Marcel Tak is dé special product-specialist van IEX en IEXProfs, maar schrijft ook graag over rente, obligatiemarkt en toezicht als hij zich daartoe geroepen voelt. "De financiële sector is in belangrijke mate bezig met het verplaatsen van lucht. De werkelijke toegevoegd waarde is beperkt. In mijn columns wil ik relativeren, tegenwicht bieden en zo mogelijk de andere kant van de medaille laten zien."

Nieuws

Index20+ maakte het waar in 2016

Passief beleggen was in 2016 lucratiever dan actief beleggen. De Index20+ ging er met de overwinning vandoor.

"In 2016 moet de passieve Index20+ een klinkende overwinning bereiken, net als in 2013 en 2014."

Dat schreef ik vorig jaar naar aanleiding van de smadelijke nederlaag die de passieve Index20+ leed ten opzichte van de actieve IEX Fonds40. De verzameling actief beheerde fondsen behaalde over 2015 bijna 3% meer rendement dan de passieve tegenhanger.

Dat was een uitzondering, want de jaren daarvoor bleek passief beleggen tot een beter rendement te leiden dan actief beheer op basis van stockpicking. Gelukkig voor mij kon ik mijn ietwat branieachtige belofte voor 2016 waarmaken.

Passief wint in 2016

Index20+ ging er in 2016 met de overwinning vandoor. Het totaalrendement kwam uit op 7,97%. Daarmee was passief beleggen lucratief ten opzichte van het actieve beheer, want Fonds 40 bleef in 2016 steken op een overigens alleszins acceptabele 6,68%.

Passief beleggen rendeerde derhalve 1,29% beter dan actief. Dat klinkt al mooi, maar nog leuker is het om het anders te stellen: Index20+ scoorde over 2016 een maar liefst 19% beter resultaat dan Fonds40…

Dat is natuurlijk marketingtaal en daar zal ik mij niet aan bezondigen. De bedoeling van deze strijd tussen beide strategieën is om in de praktijk na te gaan of indexbeleggen inderdaad, zoals onderzoek uitwijst, beter scoort dan actief beleggen.

Lagere kosten, echt

Sinds de start van deze strijd (2012) staat Index20+ op een mooie voorsprong van 5% ten opzichte van Fonds 40. Het hogere rendement over 2016 van ruim 1% heeft in ieder geval te maken met de lagere kosten.

Ik vermoed dat de fondsen van Index20+ gemiddeld zomaar dit percentage goedkoper zijn dan de actieve tegenhanger. Neem bijvoorbeeld de iShares Core MSCI Word ETF, dat wereldwijd belegt en over 2016 in euro een rendement van 10,95% behaalde.

De officiële kosten (TER) van het fonds bedragen 0,2%. In werkelijkheid liggen de echte kosten van het fonds, het verschil tussen het bruto-indexrendement en fondsrendement, met 0,42% over 2016 wel iets hoger.

Forse underperformance

Maar de actieve tegenhangers, hebben zeker het dubbele aan kosten. Het Morgan Stanley fonds rekent 0,94% aan lopende kosten, maar daarin zijn eventuele belasting inefficiënties niet meegenomen.

Voor die hogere kosten krijgt de belegger, in ieder geval over 2016, een forse underperformance van ruim 7% ten opzichte van de benchmark voor zijn kiezen.

Het tweede actieve fonds, Robeco Global Premium Equities heeft 0,81% aan lopende kosten. Dat was in 2016 op zich een goede investering, want met een rendement van 11,83% liet het fonds de benchmark 1% achter zich.

Niet meer beleggingskennis

Maar per saldo wint de iShares ETF gemakkelijk van beide fondsen gemiddeld, zonder actieve inspanning die de twee stockpickers zich moeten getroosten. Er zijn meer opvallende verschillen in prestaties tussen actief en passief.

