Nieuws
Drie misvattingen over illiquide beleggingen
Volgens State Street Associates worden de kosten van private equity vaak onderschat.
Private equity beleggingen genieten grote populariteit onder institutionele beleggers zoals pensioenfondsen en verzekeraars. Het rendement is goed en er zijn geen vervelende koersschommelingen. Een groot nadeel is alleen de lage liquiditeit.
Neem een pensioenfonds dat voortdurend geld binnenkrijgt en uitdeelt. Als het een keertje tegenzit en er komt minder binnen dan er uitgaat, dan moet er cash worden vrijgemaakt. Met private equity (PE) is dat lastig omdat deze beleggingen niet direct te verkopen zijn op de beurs.
Optimale portefeuile
Institutionele beleggers weten dat natuurlijk. Toch zien Will Kinlaw en David Turkington van State Street Associates een aantal misvattingen over dit liquiditeitsrisico regelmatig terugkomen.
Allereerst wordt er wel eens gedacht dat het liquiditeitsprobleem van PE geen probleem is zolang de netto-cashflow positief is. Alle rekeningen kunnen dan immers worden betaald. Maar dit gaat voorbij aan het feit dat liquiditeit voor meer dingen goed is dan alleen het nakomen van betalingsverplichtingen. Het is voor elke belegger belangrijk om de portefeuille regelmatig in balans te brengen en gebruik te kunnen maken van buitenkansjes. En daar is cash voor nodig.
Een tweede misvatting is dat de illiquiditeitspremie alle pijn vergoedt. Op zich zit hier wat in. Private equity levert meer rendement op wat in theorie genoeg zou moeten zijn om te compenseren voor het liquiditeitsrisico. Maar dat geldt voor de gemiddelde belegger. Volgens Kinlaw en Turkington verschilt het liquiditeitsrisico sterk per belegger. De een heeft veel meer behoefte aan flexibiliteit dan de ander. Elke belegger moet daarom goed kijken hoeveel illiquide beleggingen verantwoord zijn.
Liquiditeit wordt soms als een apart gegeven gezien, dat los staat van het risico en het rendement. Maar in een portefeuille is alles met elkaar verbonden. Kinlaw en Turkington geven het voorbeeld van twee beleggingsrekeningen. Via de ene mag slechts één keer aan het begin worden gehandeld. Bij de andere is de belegger flexibel. Normaalgesproken zal de laatste met een hoger rendement finishen omdat de portefeuille constant geoptimaliseerd kon worden. Met andere woorden, liquiditeit heeft directe gevolgen voor het rendement en het risico.
Wat moeten beleggers doen?
De eerste stap is beseffen dat niet-liquide beleggingen verborgen kosten hebben, terwijl liquide beleggingen extra baten opleveren.
Het advies van State Street is om verschillende toekomstscenario’s door te rekenen - van hele positieve tot hele nare met bijvoorbeeld een financiële crisis - en vervolgens daar een optimale schaduwportefeuille uit te destilleren.