Nieuws

Uitsluiten is niet altijd het beste idee

De Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling is niet tegen beleggen in bedrijven met veel uitstoot van broeikasgassen. Tenminste, als deze bedrijven de juiste stappen zetten op weg naar CO2-neutraliteit. Zonder fossiele energiebedrijven en zware industrie geen succesvolle energietransitie.

Het is evident dat er enorme investeringen nodig zijn om de energietransitie te laten slagen. Vermogensbeheerders spelen daar een grote rol bij. Zij kunnen door hun beleggingsbesluiten de transitie vertragen of juist versnellen. Dat zegt de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) in het vandaag verschenen rapport Asset Managers Facing the Energy Transition.

In het rapport zet de VBDO enkele van de grootste uitdagingen en kansen voor beleggers op een rij. De VBDO maakt daarbij gebruik van een enquête onder negen fondsmanagers met een beheerd vermogen van 4,3 miljard euro.

Dat de fondsmanagers voor moeilijke keuzes staan, is zeker. Is het bijvoorbeeld verstandig te beleggen in een olieconcern dat ook investeert in groene energie? Hoeveel moet een belegger investeren in energieprojecten, en wat voor rendement hoort daarbij? 

Stilzitten is geen optie, stelt de VBDO. Het is vijf voor twaalf. De energiesector is verantwoordelijk voor 73% van de globale uitstoot van broeikasgassen. Als er geen snelle en grootschalige verminderingen komen in de uitstoot van broeikasgassen, is het doel van een maximale opwarming van de aarde met 1,5°C of 2°C onhaalbaar.

Wat is de opgave?

Het internationale energiea-gentschap IEA heeft uitgerekend dat tussen nu en 2050 de afhankelijkheid van fossiele brandstof moet worden teruggebracht van 80% naar 20%. Olie en gas hoeven volgens dit masterplan dus niet helemaal te verdwijnen. Kolen – dat de grootste vervuiler is - wel zo snel mogelijk. Toch blijft het een enorme uitdaging. 

De reductie kan worden gerealiseerd door enerzijds zuiniger om te springen met energie (minder vraag) en anderzijds door investeringen in duurzame energie (het aanbod van alternatieven vergroten). Vermogensbeheerders kunnen op beide terreinen een grote rol spelen.

Echte stappen zetten

Een van de problemen waar fondsbeheerders volgens de enquête tegenaan lopen is dat het economische systeem volledig op zijn kop moet. Het zijn niet alleen de energiebedrijven die hun gedrag moeten veranderen, maar ook de verbruikers.

De VBDO respecteert het besluit van een aantal Nederlandse pensioenfondsen om de olie- en gasindustrie helemaal de rug toe te keren. Maar hier kleven ook nadelen aan. Ze hebben hierdoor geen enkele in invloed meer op deze bedrijven. 

De VBDO zit zelf meer op de lijn van het IEA en het Transition Pathway Initiative (TPI) die stellen dat fossiele energiebedrijven en de (zware) industrie nodig zijn voor een succesvolle transitie. 

Het advies is daarom in deze bedrijven te blijven beleggen, maar onder strikte randvoorwaarden. Het mag bij de olie- en gasbedrijven niet blijven bij het tonen van goede wil. Er moet een geloofwaardig, transparant, controleerbaar en financieel goed onderbouwd plan op tafel liggen voor de lange termijn, op weg naar CO2-neutraliteit.

Groene projecten

Een ideaal voor veel beleggers is als er direct in groene energie-oplossingen kan worden geïnvesteerd, echte impactbeleggingen. Helaas zijn die projecten schaars, en alles wat schaars is, is ook duur en levert minder rendement op.

Uit het onderzoek van de VBDO komt naar voren dat 22% van de assetmanagers grote problemen heeft met het vinden van geschikte projecten met een acceptabel risico. De andere 78% gaat het beter af, maar het is duidelijk dat het aanbod omhoog moet.

"22% van de assetmanagers heeft grote problemen met het vinden van geschikte projecten"

Passieve beleggingen

Veel fondsmanagers maken gebruik van zogenoemde benchmarks om hun resultaten tegen af te zetten. Dat kan bijvoorbeeld de MSCI World zijn, de Eurostoxx 600 of de Bloomberg Barclays Global Aggregate Bonds index. Voor de klanten van vermogensbeheerders zijn die benchmarks ook belangrijk als controlemechanisme en als maatstaf om te zien of ze nog op koers liggen voor hun doelstellingen op de lange termijn.

Het vervelende is dat de energietransitie vraagt om andere benchmarks. Volgens de VBDO hikken veel fondsmanagers hier tegenaan, omdat het wisselen van benchmark kosten met zich meebrengt en een andere risicoprofiel en rendement oplevert, wat ze dan vervolgens weer moeten uitleggen aan de klant.

De VBDO vindt dit argument echter niet steekhoudend, omdat er tegenwoordig uitstekende ESG-proof-benchmarks bestaan die qua risico en rendement niet veel verschillen van de klassieke benchmarks. De kosten zijn eenmalig en de meeste klanten zullen begrijpen dat het voor de goede zaak is.

De reële wereld

Zoals gezegd kunnen vermogensbeheerders ervoor kiezen zich helemaal terug te trekken uit bepaalde industrieën. Geen visserij meer, transport, staal, olie, veeteelt, soja …en ga zo maar door. Op die manier is de portefeuille in een keer veel schoner. Maar helpt het ook, of blijft de wereld net zoveel broeikasgassen uitstoten als daarvoor?

De VBDO adviseert fondsbeheerders verder te kijken dan alleen hun eigen portefeuille. Waar het om gaat, is dat zij een bijdrage leveren aan een lagere uitstoot door de hele maatschappij. Dat doel moet voorop staan.

"De VBDO adviseert fondsbeheerders verder te kijken dan alleen hun eigen portefeuille"

De VBDO adviseert de handen ineen te slaan. Beleggers kunnen samen meer veranderingen op gang brengen dan ieder afzonderlijk. Denk bijvoorbeeld aan een gezamenlijk optreden tijdens aandeelhoudersvergaderingen.

Scope 1, 2 en 3

Een ander advies is om niet alleen de directe uitstoot van broeikasgassen te mee te nemen bij beleggingsbesluiten, maar ook de indirecte. De VBDO spreekt van scope 1, 2 en 3. Bij scope 3 wordt bijvoorbeeld niet alleen gekeken wat Albert Heijn zelf voor uitstoot heeft, maar er wordt gekeken naar de hele productieketen achter de levensmiddelen die het verkoopt. 

Ten slotte is het van groot belang om de banken bij het beleggingsproces te betrekken. Dat geldt helemaal als het gaat om duurzame investeringsprojecten in opkomende markten, misschien wel de grootste uitdaging de komende decennia, omdat er van mag worden uitgegaan dat de energiebehoefte in deze landen nog enorm zal stijgen. Aldus de VBDO.

De Redactie van IEXProfs bestaat uit verschillende journalisten. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Het is mogelijk dat redactieleden posities hebben in een of meer van de genoemde fondsen. Klik hier voor een overzicht van hun beleggingen.

Lees meer

Impact beleggen