In de zak van Tak "Wie goed is krijgt lekkers." Nou, dat worden lege schoenen bij Nederlandse hedgefunds - als ze daarmee al wegkomen. 5 december 2013 11:45 • Door Marcel Tak De afgelopen maanden besprak ik op deze plaats de prestaties van verschillende Nederlandse hedgefunds. Ik lette voornamelijk op de behaalde rendementen, met name in relatie tot de gehanteerde doelstellingen. Daarnaast besteedde ik aandacht aan de in rekening gebrachte kosten en natuurlijk kwam ook de informatievoorziening aan bod. Na de bespreking van 15 fondsen en 1 Amerikaans fonds (geleid door een Nederlander) trek ik een aantal conclusies. Eerst is het goed om aan te geven wat precies onder hedgefunds moet worden verstaan. Naar mijn idee is er sprake van een hegdefund als de te nemen risico's en de daaruit voortvloeiende rendementen niet of beperkt gecorreleerd zijn met traditionele indices van aandelen, obligaties en/of vastgoed. Het rendement komt vooral tot stand op basis van het analyseren van marktinformatie. De resultaten van deze analyses worden in het beleggingsbeleid toegepast om zo een van de markt onafhankelijk rendement te verkrijgen. Om het meer plastisch te zeggen, hedgefonds proberen te voorspellen wat de markt gaat doen en spelen daar op in. Het resultaat zou een absoluut rendement moeten zijn dat losstaat van het (gemiddelde) rendement van de sector en/of markt waarvan de beleggingen deel uitmaken. Om deze reden doen de Nederlandse hedgefunds harde uitspraken omtrent het verwachte absolute rendement. De percentages variëren daarbij van 7% tot in een enkel geval 30% of meer op jaarbasis. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de door mij onderzochte fondsen , de rendementdoelstellingen, de werkelijk behaalde jaarlijkse rendementen vanaf de oprichting en tot slot de verschillen tussen doestelling en realisatie. Jammer danGeen enkel fonds wist een beter rendement te behalen dan de vooraf aangegeven doelstelling. Soms zijn de afwijkingen beperkt, maar in 10 van de 15 fondsen is het verschil meer dan 5%. In 7 gevallen zelfs meer dan 10%. Positief is dat van de 15 Nederlandse fondsen er 9 zijn die vanaf de start een (veel beperkt) positief resultaat behaalden. Een kritische noot van enkele beheerders ten aanzien van mijn analyses was dat ik te weinig rekening heb gehouden met de risico's (volatiliteit) die de fondsen namen. Die kritiek begrijp ik. Het 14% rendement van HiQ is niet zomaar vergelijkbaar met de lagere 8% van Anthaurus. Die 14% kan (en is) met een hogere volatiliteit van het fonds behaald. In mijn analyses ging het er mij echter om de resultaten ten opzichte van de aan de beleggers voorgehouden doelstelling te relateren. Op basis daarvan moet ik concluderen dat de meeste fondsen de absolute rendementsdoelstelling niet kunnen waarmaken. Ik zou er een groot voorstander van zijn als de sector zichzelf oplegt het doelrendement en de gerealiseerde rendementen altijd tezamen weer te geven. Zo kunnen beleggers snel (loze) rendementenbeloftes op hun merites beoordelen. Kosten hoogDe kosten van hedgefunds zijn relatief hoog. Op een enkele uitzondering na bedraagt de gemiddelde beheerfee al gauw 2%. De operationele kosten liggen voor veel fondsen in de buurt van de 1%. Dat betekent dat voor de meeste fondsen een kostenpercentage van minimaal 3% geldt. Daarnaast hanteren alle fondsen een performance fee. In de meeste gevallen bedraagt deze 20%. In alle gevallen wordt het high watermark principe gehanteerd. Performance fee wordt dan pas berekend als de vorige hoogste stand wordt overschreden. Door de soms sterk wisselende resultaten van de individuele fondsen kan een performance fee grote nadelen met zich meebrengen. Als na een sterke fondsprestatie flink moet worden betaald aan de prestatievergoeding en het volgende jaar het rendement sterk negatief is, is in feite geheel ten onrechte de fee gerekend. Bovendien is er nog een ander aspect. Als het fonds een goede performance maakt stijgt het fondsvermogen en daarmee de beheerfee, dat in alle gevallen een vast (relatief hoog) percentage van de fondsomvang is. Deze beheerfee is