Alive and active Wordt 2015 het jaar waarin skill weer de doorslag gaat geven? Actief management is dood, leve actief management! 17 april 2015 09:00 • Door Pieter Kort Het was de afgelopen jaren, door de ETF-revolutie, de focus op kosten en een sturende toezichthouder al moeilijk genoeg om aan beleggers uit te leggen wat de toegevoegde waarde van actief fondsbeheer nu precies is. En toen kwam er ook nog het annus horribilis 2014 overheen, waarin slechts 17% van de Amerikaanse largecap-managers de index wist te verslaan, een treurig dieptepunt in de alpha-annalen. Cijfers uit Amerika, dat wel, maar dat weerhield de media en commentatoren er niet van om de spectaculaire underperformance als symptomatisch voor de gebreken van de hele fondsindustrie te beschouwen. Maar goed, 2014 ligt achter ons en de actieve fondsindustrie leeft nog. Die moet zich in 2015 echter wel van zijn beste kant gaan laten zien als het zich de criticasters en aanstormende indexhorden van het lijf wil houden. De kans dat dat gaat lukken is best aanzienlijk. Er zijn genoeg gelegenheden om de toegevoegde waarde van actief management in 2015 daadwerkelijk zichtbaar te maken. Om te beginnen is er de markt. Een van de redenen waardoor actief beheerde beleggingsfondsen in 2014 zo achterbleven is een eigenschap waar een belegger zich in principe niet voor zou hoeven schamen: voorzichtigheid. De boosdoeners Met extreem lage rentes en een bullmarkt in aandelen die zijn zesde jaar inging werd het menig portefeuillemanager begin 2014 te heet onder de voeten. Onderzoek door analisten van GMO wees onlangs uit dat under- en overperformance door actieve managers door de jaren heen voor een groot deel verklaard kan worden uit een beperkt aantal factoren, die niet zozeer te maken hebben met hoe ver die managers afwijken van de benchmark, maar eerder met de afwijking van de onderliggende asset class. Zo blijkt de over- of underperformance door largecapaandelenmanagers voor een groot deel te verklaren uit het gehalte aan small- en midcaps en/of cash in portefeuille. Exposure en diversificatie naar andere asset classes dan de benchmark dus, en niet zozeer de active share bínnen de asset class. Met name cash lijkt in rampjaar 2014 een belangrijke boosdoener te zijn geweest. Veel portefeuillebeheerders hebben cash achter de hand gehouden, dan wel ter bescherming, dan wel om bij een verwachte correctie goedkoper te kunnen inkopen. Die voorzichtigheid is misschien prijzenswaardig, maar in een voortdenderende bullmarkt leidt het onherroepelijk tot achterblijven. Beter ingedekt Je kunt je afvragen of je daar als eindbelegger eigenlijk wel ontevreden over moet zijn. Wellicht heb je iets minder rendement gemaakt dan een indextracker, maar je was wel iets beter ingedekt tegen mogelijke dalingen. Niemand heeft na een jaar zonder ongelukken spijt van zijn autoverzekering. Maken we in 2015 nog zo’n knetterend bulljaar mee in aandelen en obligaties, dan zal dit waarschijnlijk opnieuw gaan gebeuren. Tot dusver is de stemming ook dit jaar positief, maar zodra de markt weer eens draait, dankzij een renteverhoging in de VS of een andere oorzaak, dan zou die ingebakken voorzichtigheid – als managers die inmiddels niet overboord hebben gezet – zich toch eens moeten gaan uitbetalen. Niet in rendement, maar wel in outperformance ten opzichte van de benchmark. Uniek experiment Een tweede manier waarop actieve managers het onderscheid kunnen maken is door slim om te gaan met de huidige extreme marktomstandigheden. Dankzij het beleid van centrale banken beleven we een uniek economisch experiment met negatieve rentes op obligaties die voorheen de hoeksteen van iedere modelportefeuille waren. De search for yield vraagt om inventievere oplossingen dan standaard allocaties, opgebouwd uit standaardproducten. Goed actief management – met de nadruk op “goed” – kan die oplossingen bieden, waar indexproducten slechts willoos met de markt mee kunnen dobberen. Dat doen ze kostenefficiënter dan welk actief beleggingsfonds ook, maar in bijzondere marktsituaties – en volgens velen bevinden we ons al enige tijd in een héél bijzondere situatie – kan skill belangrijker zijn dan efficiency. Voor de actieve fondsindustrie is het te hopen dat die skill eindelijk weer eens duidelijk zichtbaar wordt in de cijfers. En bij voorkeur een beetje snel. Pieter Kort is hoofdredacteur van IEX Media. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 22 apr Janus Henderson kiest voor cyclisch Europa Janus Henderson Investors kiest voor smallcaps en Europese aandelen. Volgens de Brits-Amerikaanse vermogensbeheerder houden beleggers te weinig rekening met een groeivertraging in de VS veroorzaakt door een langer hoog blijvende rente.
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.
Assetallocatie 18 apr Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.