AEX en het oliespel Kempen/Van Lanschot en Barclays introduceerden vorige week garantieproducten gekoppeld aan respectievelijk de AEX-index en de Brent Crude. Wat zijn de kansen en risico's van deze nieuwe constructies? 8 maart 2011 14:30 • Door Marcel Tak Na een stille periode besprak ik afgelopen week twee nieuwe constructies. Kempen & Co brengt, met Van Lanschot als uitgevende instelling, de Dutch Trigger Note 11-14 naar de markt. Zonder koersstijging van de onderliggende AEX-index, is een rendement tot maximaal 10% op jaarbasis mogelijk. Over het algemeen zijn dit soort constructies aardig, zeker als ik rekening houd met de voorwaardelijke bescherming die de belegger krijgt bij een gelimiteerde koersdaling van de index. In dit geval krijgt de note van mij ook een ruime voldoende, hoewel ik de constructie iets minder aantrekkelijk vind dan een eerdere uitgifte van Kempen/Van Lanschot. Dat heeft mede te maken met de looptijd van de note, die twee jaar korter is. De looptijd is een wezenlijk element van een gestructureerd product en bepaalt vaak in belangrijke mate de aantrekkelijkheid. Bij garantieproducten geldt dat hoe langer de looptijd, hoe minder interessant de note is, als alle overige voorwaarden aan elkaar gelijk zijn. Om maar een extreem voorbeeld te geven: een eenjarige constructie op de AEX met volledige hoofdsomgarantie en 100% participatie, is aantrekkelijker dan een tienjarige note met voor het overige dezelfde karakteristieken. Lange looptijd minder risicovol Dat is gemakkelijk te zien. Als na één jaar de index met 50% is gedaald - ik houd van extreme voorbeelden omdat ze snel verduidelijken - lost de kortlopende note tegen 100% af, terwijl de 10-jaars constructie dan (ver) onder de uitgifteprijs noteert. Andersom, als de AEX met 40% is gestegen, lost de 1-jaars constructie tegen 140% af, terwijl de 10-jaars note mogelijk 120% of nog minder noteert. Bij producten met een voorwaardelijke garantie, zoals de Dutch Trigger Note, werkt het vaak andersom. Hoe langer de looptijd, hoe beter de risico-rendement perspectieven. Ook dat is eenvoudig aan te tonen, hoewel de situatie iets complexer is. Stel de index is na één jaar gestegen. De Trigger Note lost dan af tegen 110%, of de note nu een driejarige (maximale) looptijd heeft, zoals de Kempen-variant, of de aflossing na uiterlijk tien jaar zou plaatsvinden. Als de index voor langere tijd niet boven de startwaarde komt dreigt bij de note met korte looptijd aflossing op 100%. Of zelfs een flink verlies, als de index onder het beschermingsniveau duikt. Wanneer de note een veel langere looptijd heeft, is de kans dat de index uiteindelijk weer boven de startwaarde uitkomt groter, met alsnog een mooi rendement van nominaal 10% per verstreken jaar. Karakteristieken beoordelen Het geeft maar weer eens aan dat het belangrijk is bij gestructureerde producten alle karakteristieken goed te beoordelen. Dat geldt ook voor de besproken Commodity Protect Note 2 van Barclays. Natuurlijk moet u in de eerste plaats een oordeel hebben over de rendementskansen van het onderliggende mandje grondstoffen in de komende jaren. Vooral suiker is in dit opzicht interessant. De prijs is de afgelopen jaren sterk gestegen en er is een flinke backwardation (futureprijs is lager dan spotprijs). Dat zou kunnen duiden op een toekomstige prijsdaling, maar dat hoeft niet. De markt heeft immers niet altijd gelijk. Belangrijk in deze note is de koppeling aan de prijs van olie. In deze constructie is gekozen voor Brent Crude als onderliggende waarde. De spotprijs van de Noordzeeolie ligt echter veel hoger dan West Texas Intermediate (WTI). Dat is een uitzonderlijke situatie, op termijn lopen de prijzen wellicht weer naar elkaar toe. Die verwachting is ook te zien