Drie ESG-factoren en hun effect op het rendement Duurzaam en sociaal beleggen met een hoog rendement is wat steeds meer beleggers willen. Maar ESG is een breed begrip en de correlatie met rendement is lastig te leggen. Schroders richt zich daarom op drie separate onderdelen van ESG: R&D, CO2-voetafruk en arbeidsomstandigheden. 15 november 2021 08:50 • Door IEXProfs Redactie Een groeiend aantal beleggers wil iets doen voor het milieu en de samenleving. De strategie moet een positieve impact hebben op de wereld, maar moet tegelijkertijd ook goed renderen. Dat leidt volgens de Britse vermogensbeheerder Schroders vaak tot lastige discussies. Er zijn inmiddels duizenden studies geschreven over ESG-beleggen en het beursrendement. Het probleem is dat het zo moeilijk is om te definiëren wat precies duurzaam en sociaal is. Wanneer heeft iets impact? Of, hoe valt te bewijzen dat een “slecht” bedrijf ook slecht presteert, of andersom? Drie ESG-factoren Schroders kiest voor een geheel eigen benadering om tegen dit vraagstuk aan te kijken. Uitgangspunt is niet het grote plaatje maar een aantal specifieke onderdelen van ESG-beleid. Die zijn: R&D CO2-voetafdruk Arbeidsomstandigheden Research & Development Bij R&D zal niet iedereen direct aan ESG-beleggen denken, toch legt Schroders die relatie wel omdat kennis en innovatie van groot belang zijn voor het oplossen van het klimaatprobleem waarbij de sociale en maatschappelijke gevolgen minimaal zijn. We kunnen met z'n allen water en brood gaan eten en de auto laten staan. Dat is goed voor het milieu, maar is het ook haalbaar en acceptabel? Waarschijnlijk niet. Technologische vooruitgang kan ervoor zorgen dat het milieu erop vooruitgaat zónder grote schade voor de economie. Maar heeft R&D ook een positieve impact op het rendement? De conclusie van Schroders is ja. Het is in de geschiedenis geen rechte lijn – er zijn periodes met hoge en lage correlatie – maar per saldo is er een duidelijk positief effect. Het is volgens Schroders ook niet zo dat het alleen technologie- en internetbedrijven zijn die profiteren van R&D. De relatie bestaat over een brede linie. Wel moet worden gezegd, dat de relatie tussen R&D en aandelenrendement sterker zichtbaar is in periodes waarin technologiefondsen het goed doen op de beurs. Er zijn een paar kanttekeningen te plaatsen. Gemiddeld genomen groeien R&D-intensieve bedrijven sneller dan bedrijven die het tegenovergestelde doen. Maar er is ook een groter risico aan verbonden. R&D kan ook niks opleveren en dan drukt het op de winst. Voor een lange termijn belegger hoeft dit geen probleem te zijn, als hij maar genoeg diversiteit aanbrengt in de portefeuille. Kortetermijnbeleggers die snel resultaten willen zien, lopen een ander risico. Grote kans dat zij de positieve langetermijneffecten van R&D-investeringen onderschatten. CO2-voetafdruk Het fijne bij de CO2-uitstoot is dat er redelijk veel betrouwbare informatie over bestaat. Het lastige is dat het moeilijk is om een bakker met een slager te vergelijken. Het is bovendien de vraag hoe diep er in de productieketen moet worden gekeken. Een windmolen is supergoed voor het milieu, maar hoe zit het met de productie van het staal voor de pijlers en de zeldzame grondstoffen die nodig zijn voor een turbine? Over het algemeen wordt er bij de CO2-voetafdruk onderscheid gemaakt tussen Scope 1, 2 en 3.Bij Scope 1 wordt alleen naar het product zelf gekeken, bijvoorbeeld een windmolen.Bij Scope 2 wordt het energieverbruik meegenomen. Bij Scope 3 wordt de hele productieketen onderzocht van transport tot de distributie. Dat maakt Scope 3 ook een stuk lastiger te berekenen. Wat Schroders heeft gedaan, is kijken naar Scope 2 in de periode vóór en na het klimaatverdrag van Parijs uit 2016. De CO2-intensiteit blijkt geen rol te hebben gespeeld vóór Parijs, maar daarna wel. De negatieve correlatie tussen CO2 en het beursrendement is dus iets van de laatste jaren. Vooral in de EU was het een goede strategie om vanaf 2016 CO2-intensieve bedrijfstakken te mijden en te focussen op bijvoorbeeld banken of andere dienstverleners met