Nederland mist de boot met gestructureerde producten Helaas is het imago van gestructureerde producten slecht en daar is de industrie gedeeltelijk zelf verantwoordelijk voor. Duitsland zou een voorbeeld moeten zijn voor Nederland op dit gebied, aldus Marcel Tak. 19 december 2017 10:45 • Door Marcel Tak Voor elke oplossing een probleem. Dat lijkt soms het adagium in de financiële sector. Vroeger, toen geluk en beleggen nog heel gewoon waren, kon u als belegger slechts een paar kanten op. Wilde u de risicomijdende kant op, dan koos u voornamelijk voor obligaties. Was u bereid meer risico te lopen om daarmee een potentieel hoger rendement te behalen, dan waren aandelen de belangrijkste optie. Het was voor veel beleggers niet zo gemakkelijk tot een juiste risicokeuze en vervolgens goede samenstelling van de portefeuille te komen. Daarom bood de financiële sector oplossingen, bijvoorbeeld in de vorm van vermogensbeheer, het aanbieden van beleggingsfondsen en de verkoop van specifieke beleggingsproducten. Start problemen Helaas bleken de geboden oplossingen eerder de start van problemen. Soms greep de toezichthouder in, soms de markt om de gerezen problemen op te lossen. Vermogensbeheer was in het verleden flink aan de prijs en niet zelden bleek het belang van de klant volledig ondergeschikt aan dat van de dienstverlener. Natuurlijk waren er goede uitzonderingen, maar veelal betaalden klanten een te hoge prijs in relatie tot de dienstverlening en de resultaten. Omdat u als belegger uw geld in vertrouwen ter beschikking stelt aan de beheerder, werd strenge regelgeving onontkoombaar. Het is onmogelijk voor de belegger eerst maar eens te zien of de vermogensbeheerder de beloften waarmaakt. Als dat niet gebeurt, is het te laat en is de financiële schade geleden. Omdat veel vermogensbeheerders dat vertrouwen niet waarmaakten moest de toezichthouder wel ingrijpen. Toezichthouder trad op Zeker ook in het belang van de beheerders die wel van goede wil waren. Met beleggingsfondsen, de tweede oplossing van de financiële sector voor particuliere beleggers, liep het deels anders. Actief beheerde fondsen schoten als paddenstoelen uit de grond. Ze boden de belegger gestandaardiseerd beheer en gaven de indruk door het professionele beleid tot bovengemiddelde rendementen te kunnen komen. In de meeste gevallen slaagden de actieve fondsen er niet in de benchmark te verslaan. Toen gebeurde er iets wat in de financiële sector tegenwoordig bijna onmogelijk lijkt. De markt, niet de toezichthouder, trad corrigerend op. Overbodige regels Als alternatief voor de (relatief) dure actieve beleggingsfondsen, kwamen indexfondsen in een rap tempo op. Deze fondsen presteren in veel gevallen, mede door lage kosten, beter dan hun actieve tegenhangers. Zonder regelgeving van toezichthouders werden actieve fondsen gedwongen zichzelf opnieuw uit te vinden en op zijn minst de beheerkosten te verlagen. Een in dat opzicht goed functionerende vrije markt, met concurrentie daar waar de markt er om vraagt, is superieur ten opzichte van een almachtige regelgever die probeert af te dwingen dat de sector het klantbelang nastreeft. Dat wil natuurlijk helemaal niet zeggen dat regels onnodig zijn. Maar overbodige regels zijn dat wel. Bijvoorbeeld het verbod, onderdeel van MIFID II, dat beleggingsresearch niet meer gratis mag worden weggegeven. Eigen keuze beleggers Ik vind dat een belachelijke maatregel. Veel beter zou zijn dat de regelgever transparantie eist over de kosten van research. De aanbieder moet vervolgens zelf weten of hij deze research weggeeft en vervolgens de kosten versleutelt in de transactiekosten. De belegger heeft dan de keuze tussen de dure broker inclusief gratis research, of een goedkope broker zonder research. De toezichthouders kiezen er echter vaak voor de markt te ordenen via een groot aantal harde regels, om zo corrigerend op te treden. Met de derde oplossing van de sector, de uitgave van beleggingsproducten, is het in Nederland misgegaan. Dat is ontzettend jammer, want in principe bieden deze producten werkelijke oplossingen voor beleggingsproblemen. Genadeklap voor notes en certificaten Helaas is het imago van deze gestructureerde producten slecht en daar is de industrie gedeeltelijk zelf verantwoordelijk voor. De aandelenleaseconstructies zijn een sprekend voorbeeld, maar ook reguliere producten waren in het verleden lang niet altijd in het belang van de klanten. Niet zelden heb ik gestructureerde producten gerecenseerd die in bijna alle scenario’s een slechter rendement gaven dan een directe belegging in de onderliggende waarde. Hoge verborgen kosten waren hier vaak debet aan. Toen de markt volwassen werd, kwamen