Kunnen banken zichzelf redden? Banken hebben moeite als smeermiddel van de economie te fungeren. Bedrijfsobligaties bieden kansen bij Japan-scenario. 14 oktober 2011 09:15 • Door Hans Stoter Nu de verwikkelingen van de Griekse tragedie dagelijks voorpaginanieuws zijn, richten veel beleggers en beleidsmakers zich steeds meer op de mondiale bankensector. Hoeveel Griekse posities hebben de banken in hun boeken staan? Wat is hun financiële soliditeit? Kunnen zij een Grieks bankroet – of nog erger – aan? Hebben zij lessen getrokken uit de crisis van 2008? Dat zijn belangrijke vragen – niet alleen voor een inschatting van de potentiële systeemrisico’s, maar ook om te zien of de banken nog als smeermiddel kunnen fungeren om de economie weer op gang te krijgen door goedkoop krediet te verschaffen aan ondernemingen en consumenten. Voor een goede inschatting van de mogelijke dreiging van een wereldwijde bankencrisis moeten we een nadere blik werpen op de balansen van banken en op mogelijke aanvullende financieringsbronnen. Kort gesteld zien de banken zich voor twee belangrijke problemen gesteld: blootstelling aan staatsschuldtitels van perifere landen en (beperkte) beschikbaarheid van financieringsbronnen. Banken kunnen rechtstreeks blootgesteld zijn aan perifere staatsobligaties of indirect door blootstelling aan andere banken met grote posities in perifere staatsobligaties, en zij lopen het risico van forse afschrijvingen op deze leningen. Daarnaast hangt de banken een dreigende recessie boven het hoofd waardoor zij te maken kunnen krijgen met een groter aantal slechte leningen in zowel hun zakelijke als particuliere kredietportefeuille. Bevroren smeermiddelDoor zijn verstrekkende en complexe onderlinge verbindingen heeft het bankwezen veel weg van een kaartenhuis: als er één bank omvalt zou het hele bouwsel van banken kunnen ineenstorten. Daarom leidt een gebrek aan transparantie over de posities in staatsobligaties tot een geringer vertrouwen tussen de banken, wat weer leidt tot probleem nummer twee: de beschikbaarheid van financieringsmiddelen. Financiering is tegenwoordig schaars, nu senior schulden niet langer op de kapitaalmarkt verkrijgbaar zijn, maar alleen in de vorm van gedekte obligaties (‘covered bonds’: senior obligaties met onderpand). Interbancaire deposito’s worden steeds duurder, als ze al verkrijgbaar zijn. En ook de kosten van het aantrekken en aanhouden van particuliere deposito’s stijgen. De ECB erkent dit financieringsprobleem en stelt zich beschikbaar om de banken zo nodig liquiditeit te verschaffen, maar ook daar zit een prijskaartje aan vast. De winst-en-verliesrekening van de banken komt zo onder druk, als gevolg van hogere financieringskosten en de verplichting om een hogere reserve in te bouwen voor verlies op leningen ter dekking van potentiële verliezen als gevolg van de afnemende kwaliteit van vermogenstitels. Dit heeft zijn weerslag op het garantievermogen van de banken. Sinds de reddingsoperaties van 2008 en 2009 staan banken onder toenemende druk om hun vermogensniveau op te vijzelen en daarmee het risico te verlagen dat overheden hen in de toekomst met nieuwe kapitaalinjecties te hulp moeten schieten. Echter, de groei van het eigen vermogen wordt nu vertraagd door afboekingen op staatspapieren en een lager dan verwachte ingehouden winst. Nu de uitgifte van nieuw aandelenkapitaal of achtergestelde schulden op de kapitaalmarkt niet langer mogelijk is, hebben banken nog maar een paar mogelijkheden om aan de toegenomen kapitaaleisen van de toezichthoudende instanties te voldoen. Wat banken gaan doenWij verwachten dat bij de overheid aankloppen voor kapitaalsteun voor bankdirecties de minst geprefereerde optie zal zijn. De banken hebben de in 2008/2009 ontvangen steungelden nog maar recent (grotendeels) terugbetaald, en hebben er geen behoefte aan alweer negatief in het nieuws te komen, aan publiek toezicht onderworpen te worden en de politiek mede te laten beslissen over het reilen en zeilen van de bank, zoals het beloningssysteem. Wij verwachten daarom dat de banken het volgende doen: terugschroeven van de kredietverlening, verhogen van de marges op kredietverlening, terugdringen van de kosten, afbouwen van het risico op de balans, en waar mogelijk hun klanten naar de kapitaalmarkten voor schuldpapier doorschuiven. Het gevolg is dat banken een ‘bevroren smeermiddel’ worden, waar vooral kleine en middelgrote ondernemingen en consumenten last van zullen hebben. Voor grotere ondernemingen die toegang hebben tot de kapitaalmarkt zijn de gevolgen veel kleiner, omdat zij obligaties kunnen uitgeven om geld aan te trekken (hoewel op dit moment vanwege de hoge marktvolatiliteit alleen de sterkste bedrijven nieuwe schuldtitels kunnen uitgeven). Vanwege de aanhoudende monetaire stimulering zijn de kosten van vreemd vermogen zeer laag, maar de keerzijde is dat dit kapitaal alleen voor grotere ondernemingen verkrijgbaar is. Japan-scenarioDeze ondernemingen kunnen het in het huidige lastige economische klimaat nog steeds goed presteren. Maar we hoeven niet op banken rekenen om de economische groei te stimuleren door goedkoop krediet te verschaffen aan kleine en middelgrote ondernemingen en consumenten. Dat is niet in hun belang. De beste manier om de hedendaagse economie te stimuleren is via prikkels van overheidswege zoals fiscale tegemoetkomingen, subsidies, investeringsprogramma’s etc. In plaats daarvan ligt de nadruk bij overheden echter op bezuinigingen en niet op uitgaven. Dit alles leidt tot een nogal sombere conclusie betreffende de totale economie: langere tijd lage groei of zelfs nulgroei, totdat de met schuld gefinancierde economische zeepbel helemaal leeggelopen is. Een dergelijke ‘Japanse’ omgeving biedt slechts weinig beleggingskansen. Bedrijfsobligaties zouden één mogelijkheid kunnen zijn. Ter indicatie: de creditspreads van Japanse bedrijven zijn veruit de laagste in de wereld! HansStoter is CIO bij ING Investment Management Deel via:
J. Safra Sarasin Sustainable Asset Management 18 apr "Reshoring biedt mooie kansen voor groene beleggers" Volgens fondsmanager Daniel Lurch van het JSS Sustainable Equity Green Planet fonds van J. Safra Sarasin profiteren met name de duurzaamste bedrijven van de huidige herschikking van de wereldwijde productieketen. Welke dat zijn?
Impactbeleggen 11 apr “Het is fijn om goed te doen” Ook buiten Nederland is impactbeleggen ontdekt. Het Schotse Baillie Gifford bijvoorbeeld lanceerde in 2017 het Positive Change Fund. Vlak voor Pasen was Rosie Rankin, medeverantwoordelijk voor dit fonds, over in Amsterdam voor de tweedaagse Impact Europe Summit in de Beurs van Berlage. Rob Stallinga sprak met haar.
Impactbeleggen 03 apr "Impactbeleggers staan aan de goede kant van de geschiedenis" Hadewych Kuiper, directeur beleggingen bij Triodos IM, is niet onder de indruk van alle berichten dat duurzaam beleggen het beste heeft gehad. "Zo ziet tegenwerking van vooruitgang eruit."
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.