een lage uitstoot. Dat kan te maken hebben met de relatief strenge EU-klimaatregels. Een regionale uitzondering was Groot-Brittannië, wat waarschijnlijk te verklaren valt door de Brexit. Het is volgens Schroders nog een beetje de vraag of dit rendementsverschil tussen CO2-intensieve en CO2-extensieve bedrijven blijft bestaan. Het zou kunnen dat er nu prake is van een overwaardering van de tweede groep. Harde bewijzen daarvoor zijn er echter niet. Het zou wel interessant zijn om binnen de CO2-intenstieve sectoren, zoals of staal te kijken wie het beste presteert, degene met de hoogste voetafdruk of die met de laagste. Dat heeft Schroders nog niet gedaan. Arbeidsomstandigheden Tenslotte de sociale omstandigheden binnen bedrijven. Is het uitbuiten van werknemers goed of slecht voor het rendement? Hier is helaas weinig onderzoek naar gedaan. Ook in de huidige ESG-discussies speelt het een ondergeschikte rol. Verreweg de meeste aandacht gaat naar de E van Environment, terwijl arbeidsomstandigheden worden vergeten. Onterecht, vindt Schroders. De internationale arbeidsorganisatie ILO schat dat er elk jaar 2,8 miljoen mensen sterven vanwege hun werk en nog eens 374 miljoen mensen raken elke 10 jaar ernstig geblesseerd op het werk. Schroders heeft de relatie onderzocht vanaf 2009 tussen het aantal ongevallen op het werk en het beursrendement. Wat blijkt: bedrijven die veiligheid bieden op de werkvloer doen het qua koersvolatiliteit beter dan bedrijven waar het gevaarlijk is om te werken. Het effect op het rendement is minder helder. Toch denkt (en hoopt) Schroders dat dit effect er op de lange termijn wel is. Als beleggers meer aandacht aan schenken aan de arbeidsomstandigheden wordt het een soort selffulfilling prophecy. Daarnaast duiden goede arbeidsomstandigheden op een modern toekomstgericht management dat zijn werknemers serieus neemt en kansen biedt voor ontplooiing. Dat verhoogt de motivatie en daarmee het bedrijfsresultaat op de lange termijn, denkt Schroders. De Redactie van IEXProfs bestaat uit verschillende journalisten. De informatie in dit artikel is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies, of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. . Deel via:
Impactbeleggen 30 jan JSS Green Planet Fund: Kansrijk beleggen in een groene toekomst Beleggen in de toekomst is volgens S. Safra Sarasin beleggen in de groene transitie. Lees meer over het JSS Sustainable Equity Green Planet Fund, dat in de laatste drie jaar niet alleen hard is gegroeid maar ook sterk heeft gepresteerd.
ESG 17 jan ESG is dood, lang leve ESG 2.0! Matt Christensen, hoofd duurzaam en impact beleggen bij Allianz Global Investors, schetst de vijf belangrijkste duurzaamheidsthema's van 2024. Politieke verdeeldheid dreigt het grootste struikelblok te worden.
ESG 01 nov Biodiversiteitsverlies, het megarisico dat slechts enkelen zien Het verlies van biodiversiteit is volgens De Nederlandsche Bank (DNB) een groot risico voor de financiële stabiliteit. Cardano heeft een methode ontwikkeld om dit verlies te meten en zo de beleggingsrisico’s in kaart te brengen. IEXProfs sprak met Dennis van der Putten, Chief Sustainability Officer bij Cardano.
Impactbeleggen 24 jul “Impactbeleggen is pionieren” Als hoofd Private Markets & LDI leidt Rik Klerkx de inspanningen van Cardano om voor z’n klanten, veelal middelgrote pensioenfondsen, een positieve impact en een gezond rendement te boeken. “Hun duidelijke wens is om meer te doen met impactbeleggingen. Wij komen hen tegemoet met maatoplossingen.”
Impactbeleggen 28 jun PE en impactbeleggen vormen een goede combi Private equity heeft volgens Achmea IM veel te bieden aan beleggers die naast een mooi rendement een positieve bijdrage willen leveren aan een betere wereld.
Impactbeleggen 26 jun ”De financiële sector heeft een rol te spelen” Hadewych Kuiper van Triodos Investment Management over de betekenis en het belang van impactbeleggen. “Het is een hardnekkige mythe dat impactbeleggen ten koste zou gaan van rendement.” Dit is de eerste aflevering van een serie interviews over de zin van impactbeleggen.