fondsen en niet door de deelnemers. Niet weinig Tot slot een opmerking over de omvang van de kosten. Deze lijken met 1% laag, maar dat behoeft enige nuancering. Een belangrijk deel van deze kosten wordt berekend over obligaties, zeker als het een risicomijdende belegger betreft. Op dit moment belegt het Groei Fonds voor 44% in bedrijfsobligaties. Stel u bent een gemiddelde belegger en u wordt door Ohpen een positie van 50/50 voor beide fondsen geadviseerd. Dat betekent dat u totaal voor 72% in (bedrijfs)obligaties belegt, waarover u 1% kosten betaalt. Dat is niet weinig, zeker als ik daarbij betrek dat het Bescherm Fonds als benchmark de 1-jarige risicovrije rente heeft. Als ik kijk naar het Delta Lloyd Euro Credit, opgenomen in de IEX Fonds Top 40, dan geldt voor dat fonds een TER van 0,85%. In reactie gaf Ohpen aan dat via het gebruik van hefboominstrumenten de feitelijke aandelenblootstelling van het Groei Fonds hoger is geweest. Dat betekent dat het risico van het Groei Fonds groter was dan op grond van de verdeling tussen aandelen en obligaties kan worden geconcludeerd. Dat plaatst de 1% kosten weer in een iets ander (gunstiger) perspectief. Mijn conclusie: Ohpen maakt gebruikt van een complex beleggingsproces, met name in het Groei Fonds, om de beleggingsdoelstellingen te realiseren. Daar is niets op tegen, maar het leidt ertoe dat de belegger beperkt inzicht heeft in de instrumenten waarin daadwerkelijk is belegd. Aan de andere kant geeft Ohpen wel tot in het kleinste detail aan naar welke categorieën, regio’s en sectoren de belegger exposure heeft. Dit is op zichzelf transparant. Toch kan ik het me voorstellen dat niet iedere belegger het complexe beleggingsbeleid comfortabel vindt. Ook toezichthouders denken na hoe om te gaan met synthetische elementen in op zichzelf eenvoudig bedoelde producten. AFM bestuursvoorzitter Ronald Gerritse gaf in een recent interview aan dat synthetische ETF’s voor particuliere beleggers misschien minder geschikte instrumenten zijn. Over de transparantie inzake kosten ben ik positief. Hoewel het tarief van 1%, met name wat het Bescherm Fonds betreft niet laag is, wordt het 1% tarief transparant en consequent toegepast. De berekende vaste kosten van 1% vallen niet langs een omweg toch nog hoger uit. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.