We hebben een nieuw pensioenstelsel. Dus? Joost Tieland van Brand New Day zet de belangrijkste acht veranderingen op een rij. 31 mei 2023 07:00 • Door Gastauteur IEXProfs 1. Geen beloofde uitkering meer In het oude stelsel mocht uw pensioenfonds u een belofte doen over de hoogte van uw pensioen. Klinkt mooi, maar vaak bleek zo’n belofte een wassen neus. Door de strenge regels rondom de dekkingsgraad kwam er in sommige gevallen niets terecht van zo’n beloofde uitkering. In het nieuwe stelsel mogen er geen beloftes meer gedaan worden over de hoogte van de uitkering. In plaats daarvan is uw pensioenuitkering altijd afhankelijk van de beleggingsrendementen van het pensioenfonds. Minder zekerheid dus? Op papier wel. Er worden namelijk geen garanties meer gegeven over de hoogte van de pensioenuitkering. Aan de andere kant biedt het huidige pensioenstelsel vooral op papier zekerheid. Door de strenge regels rondom de rekenrente konden pensioenfondsen (zoals het ABP hieronder) de pensioenen jarenlang niet verhogen voor inflatie, terwijl er met de beleggingsrendementen van pensioenfondsen weinig mis mee was. Die regels rondom de dekkingsgraad zijn dankzij de Wet toekomst pensioenen minder belangrijk. Door geen beloofde uitkering te doen, is de kans groter dat er gewoon regelmatig verhoogd kan worden. Joost Tieland 2. Jongeren betalen niet meer voor de ouderen In het oude stelsel betaalde iedere deelnemer eenzelfde percentage van het loon aan pensioenpremie en alle inleg werd op een hoop gegooid en op dezelfde manier belegd. De inleg van een jongere werknemer werd dus ook gebruikt voor de pensioenuitkering van een oudere werknemer. Maar eigenlijk zou een jongere werknemer minder premie hoeven te betalen dan een oudere werknemer. Dat komt omdat er met de premie van die jongere werknemer langer belegd kan worden. In het nieuwe stelsel worden alle premies niet meer op één hoop gegooid. Werknemers in een bedrijf die evenveel verdienen leggen qua euro’s nog steeds net zoveel pensioen in, maar die euro’s komen terecht in een persoonlijk pensioenpotje. Een voorbeeld: wie op zijn 25e bij een werkgever begint en daar 5 jaar blijft werken, krijgt voor die periode dus een stuk meer pensioen terug dan iemand die in dezelfde periode van z’n 60e tot z’n 65e bij dat bedrijf werkte. De inleg van de jongere kan namelijk veel langer renderen. 3. Meer duidelijkheid in het nabestaandenpensioen Er verandert ook wat aan het partnerpensioen. Dat is het pensioen dat u mogelijk krijgt als uw partner pensioen opbouwt via diens werkgever en voor of na de pensioenleeftijd overlijdt. Als achterblijvende partner kunt u dan recht hebben op een uitkering. In het oude stelsel is de hoogte voor een groter deel afhankelijk van wat de werkgever geregeld heeft. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat het nabestaandenpensioen afhankelijk is van het aantal dienstjaren van de overleden partner. In het nieuwe stelsel telt het aantal dienstjaren niet meer mee voor het partnerpensioen. De hoogte van de uitkering staat van tevoren vast en de achterblijvende partner ontvangt maximaal (minder kan dus ook) 50% van het loon van de overleden partner. Dat maakt de boel een stuk duidelijker. Let wel: de bovenstaande wijzigingen gelden alleen bij het overlijden vóór de pensioendatum. De regels rondom het overlijden ná de pensioendatum blijven ongewijzigd. 4. Meer duidelijkheid in het wezenpensioen Na het verlies van een ouder, krijgt een kind mogelijk wezenpensioen. Daarmee moet het kind zich financieel kunnen redden. De einddatum van zo’n wezenpensioen is straks voor iedereen hetzelfde. In het oude stelsel is het moment waarop dat wezenpensioen stopt afhankelijk van de pensioenregeling van de overleden ouder. In het nieuwe stelsel heeft iedere wees tot dezelfde leeftijd recht op een wezenpensioen. Het wordt voor pensioenuitvoerders – als ze een wezenpensioen aanbieden – wettelijk verplicht om het wezenpensioen voor iedereen door te laten lopen tot de 25e verjaardag. Bovendien gaat het maximumbedrag van het wezenpensioen omhoog. Momenteel is dat dus ongeveer 7% van het salaris van de overleden ouder, straks wordt dat 20%. I 5. Eenmalige uitbetaling van een deel van het pensioen (maximaal 10%) U kunt straks – als u met pensioen gaat - een deel van uw pensioengeld in één keer opnemen. Dat is handig als u bijvoorbeeld geld nodig heeft voor een wereldreis, de verbouwing van uw huis of het aflossen van uw hypotheek. 