Actief met structured products Door standaardisatie op de certificatenmarkt kunnen beleggers actief wisselen van product binnen verschillende series. 5 mei 2015 09:15 • Door Marcel Tak Vergeleken met een aantal jaar geleden is er sprake van een opleving in het aantal nieuwe gestructureerde producten. Bijna wekelijks worden nu notes en certificaten geëmitteerd. Helaas is het aantal actieve partijen gering. Met name BNP Paribas en in mindere mate Kempen & Co (Van Lanschot) voeden de markt met nieuwe constructies. Het gaat daarbij overigens niet om innovatieve structuren maar meer om standaard producten, zoals autocallable notes (Klik & Klaar, Trigger), memory coupon notes en rendementcertificaten. Eén categorie mist u in dit rijtje: de garantieproducten. In het verleden was dit het meest populaire product, maar nu worden ze nauwelijks nog naar de markt gebracht. De reden: de ultralage rente. Garantieproducten krijgen hun specifieke karakteristieken door de couponrente in te ruilen voor opties. Met deze opties kan een onderliggende waarde worden gevolgd. Nu de (coupon)rente zo laag is, kunnen niet voldoende opties worden gekocht om de garantienote aantrekkelijk genoeg te maken. Maargoed, er worden wel veel gestandaardiseerde producten met voorwaardelijke garantie uitgegeven. Actief handelen Ik vind die standaardisatie op zichzelf een positieve ontwikkeling. De belegger heeft niets aan fancy-structuren die op een ogenschijnlijk wonderlijke manier rendement trachten te genereren. Gestandaardiseerde producten hebben als groot voordeel dat meerdere series, met betrekking tot looptijd, uitoefenprijs en onderliggende waarden, kunnen worden uitgebracht. Dat geeft de belegger de kans een actief beleid met deze producten te voeren, bijvoorbeeld om te draaien binnen verschillende series als de (markt)omstandigheden daarom vragen. Ik geef een voorbeeld met het nieuwe rendementcertificaat op de Eurostoxx 50 (ES50), met als ondergrens voor de index 3000 punten en een mogelijke vaste aflossing op 4146 punten. Dit betekent dat het certificaat, uitgegeven door BNP Paribas, aflost op 41,46 euro (=0,01*4146), als gedurende de gehele looptijd de ES50 niet op of onder de 3000 punten terechtkomt. Het certificaat loopt tot 20 mei 2016 en de ES50 noteert nu 3600 punten. Als de ES50 wel op of onder 3000 punten terechtkomt, is de aflossing gelijk aan de eindstand van de ES50 * 0,01, met een maximum van 41,46 euro. De actuele koers van het certificaat is 36,70 euro, zodat bij de maximale aflossing een rendement van 13,0% wordt gehaald. Voor beleggers die geen daling tot 3000 punten of lager verwachten, kan het certificaat mooi zijn. Overstappen? Maar ook voor beleggers die in februari van dit jaar in een ander certificaat stapten, met ondergrens 2800, is een overstap naar dit nieuwe certificaat te overwegen. Het oude certificaat werd op 33,88 euro geëmitteerd en lost in maart 2016 af op 38,20 euro, als ES50 tot maart 2016 boven de 2800 blijft. Dit certificaat levert bij verkoop nu 35,85 euro op. Beleggers hebben binnen een paar maanden 5,8% rendement behaald. Als zij het certificaat aanhouden kan bij aflossing op 38,20 euro nog maximaal 6,6% rendement worden behaald. Bij overstap naar het nieuwe certificaat, met een 200 punten hogere ondergrens, is het mogelijke te behalen rendement gelijk aan de genoemde 13,0%. Beleggers die vertrouwen hebben dat de ondergrens van 3000 punten "houdt", kunnen derhalve 6,4% meer rendement behalen. Maar daarbij moet een aantal zaken in acht worden gehouden. Ten eerste is de looptijd door de aanschaf van het nieuwe certificaat met drie maanden verlengd. De extra winst op jaarbasis is derhalve wat minder groot. Ten tweede betekent de hogere ondergrens een groter risico dat de aflossing op het hoge vaste niveau niet doorgaat. Een laatste element van belang is het grotere verlies als de index door de ondergrens breekt. Het oude certificaat noteert met 35,85 ruim 0,5% onder de actuele stand van (1% van) de ES50, terwijl het nieuwe certificaat met 36,70 bijna 2% boven het actuele ES50-niveau noteert. Als de ondergrens van de index wordt doorbroken, zal de relatieve prestatie van het oude certificaat ten opzichte van het nieuwe certificaat circa 2,5% gunstiger zijn. Als het allemaal goed verloopt en de 3000 punten niet wordt geraakt, heeft de belegger uiteindelijk een mooi rendement van 18,8% (=5,8% + 13,0%) behaald, zelfs als de index terugvalt naar het oorspronkelijke niveau van 3400 punten, waarop het oude certificaat is uitgegeven. Het oude certificaat werd uitgegeven met een maximaal rendementsperspectief van 12,8%. Eén Europese markt Met actief handelen, en uiteraard inachtneming van de extra risico's, kan het rendementsperspectief verhoogd worden naar een kleine 19%. Om op deze manier actief te handelen, is een aantal zaken van belang. Ten eerste moeten de spreads tussen bied- en laat prijzen zo beperkt mogelijk zijn. Voor de rendementcertificaten is dat 0,5%, wat in dit geval neerkomt op circa 18 cent per certificaat. In Nederlands perspectief is dat niet slecht, maar in Duitsland worden soortgelijke certificaten verhandeld tegen spreads van een beperkt aantal centen. Ook de keus is belangrijk. BNP Paribas heeft nu een drietal ES50-certificaten uitstaan. In Duitsland heeft de belegger de keus uit meer dan 20.000 certificaten met alleen de ES50 als onderliggende waarde. In totaal staan er 270.000 bonuscertificaten, zoals ze daar heten, uit. Het is uitstekend dat (buitenlandse) partijen zich op de Nederlandse markt richten. Maar is het niet (nog) beter zijn als er één centrale Europese markt zou zijn, waar alle Europese beleggers op een gemakkelijke manier toegang toe hebben? Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.