Wat dacht u van het Vanguard FTSE Emerging Market fonds, dat in 2016 in euro een rendement van 16% behaalde. Daar konden de twee actieve fondsen bij lange na niet tegenop.

Tezamen behaalden de actieve fondsen een rendement van slechts 5,5%. Dat is opmerkelijk, omdat vaak wordt gesteld dat in de ontwikkelde landen actief moeilijker zijn meerwaarde kan tonen dan in de veel lastiger opkomende landen, waar specifieke beleggingskennis vereist is.

Frontierindexbeleggen werkt

Nog opvallender is daarom het enorme verschil tussen actief en passief beleggen in de frontier markets. Deze markten zouden, nog meer dan voor de emerging markets geldt, specifieke kennis vereisen, maar de passieve index deed het veel beter dan de actieve fondsen.

db x-trackers S&P Select Frontier ETF behaalde maar liefst 29% rendement. Daarmee was het niet alleen de best scorende van alle ETF’s, het fonds deed het ook beter dan alle actieve fondsen.

De actieve frontier-fondsen bleven met 14,5% rendement, op zich ook fraai, flink achter bij de db-X ETF. Voor de ontwikkelde markten VS en vooral Europa gold dat ook in deze categorie, meer volgens verwachting, de actieve fondsen achterbleven bij het vergelijkbare indexfonds (outperformance respectievelijk en 3,9% 1,2%).

Actief scoort lokaal

Die betere indexprestatie konden de op Nederland gerichte Think (AEX en AMX) niet bereiken. Dat impliceert een compliment aan BNP Paribas Netherlands Fund en Kempen Orange fund die 2% beter presteerden dan de passieve ETF’s.

De Nederlandse aandelen waren niet de enige categorie waarin actief kon scoren. Wereld vastgoed, bijvoorbeeld, was in goede actieve handen. Henderson HF Global Property Equities en NN Global Real Estate Fund waren gezamenlijk goed voor gemiddeld 4,0%.

De wereldwijd beleggende Think ETF moest het doen met een kleine min van 0,1%. De actieve schone energie fondsen deden het relatief helemaal goed. Triodos en Schroders waren verantwoordelijk voor het actieve beheer en gemiddeld kwamen deze fondsen uit op -0,2%.

Niks met kosten te maken

Geen topscore, zo lijkt het, maar nog altijd (veel) beter dan de -13,9% waarmee beleggers in de passieve iShares Global Clean Energy ETF het moesten doen. Dat beleggen in emerging markets soms toch beter actief kan plaatsvinden, lieten de obligatiefondsen van Pictet en vooral Aberdeen zien.

Gemiddeld behaalden deze fondsen bijna 11,5% rendement, waar het passieve Amundi fonds bleef steken op 9,9%. Ook de absolute return fondsen deden het beter dan de index. De actieve beheerders in deze categorie behaalden ruim 5,5%, waar de passieve tegenhanger een rendement van 4% realiseerden.

De betere prestatie van de Index20+ heeft zeker te maken met de lagere kosten. Maar er zijn, zoals uit het voorgaande blijkt, ook grote verschillen in prestatie tussen actief en passief die niets met de kosten te maken hebben.

Passieve kopie

Per saldo echter houden die uitschieters elkaar redelijk in evenwicht en is het uiteindelijke verschil van 1,29% nog enigszins binnen de perken. Voor 2017 zal mogelijk de samenstelling van Index20+ iets wijzigen, afhankelijke van de tactische manoeuvres die binnen Fonds 40 gaan plaatsvinden.

Uitgangspunt zal echter blijven een zo goed mogelijke passieve kopie van het actieve Fonds 40 te maken. Ook als bijvoorbeeld obligaties daar weer een prominente plaats in zouden hebben. Mijn eigen negatieve rendementsverwachtingen voor deze categorie zijn ondergeschikt.

Index20+ wil alleen maar beter presteren dan Fonds40, onafhankelijk van mijn visie. Niet meer, maar zeker ook niet minder!


Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Lees meer

Assetallocatie