Een inkomen verdienen uit een portefeuille met beleggingen kan nog wel, maar het is aanzienlijk moeilijker geworden dan een paar jaar geleden.
Beleggers die hechten aan inkomen zullen moeten leren flexibeler, opportunistischer en onconventioneel te handelen. Dat blijkt uit gesprekken met Ivan Moen van Optimix Vermogensbeheer, Lennart Smits van Juno Investment Partners en Aymeric Forest van Schroders.
“Met coupons en dividenden redt u het echt niet meer”, zegt Moen. “Toen wij in juni 2007 met Juno begonnen,” zegt Smits, “kreeg u gemiddeld 4,5% rente op een staatsobligatie. Nu is dat een 0,5%.”
Coupon is verdampt
Forest, hoofd Multi-Asset beleggingen bij Schroders, voegt daaraan toe: “Beleggers zullen hun universum fors moeten verbreden om voldoende inkomen te blijven verdienen.”
De obligatiecoupon, hét klassieke verdienmodel voor de inkomensbelegger, is verdampt tot decimalen achter de komma. Daarmee is ook het risicoprofiel in zijn tegendeel omgeslagen. “Staatsleningen zijn veel riskanter geworden,” observeert Moen.
“Als de rente nu 2% zou stijgen, kan een belegger in staatspapier zo maar 14% aan waarde verliezen.” Ook dividenden zijn niet langer een manier om blind geld te verdienen. Gemeten in dollars stagneren dividenden wereldwijd al drie jaar, constateerde de nieuwste Henderson Global Dividend Study.
Schuiven met beleggingscategorieën
Optimix en Schroders bieden dit probleem op vergelijkbare wijze het hoofd: zoek naar de beste bronnen en wees niet bang te switchen van bron naar bron. Sinds de start wisselt Schroders’ multi-asset-portefeuille sterk in samenstelling.

“Blijf flexibel tussen vermogenscategorieën en selectief binnen iedere categorie,” zo omschrijft Forest deze aanpak. Ook het Optimix Income Fund kijkt veel verder dan de traditionele assetcategorieën.
Moen noemt een voorbeeld: gespecialiseerde fondsen die levensverzekeringen in portefeuille nemen. “De gemiddelde polishouder is een man van veertig jaar oud die keurig ieder jaar premie betaalt. De onderliggende beleggingen van zulke fondsen leveren een gestage stroom premies op over periodes van tien tot dertig jaar.”
Alternatieve obligaties
Cat bonds zijn een andere optie. Cat staat hier voor catastrofe: het zijn beleggingen in verzekeringen tegen tornado’s en tsunami’s. “Nog meer gespecialiseerd en nog minder liquide dan de levenfondsen,” zegt Moen.
“U kunt er hooguit eens per maand in of uit. Daar krijgt u dan een premie voor. Denk aan 4 tot 6%, tegen 1 of 2% voor een investment grade bedrijfsobligatie.” Net als de Schroders Multi-Asset fondsen ging het Optimix Income Fund in 2012 van start.
Lees ook: cat bonds
Sindsdien verdiende het gemiddeld 4,6% per jaar (zie grafiek). De samenstelling van de portefeuille is zeer divers, en wisselt ook nog eens sterk. Eind januari zat 16,2% in staatsobligaties, 41,5% in credits, 5,2% in aandelen en 6,4% in liquiditeiten.

Infrastructuur te lastig
Een maand later was dat respectievelijk 15,9%, 36%, 5,1% en 14%. Een categorie die momenteel erg in de mode is, schittert door afwezigheid. “Infrastructuur mag dan een magisch woord zijn geworden,” zegt Moen, “wij zien niet goed hoe je daar een aparte beleggingscategorie van kunt maken. De meeste infra-bedrijven zijn enorme conglomeraten. Hun beurskoers hangt van heel veel meer af dan alleen infrastructuur.”
Juno Investment Partners heeft een heel andere benadering. De Wassenaarders beleggen in kleinere Europese familiebedrijven met een beursnotering. “Voor onze klanten staat inkomen niet op zichzelf,” zegt Lennart Smits.
“Zij zijn vooral geïnteresseerd in absolute rendementen.” Juno belegt alleen in ondernemingen die jaar in, jaar uit minstens 15% rendement behalen op hun vermogen, terwijl de kosten van dat kapitaal gemiddeld 8 tot 9% bedragen.
Dividend is een extraatje
“Zulke bedrijven voegen ieder jaar economische waarde toe,” aldus Smits. “Vaak keren ze geen of weinig dividend uit. Ze blijven liever investeren. Dividend is in onze ogen een extraatje. Een sigaar uit eigen doos, ten koste van duurzame waardegroei.”
In de acht jaar sinds de oprichting voegde het Juno Selection Fund een samengesteld rendement toe van gemiddeld 14% per jaar.
In opportunistischer jaren blijft het eigenwijze fonds achter: vorig jaar was het rendement slechts 2%. De zucht naar cyclische en financiële waarden ging ten koste van de kwalitatieve groeiaandelen die Juno in portefeuille heeft, aldus de Juno-website.
“Toch blijven wij pure aandelenbeleggers,” zegt Smits. “Sinds wij begonnen is de koers-winstverhouding maar een paar punten gestegen: van zeventien naar twintig. Het risico zit tegenwoordig in obligaties.”
Joost Ramaer is freelance journalist en schrijver van het boek De Geldpers – De teloorgang van het mediaconcern PCM (Prometheus, 2009). Over beleggen schreef hij eerder een wekelijkse column in NRC Handelsblad (2011-2013). De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.