Willis Towers Watson bestudeert al jaren de effecten van overnames op de beurskoers van kopende partijen. Bedoeling van een overname is natuurlijk om de winstgevendheid en daarmee ook de beurswaarde van een bedrijf te vergroten. Synergie-effecten moeten de kosten omlaag brengen. Overnames moeten zorgen voor sterkere marktposities, waardoor de winstmarges omhoog kunnen.
Helaas blijkt de realiteit anders. Overnames voegen in de meeste gavellen geen beurswaarde toe, maar vernietigen die juist, zo constateert consultant Willis Towers Watson steeds weer.
Dit jaar zijn de overnameresultaten beroerder dan anders. Sinds de lancering van Willis Towers Watsons Quarterly Deal Performance Monitor (QDPM) in 2008 waren de resultaten slechts in een jaar slechter.
"Gekeken naar de aandelenkoersen zijn overnemende partijen er acht achtereenvolgende kwartalen niet in geslaagd om bij deals van meer dan 100 miljoen dollar waarde toe te voegen, waardoor zij de afgelopen drie maanden met 6,4% onder de MSCI Global Index bleven en het afgelopen jaar met 4,6%." 59% van de 333 deals die in het lopende jaar zijn gesloten heeft geen waarde toegevoegd.
"59% van de 333 deals die in het lopende jaar zijn gesloten heeft geen waarde toegevoegd"
Weinig easy wins
Azië-Pacific is de enige regio ter wereld, die in het derde kwartaal van 2019 positieve M&A-cijfers noteerde. Dealmakers in deze regio presteerden 0,8% boven de lokale index, waarmee er een einde kwam aan een reeks van tien achtereenvolgende negatieve kwartalen.
Europese kopers beëindigden een reeks van negen achtereenvolgende positieve kwartalen door met 6,7% onder de regionale index te blijven. De activiteiten op het continent hebben ongetwijfeld te lijden gehad van het slechtste derde kwartaal aller tijden van kopers in het VK, dat uitkwam op -20% (op basis van slechts zeven gesloten deals).
Ondertussen hadden ook Noord-Amerikaanse ondernemingen voor het achtste achtereenvolgende kwartaal moeite om waarde uit hun deals te halen, en noteerden zij het slechtste resultaat van alle regio’s met een onderprestatie van -6,9%.
Gabe Langerak, hoofd M&A West Europa. “Maar hoewel er maar weinig easy wins zijn geweest, blijkt uit ons onderzoek toch dat twee van de vijf deals de volatiliteit van de markt, de dalende waarderingen en macro-economische en politieke onzekerheid met succes het hoofd hebben geboden en beter hebben gepresteerd dan de benchmark.”
M&A-markt verslechtert
Andere opmerkelijke conclusies uit het onderzoek:
- Het aantal grote deals (meer dan 1 miljard dollar) was dit kwartaal het laagst sinds 2009, en liggen op koers voor het laagste jaarlijkse niveau sinds 2013.
- Er zijn in het derde kwartaal van 2019 7 megadeals (ter waarde van meer dan tien miljard dollar) gesloten, ten opzichte van nul in het voorgaande kwartaal en vijf in Q1 2019.
- Het duurt langer om M&A-transacties te voltooien. Deals die in de eerste negen maanden van 2019 waren gesloten werden gemiddeld in 140 dagen afgerond. Dat waren nog 119 dagen in dezelfde periode in 2018.
“De afgelopen tien jaar zijn voor dealmakers relatief goed geweest, maar momenteel drukken handelsoorlogen, de Brexit, een zwakke Chinese economie en prognoses van langzamere groei het sentiment op de kapitaalmarkten. Alles wijst erop dat er zware tijden aankomen”, vertelt Langerak.
“Dealmakers zullen tijdens de volgende neergang misschien de neiging hebben om vanaf de zijlijn toe te kijken, waardoor veel deals complexer worden en het meer tijd kost om ze te sluiten."
M&A kansen nemen juist toe
Volgens Willis Towers Watson is een verzwakking van de economie helemaal niet slecht voor overnames. Sterker, dat biedt juist kansen. "Goed uitgevoerde deals gebaseerd op een duidelijke strategische motivatie, een grondige due diligence en gezonde financiële overwegingen, creëren waarde bij zowel gunstige als zware economische omstandigheden," aldus Langerak.
Als een verslechtering van de economische omstandigheden samengaat met dalende koersen, dan biedt dat kopende partijen in ieder geval de mogelijkheid dat ze voor hun deal minder hoeven te betalen.