er veel betere constructies. Maar het faillissement van Lehman Brothers was de genadeklap voor notes en certificaten. Veel beleggers zagen weinig meer terug van hun investering in met name garantieproducten, die toch de bedoeling hadden de belegger te beschermen bij ongure marktomstandigheden. Kleine markt Jammer genoeg is de markt van gestructureerde producten in Nederland niet in staat geweest zich aan de haren uit het financiële moeras te trekken. Van een levendige markt met veel interessante structuren, is het aantal notes en certificaten dat jaarlijks wordt uitgegeven, beperkt. Hoewel, er zijn toch wel enige positieve signalen. BNP Paribas geeft regelmatig certificaten met verschillende karakteristieken uit, en Van Lanschot (via Kempen) laat zich regelmatig zien met nieuwe producten. Commerzbank wordt ook steeds actiever en biedt verschillende structuren met diverse risico-rendement verhoudingen aan. Dit is een positieve ontwikkeling en hopelijk zet deze door. Want waar veel actieve beleggingsfondsen geen toegevoegde waarde hebben, geldt voor gestructureerde producten het tegendeel. Verbod niet juiste antwoord Met nieuwe constructies die gebruik maken van opties die niet op de beurzen verhandelbaar zijn, kan de belegger met notes en certificaten precies de bij hem passende risicorendement verhouding kiezen. Helaas lijken de toezichthouders de toegevoegde waarde van gestructureerde producten niet te erkennen. Strenge regelgeving, die er in sommige gevallen toe heeft geleid dat complexe structuren zijn verboden (België), is niet het juiste antwoord. Het gevolg is een enorme verschraling van het aanbod. Wat dat betreft zijn de zaken in Duitsland beter aangepakt. Ook de Duitse toezichthouder let scherp op producten die te gevaarlijk zijn voor particuliere beleggers of waarvan de naam misleidend is, zoals kredietobligaties. Duitsland de grootste Deze zogenaamde obligaties wil de toezichthouder verbieden voor retailbeleggers. Maar aan de andere kant laat de toezichthouder veel ruimte voor verdere marktontwikkeling. Daardoor is de Duitse markt nu de grootste ter wereld, met meer dan 500.000 aan de openbare markt genoteerde gestructureerde producten. Daar valt in Nederland nauwelijks tegen op te boksen. Het is jammer, en een gemiste kans door zowel toezichthouder als de markt, dat beleggers voor producten die echte toegevoegde waarde geven, nu in de meeste gevallen moeten uitwijken naar onze oosterburen. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 05 dec Institutionele beleggers hebben voor 2025 duidelijke voorkeuren Ondanks dalende inflatie, lagere rentetarieven en afnemende recessievrees hebben institutionele beleggers over 2025 hun zorgen, zo blijkt uit het jaarlijkse onderzoek van Natixis IM onder 500 institutionele beleggers wereldwijd. Zij zetten met name sterk in op private beleggingen en aandelen uit de opkomende markten.
Assetallocatie 04 dec Doet u mij maar Amerikaanse aandelen en Europese obligaties Roelof Salomons, de nieuwe hoofd beleggingsstrategie van BlackRock Nederland, heeft in zijn outlook voor 2025 duidelijke voorkeuren. De beste kansen voor aandelen liggen in de VS. Voor obligaties ziet hij het meest in Europese bedrijfsobligaties, kredietwaardig en minder kredietwaardig.
Assetallocatie 03 dec De toegevoegde waarde van landbouwgrondstoffen De prijzen van landbouwgrondstoffen hebben historisch gezien weinig correlatie met traditionele beleggingscategorieën zoals aandelen en obligaties, maar ook met andere grondstoffen zoals energie en metalen. Inflatiebescherming is een ander belangrijk voordeel van beleggen in landbouwgrondstoffen, stelt grondstoffenspecialist Benoît Harger van private bank J. Safra Sarasin.
Assetallocatie 28 nov In een wereld vol anomalieën is Amundi optimistisch Amundi is in zijn outlook 2025 positief over aandelen, obligaties en de wereldeconomie. Vooral Azië biedt kansen. Het risico zit hem in een aantal anomalieën dat de markten op hol kan brengen
Assetallocatie 26 nov Tegenvallende winsten vergroten zorgen Nu bijna alle bedrijfscijfers over het derde kwartaal zijn gepubliceerd is het volgens CIO Saira Malik van Nuveen duidelijk dat de verwachte outperformance is uitgebleven. "Dat roept kopzorgen op bij beleggers over mogelijk te hoge aandelenkoersen en bijkomende correcties."
Assetallocatie 25 nov “Ook in 2025 verwachten we het meeste van Amerikaanse aandelen” Olivier de Berranger, CEO en co-CIO van de Franse vermogensbeheerder LFDE, geeft zijn kijk op 2025. Heel kort: Amerikaanse aandelen, vooral de kleine, hebben meer opwaartse kracht dan Europese aandelen. Wat obligaties betreft, gaat de voorkeur uit naar kredietwaardige bedrijfsobligaties.