In China is het alarmfase rood
Totdat Beijing radicalere stimuleringsmaatregelen neemt, is voorzichtigheid geboden, schrijft beleggingsspecialist Jack Horvest
bij Van Lanschot Kempen.
"Van kwaad tot erger, zo beoordelen we de Chinese economische gang van zaken waar inmiddels alarmfase 1 van kracht is. De Chinese centrale bank (PBOC) zette vorige week onverwacht de geldsluizen open. De 1-jaars rente ging met 0,15%-punt naar beneden, net voordat tegenvallende juli-cijfers over de consumptiegroei, stijgende werkloosheid en industriële productie de markt bereikten.
Het is de vraag of deze tweede renteverlaging de kredietverstrekking helpt. De eerste verlaging van juni bracht weinig soelaas. Je kunt paarden water geven, maar niet dwingen te drinken.
Afgelopen donderdag meldde de PBOC haar geldbeleid verder in lijn te gaan brengen met de economie, waaruit wij opmaken dat meer monetaire stimulering aanstaande is. Deze week verlaagde de PBOC opnieuw een rentetarief met 0,1% (1-jaars beleningsrente). Echter het belangrijke 5-jaars tarief (voor hypotheekverstrekkingen) bleef ongewijzigd. Dat viel tegen en is een indicatie dat de beleidsmakers te weinig oog hebben voor de zwakke Chinese vastgoedmarkt.
Anderzijds was er ook al een slachtoffer van het monetaire geweld. De Chinese munt dook afgelopen vrijdag tot de door China als kritisch ervaren grens van 7,30 yuan per dollar. De PBOC kwam daarop met steunaankopen in de markt.
Jack Horvest

Zwakke Chinese consumptie
Het grote probleem zit hem in de Chinese consumptie. De detailhandelsverkopen in juli stegen slechts met 2,5% ten opzichte van juli 2022, toen er nog corona heerste. Chinese consumenten hebben blijkbaar te weinig vertrouwen om geld uit te geven. Vooral duurdere spulletjes als juwelen, auto’s, elektronica en cosmetica bleven onaangeroerd. Een constatering die ook Europese exporteurs pijn zal doen. Positief is wel dat de Chinese consument over veel overtollig spaargeld beschikt.
"Chinese consumenten hebben blijkbaar te weinig vertrouwen om geld uit te geven"
Daarnaast is de uitdijende vastgoedcrisis mede schuldig aan de slechte economische gang van zaken in China. De Chinese vastgoedmarkt is goed voor 25% van het BNP. Op dit terrein zien we weinig positieve ontwikkelingen.
De beleidsmakers in Beijing staan voor radicalere keuzes om de tweede economie van de wereld in het gareel te krijgen. Daar moeten we als beleggers rekening mee houden. Vooralsnog is voorzichtigheid geboden en is het wachten op concrete en voldoende grote stappen voordat we positiever kunnen zijn."