Nieuws
Actieve versus passieve fondsen: de vergelijking
Vanguard heeft naast indexproducten ook een aantal actieve beleggingsfondsen. De belangstelling voor deze fondsen was de laatste jaren matig, maar ze hebben prima gepresteerd. Een vergelijking tussen actief en passief en groei en waarde.
Vanguard is een pionier op het gebied van ETF’s en indexfondsen. In 1975 was John Bogle de eerste die een indexfonds op de markt bracht dat later zou worden omgedoopt in het Vanguard 500 indexfonds.
In 1992 had Vanguard weer een primeur met één indexfonds dat zich ging richten op groeiaandelen en één dat waarde-aandelen ging volgen. De S&P 500 werd daarmee als het ware in tweeën gedeeld.
John Rekenthaler van researchbureau Morningstar heeft onderzoek gedaan naar deze fondsen en ze vergeleken met de actieve fondsen van Vanguard.
Geen speculanten
Een eerste conclusie is dat de beleggers in de indexfondsen duidelijk geen speculanten zijn. Dat blijkt uit de stabiele bedragen die over de jaren zijn ingelegd. Beleggers probeerden niet de markt te timen, maar investeerden op regelmatige basis geld in de fondsen.
Een tweede conclusie is dat het voor beleggers die in beide indexfondsen zitten, verstandig is om met enige regelmaat de balans te herstellen. Dat heeft te maken met het feit dat er jaren zijn waarin groeiaandelen het beter doen en jaren met een outperformance voor waarde-aandelen.
Optimaal blijkt een aanpassing elke vijf jaar. Dat is belangrijk omdat de indexfondsen op de lange termijn ongeveer gelijk renderen.
Meer instroom
Het laatste deel van Rekenthalers onderzoek gaat over de verschillen tussen actief en passief gemanagede beleggingsfondsen.
Het eerste wat hem opvalt, is dat de indexfondsen van Vanguard de laatste 30 jaar veel succesvoller zijn geweest in het ophalen van kapitaal.
Opgeteld hebben de groei- en waarde-indexfondsen samen een netto-instroom gehad van ongeveer 115 miljard dollar, terwijl bij drie van de vijf actieve fondsen per saldo geld werd weggehaald.
Vergelijkbaar rendement
Bij de resultaten is het beeld anders. De actieve fondsen van Vanguard hebben het gemiddeld niet slechter gedaan dan de indexfondsen.
Ze hebben bovendien vastgehouden aan een bepaalde strategie, wat altijd positief is, én ze hebben relatief lage beheerkosten. Dat maakt ze een volwaardig alternatief.
Twee groeifondsen
De keuze voor welk actief groeifonds kost Rekenthaler moeite.
Het oudste actieve groeifonds is het US Growth Fund, dat werd opgericht in 1959 en in Amerikaanse largecap-groeiaandelen belegt.
Het Primecapfonds werd in de jaren 80 opgericht en neemt iets meer risico. De Primecap-strategie is dat een aantal fondsmanagers los van elkaar een portefeuille samenstellen. Die portefeuilles worden vervolgens samengevoegd.
Op basis van de behaalde resultaten tot 1992 viel de keuze duidelijk in het voordeel uit van het US Growth Fund. Maar in de jaren erna draaide het beeld om in het voordeel van Primecap.
Dat is het lastige van actieve fondsen, vindt Rekenthaler. Het is van tevoren ontzettend moeilijk om in te schatten welk fonds het beter gaat doen, zelfs als ze allebei een duidelijke en begrijpelijke strategie hebben.