derhalve al een soort performance fee. Ik adviseer de sector goed na te denken over de wijze waarop performance fee moet worden berekend (bijvoorbeeld pas na 5 jaar) en de hoogte daarvan (er is niets mis met 10% of minder). Naast als deze kosten zijn er ook de transactiekosten. Ook op dit punt was er hier en daar kritiek op mijn analyses. Ik hield onvoldoende rekening met het feit dat fondsen die alpha willen behalen (rendement onafhankelijk van de benchmark) kosten moeten maken om dat te realiseren. Er zijn soms zeer veel transacties (met daarmee samenhangende kosten) noodzakelijk om de rendementdoelstellingen te bereiken. Hoge kosten kunnen als het ware gezien worden als een investering dat rendement oplevert, of beter, zou moeten opleveren. Bij traditionele fondsen zijn de transactiekosten een noodzakelijk kwaad die per definitie zo laag mogelijk moeten worden gehouden, omdat daarmee direct het rendement wordt verhoogd. Het is een wat subtiel verschil, maar ik kan het er globaal mee eens zijn. Uiteindelijk moeten kosten altijd in het licht gezien worden van het behaalde resultaat. Als een hedgefund 5% per jaar aan transactiekosten nodig heeft, is daar niets op tegen als het beoogde rendement dan ook maar wordt behaald. Lage kosten zijn op zich geen pré als ook het rendement ondermaats is. InfoTot slot een enkel woord over de informatievoorziening. Die is, en dat viel mij echt mee, voor veel fondsen alleszins redelijk. Opvallend was wel dat een aantal fondsen ten aanzien van de prestaties vergelijkingen maakt met prijsindices, waarbij het dividend buiten beschouwing wordt gelaten. Ik vind dat zo vanzelfsprekend onjuist dat het mij verbaasde dat sommigen toch mijn kritiek bagatelliseerden. De prijsindex zou worden gehanteerd omdat deze bij het grote publiek beter bekend is. Een zwak excuus en naar mijn mening moeten de fondsen dit soort vergelijkingen niet doen. Wel kreeg ik een goede suggestie uit de sector om benchmark vergelijkingen niet met indices maar met ETF's te doen. De achterliggende gedachte is dat indexvergelijkingen ook geen correct beeld geven van de relatieve prestaties, omdat in de indices kosten niet worden meegnomen. Elke belegger maakt immers kosten. Een vergelijking van de prestaties met indexfondsen neemt dit element mee. Het lijkt mij een uitstekende suggestie, niet alleen goed voor hedgefunds, maar voor alle actief beheerde fondsen. ConclusieTot slot de hamvraag: wat vind ik zelf van de hedgefunds, na mijn analyses. Ik moet toegeven dat ik vooraf sceptisch stond tegenover fondsen die menen stelselmatig goede (absolute) rendementen te behalen door de markt te verslaan. Die scepsis ben ik niet kwijt. Ik moet wel constateren dat een aantal fondsen goed in staat is geweest zeer acceptabele prestaties te leveren. Van de door mij onderzochte fondsen zijn dat Alpha Future Spread Fund, Anthaurus Europe Fund, HiQ en Saemor. Het probleem blijft dat het onduidelijk is of deze fondsen ook in de toekomst goed zullen presteren. Blijven de modellen ook onder andere marktomstandigheden werken? Blijft het beheerteam van het fonds van dezelfde kwaliteit? De belegger kan, om deze risico's te mijden, spreiding over verschillende fondsen aanbrengen. Maar dan is het welhaast zeker dat daar ook een paar zeer negatieve uitschieters onder blijken te zitten. Een andere oplossing is slechts een kleine positie in deze fondsen in te nemen. De consequenties is dat in dat geval de bijdrage aan het portefeuilleresultaat beperkt blijft. Mijn liefde voor hedgefunds is na mijn analyses (nog) niet opgebloeid. Laat de sector de komende jaren maar aantonen dat dit gevoel onterecht is. Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 22 apr Janus Henderson kiest voor cyclisch Europa Janus Henderson Investors kiest voor smallcaps en Europese aandelen. Volgens de Brits-Amerikaanse vermogensbeheerder houden beleggers te weinig rekening met een groeivertraging in de VS veroorzaakt door een langer hoog blijvende rente.
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.
Assetallocatie 18 apr Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.