Nieuws
Prijskaartje reshoring: 1000 miljard dollar
Bedrijven die hun productie terughalen uit China moeten de komende jaren rekenen op een extra kostenpost van 1 biljoen dollar. Het goede nieuws voor beleggers: op de lange termijn leidt reshoring tot meer automatisering en robotisering, dus lagere kosten.
Bedrijven die hun productieprocessen willen verplaatsen van China naar hun thuismarkten in Europa en de VS moeten de komende vijf jaar rekenen op kosten die kunnen oplopen tot 1.000 miljard dollar.
Dat blijkt uit een onderzoek van Bank of America Merrill Lynch (BofA) naar dit proces van reshoring waar verschillende media verslag van doen.
Volgens het hoofd research bij BofA, Candace Browning, hadden veel bedrijven al voor het coronavirus plannen om delen van de productie terug te halen uit China. Covid-19 heeft dit proces in een stroomversnelling gebracht.
Niet per definitie slecht
Op de lange termijn is dat zeker niet alleen negatief voor beleggers. Er zijn een heleboel sectoren die volgens het BofA-rapport profiteren van reshoring. Denk aan de machinebouw, ingenieursbureaus, automatisering en robotica.
Verder zouden ook de Amerikaanse en Europese banksector kunnen profiteren van meer industriële productie in de thuismarkten.
Op korte termijn moeten beleggers echter rekenen op een neerwaarts effect op het rendement van ongeveer 70 basispunten.
Versnellend effect
Volgens BofA spelen bij reshoring een heleboel zaken een rol. De laatste maanden tijdens de coronacrisis was het vooral de onderbreking van productieketens die bedrijven aan het denken heeft gezet.
Vóór de crisis waren andere zaken aan de orde, zoals klimaatverandering en verhoogde aandacht voor ESG-standaards, het groeiend aantal handelsconflicten; diefstal van intellectueel eigendom, en de opkomst van fabrieken met minder mensen en meer robots.
Eind globalisering
Met de toegenomen reshoring komt er een eind aan tientallen jaren van globalisering en offshoring. BofA verwacht dat overheden zich actief met dit proces zullen gaan bemoeien door bedrijven te steunen die productie terughalen. Denk bijvoorbeeld aan het geven van bepaalde belastingvoordelen, goedkope leningen of andere subsidies om ze over de streep te trekken.
De schatting van een biljoen dollar is uiteraard een grove benadering van de kosten. Toch zullen de meeste economen het er mee eens zijn dat het om grote bedragen gaat. Of die kosten zich op de lange termijn terugbetalen, hangt volgens veel economen af van de snelheid waarmee dit proces zich voltrekt.
Moderne fabrieken staan er immers niet van vandaag op morgen. Bedrijven die gedwongen worden snel om te schakelen, zullen te maken krijgen met hogere arbeidskosten.