6. Meer ruimte om zelf pensioen op te bouwen Als u te weinig pensioen opbouwt bij een werkgever of zzp’er bent, dan heeft u waarschijnlijk jaarruimte: dat is het maximale bedrag dat u jaarlijks belastingvrij in een persoonlijk pensioenpotje mag storten. Die jaarruimte gaat flink omhoog. Mensen die zelf een pensioenpotje opbouwen – of dat van plan zijn- mogen straks namelijk bijna 3 keer zoveel pensioen opbouwen. Dat is voordelig, want het levert belastingvoordeel op, en eerlijk, want mensen met een aanvullend pensioenpotje mogen straks net zoveel pensioen opbouwen als mensen in loondienst. 7. Verruiming reserveringsruimte Reserveringsruimte is de jaarruimte die u in de voorgaande 7 jaren niet heeft gebruikt. Momenteel mag u van die reserveringsruimte in een jaar maximaal zo’n €7.500 storten op een lijfrente. Als u binnen 10 jaar de AOW-leeftijd bereikt, mag u maximaal bijna €15.000 storten. Dat maximale bedrag wordt verhoogd naar €35.000 per jaar. Dat is in alle gevallen zo: het maakt straks dus niet meer uit hoe lang u nog te gaan heeft tot uw AOW-leeftijd. Goed nieuws dus voor degenen die er op latere leeftijd nog achter komen dat zij een pensioentekort hebben en willen storten, maar aanlopen tegen de maximale stortingen per jaar. Zij kunnen hierdoor namelijk sneller een inhaalslag maken. 8. Makkelijker met vroegpensioen Veel zestigers zagen de AOW-leeftijd de laatste jaren alleen maar stijgen. Onder hen ook mensen met een zwaar beroep – denk aan een stratenmaker of stukadoor. Zij komen de laatste jaren van hun werkzame leven mogelijk niet door zonder gezondheidsproblemen. Daarom wil de overheid het voor die mensen makkelijker maken om eerder met pensioen te gaan. Momenteel bestaat er zoiets als een Regeling Vroege Uittreding (RVU). Dat is een uitkering die een werkgever aan de werknemer kan aanbieden om vervroegd met pensioen te gaan. Voorheen werd over die uitkering 52% aan belasting betaald, maar als de werkgever op uiterlijk 31 december 2025 een RVU regelt, hoeft die belasting niet betaald te worden. Gastauteurs zijn beleggers die schrijven op persoonlijke titel. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 25 jul De ene opkomende markt is duidelijk de andere niet Hoe verstandig is het om nu een positie te nemen in aandelen en obligaties in de opkomende markten? Schroders is tamelijk positief maar wijst ook op de enorme verschillen tussen de landen onderling. Vooral de valutacomponent is iets om scherp in de gaten te houden.
Assetallocatie 25 jul De kunst van het herbalanceren Herbalancering vermindert veelal de risico's, maar helpt het rendement meestal niet vooruit. Dus?
aandelen 24 jul Dapper JP Morgan AM zet zijn geld op Europese value-aandelen Herstel van de Europese economie, een lagere rente en een groot percentage value-bedrijven maken Europese aandelen voor JP Morgan AM favoriet. Dat geldt vooral voor de banken.
Assetallocatie 22 jul Grondstoffen horen desondanks in de portefeuille thuis Grondstoffen hebben de laatste 15 jaar een dramatisch trackrecord. Toch horen ze in de portefeuille thuis, want in tijden van hoge inflatie boeken ze uitstekende rendementen.
Assetallocatie 11 jul Wind in de zeilen voor opkomende markten Na een aantal jaren in de schaduw te hebben gestaan van de ontwikkelde markten staan de sterren nu weer gunstig voor de opkomende markten, iets dat bij beleggers niet onopgemerkt is gebleven, schrijft Yvo van der Pol van PGIM Investments.
Assetallocatie 08 jul No risk, no fun voor Fidelity Er is geen sprake van hoogtevrees bij Fidelity International. Integendeel, de wereldeconomie ontwikkelt zich zo goed dat de vermogensbeheerder adviseert meer risico te nemen in aandelen.