Nieuws
Dooie boel bij liquid alt-fondsen
Acht jaar geleden waren de liquid alternatives-fondsen nog zeer gevraagd bij voorzichtige beleggers. Nu zit de klad erin.
Voor beleggers met hoogtevrees leken liquid alternatives-fondsen (liquid alts) een paar jaar geleden nog een prachtig instrument om zich te beschermen tegen een koersval. Long-short fondsen, futures-ETF’s en andere liquid alts schoten na de kredietcrisis als paddenstoelen uit de grond. Maar het was van korte duur, concludeert Morningstar.
Eigenlijk zit al vanaf 2014 de klad erin. Als de grote spelers AQR, Blackstone en JP Morgan buiten beschouwing worden gelaten, krimpt de markt met vele miljarden per jaar, in 2016 werd er bijvoorbeeld netto 6,8 miljard dollar onttrokken aan de liquid-alts (exclusief de eerder genoemde spelers).
Een van de redenen voor het uit mode raken, zijn het lage rendement en de hoge kosten. Beleggers zijn niet langer bereid te wachten op een keerpunt.
Spiraal naar beneden
Wat volgt is een dodelijke spiraal naar beneden. Hoe kleiner een liquid alt-fonds, hoe hoger de kosten voor resterende beleggers. Wat er uiteindelijk toe leidt dat veel fondsen het loodje leggen, zo blijkt uit onderzoek van Morningstar.
Een op de drie liquid alts van vijf jaar geleden bestaat niet meer. Ze zijn opgeheven of gefuseerd. En dat op zich is weer een reden om liquid alts te mijden. Immers, fondsen die worden beëindigd kunnen allerlei vervelende neveneffecten hebben voor beleggers.
De belastingdienst
Ze kunnen bijvoorbeeld verplicht worden te verkopen op een ongunstig moment, of ze kunnen worden verplicht een vermogenswinstbelasting te betalen.
Het advies van Morningstar voor beleggers die toch in liquid alts willen beleggen, is het te zoeken bij grotere spelers met een lange trackrecord. Fondsen met minder dan 100 miljoen dollar onder beheer kunnen beter gemeden worden.