in de futureprijzen. Terwijl Brent Crude in backwardation is, liggen de futureprijzen voor WTI ongeveer gelijk aan de spotprijs. Wat betekent dit voor de belegger in de Barclays note? Enerzijds is er het nadeel dat de note als uitgangspunt heeft de relatief hoge actuele prijs van Brent Crude. Anderzijds is het door de backwardation mogelijk de benodigde opties tegen een relatief lage prijs aan te schaffen. Als de note was gekoppeld aan de lager geprijsde WTI, zou dat voordeel deels teniet worden gedaan door de hogere prijs voor de aan te schaffen opties. Stel dat op de einddatum van de note de olieprijs verder is gestegen en het verschil tussen beide oliesoorten gelijk is gebleven (of zelfs opgelopen). Dan is de belegger met deze Barclays-constructie beter uit vanwege de lager geprijsde opties, zich vertalend in een betere participatie. Maar als het verschil tussen beide oliesoorten kleiner is geworden, betekent dit dat WTI relatief beter heeft gepresteerd dan Brent. In dat geval hangt het van het verschil in participatiegraad tussen de notes af welke uiteindelijk een beter rendement zou opleveren. Hoogstwaarschijnlijk zal de note die gekoppeld zou zijn aan WTI dan beter presteren. Inspelen op verdwijnen van discount Voor degene die (uitsluitend) wil inspelen op het mogelijk verdwijnen van de discount tussen beide oliesoorten bestaan andere mogelijkheden. Zo zijn er short en long turbo’s/sprinters/speeders op zowel Brent als WTI te koop. Een short op Brent en een long op WTI geeft een positief resultaat als het verschil tussen beide oliesoorten afneemt. Maar let op, als het verschil langdurig aanhoudt kan het resultaat tegenvallen vanwege te verrekenen rente op beide hefboomposities. Daarnaast moeten de posities ook in de gaten worden gehouden vanwege de stoploss, waardoor eentje kan wegvallen. Actief beheer is dus geboden, maar als op korte termijn het verschil afneemt, is een leuk rendement te behalen, onafhankelijk van de richting van de olieprijs. Deze week besproken producten:Dutch Trigger NoteCommodity Protect Note 2 Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Opinie 08 mei Zeer grote kans kans dat alles over 10 jaar hoger staat Beursblogger Ben Carlson kijkt bij zijn beleggingen altijd in de achteruitkijkspiegel. Op basis daarvan kun je er met grote zekerheid vanuit gaan dat de beurs over 10 jaar hoger staat, net als huizenprijzen, het algemene prijsniveau en het bbp.
Assetallocatie 07 mei Optimix gaat keihard tegen de markt in Volgens Optimix zijn de overeenkomsten tussen de internethype van begin 2000 en de huidige hype zo groot, dat de vermogensbeheerder tegen de markt ingaat. Aandelen zijn verkocht en met de opbrengst zijn inflation linked obligaties gekocht, grondstoffenposities ingenomen en is een deel cash gehouden.
aandelen 02 mei Aandelen doen het op de lange termijn altijd beter Beursblogger Jonathan Clements geeft 5 goede redenen om op de lange termijn altijd te vertrouwen op de veerkracht van aandelen.
Assetallocatie 02 mei Ook zonder renteverlaging zijn aandelen de beste keuze Evan Brown, hoofd multi-asset bij UBS AM, blijft positief over aandelen, ook als de inflatie hardnekkig hoog blijft en de beloofde renteverlagingen van de Fed er dit jaar niet gaan komen. "Dat er minder rekening wordt gehouden met renteverlagingen heeft meer te maken met de sterke economische groei dan met de hardnekkig hoge inflatie."
Assetallocatie 22 apr Janus Henderson kiest voor cyclisch Europa Janus Henderson Investors kiest voor smallcaps en Europese aandelen. Volgens de Brits-Amerikaanse vermogensbeheerder houden beleggers te weinig rekening met een groeivertraging in de VS veroorzaakt door een langer hoog blijvende rente.
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.