Institutioneel gaat alternatief

Institutionele beleggers wereldwijd verwachten de komende twee jaar meer te wijzigen in hun assetallocatie dan in 2012 en 2014, zo blijkt uit een groot onderzoek van vermogensbeheerder Fidelity International onder 933 institutionele beleggers in 25 landen die bij elkaar 21 biljoen dollar beheren.

De belangrijkste wijzigingen worden verwacht in alternatieve beleggingen, binnenlandse obligaties en cash. Met name in Nederland zijn illiquide alternatieve beleggingen in trek. 89% van de Nederlandse institutionele beleggers is van plan om daar de komende twee jaar meer in te beleggen. Dat was in 2012 nog 45%. Nog populairder zijn binnenlandse obligaties: in Nederland verwacht 91% van de ondervraagden hun allocatie daarin te vergroten, terwijl in 2012 58% juist van plan was om hun allocatie te verkleinen. Cash is eveneens populairder geworden bij Nederlandse institutionele beleggers: 87% verwacht hun cashposities te vergroten.

Verwachte beleggingaanpassingen door institutionele beleggers

Geloof in actief beheer

Bijna alle institutionele beleggers geloven dat ze nog altijd alpha kunnen genereren. Gemiddeld genomen streven institutionele beleggers naar een rendement van ongeveer 6%, en denken ze jaarlijks 2% aan alpha te kunnen genereren.

Bijna de helft van de institutionele beleggers in Europa en Azië heeft de afgelopen drie jaar de belegginsaanpak aangepast. Ze zijn voornamelijk meer kwantitatieve als kwalitatieve informatie gaan gebruiken bij het besluitvormingsproces.

Wat betreft kwalitatieve informatie geeft 85% van de ondervraagde institutionele beleggers aan dat emoties van bestuursleden (90%), dynamiek in het bestuur (94%) en berichtgeving in de pers (86%) enigszins invloed hebben op beslissingen over assetallocatie. Ongeveer een derde spreekt zelfs van een aanzienlijke invloed.

Heather Fleming, hoofd institutionele distributie VK/Ierland van Fidelity International: “Uit het onderzoek blijkt dat institutionele beleggers hun portefeuilles op een dynamischere manier beheren, en dat zij meer beleggingsbeslissingen nemen dan voorheen. Nu er meer kwalitatieve en kwantitatieve factoren van invloed zijn op beslissingen, kunnen institutionele beleggers echter te maken krijgen met een overaanbod aan informatie. Om de enorme hoeveelheid aan data bij te kunnen benen, moeten institutionele beleggers overwegen hun beleggingsproces opnieuw te bekijken en te verbeteren.”

Zorgen nemen wel toe

Institutionele beleggers zijn het meest bezorgd over lage rendementen (30%) en marktvolatiliteit (27%). Deze zorgen zijn sinds 2010 toegenomen. Toen was slechts 25% het meest bezorgd was over lage rendementen, gevolgd door de markvolatiliteit met 22%.

Maar, en dat is toch opvallend: de zorgen zijn afhankelijk van het type institutionele belegger. Wereldwijd breken staatsfondsen (46%), pensioenfondsen in de publieke sector (31%), verzekeraars (25%), en schenkingsfondsen (22%) zich vooral het hoofd over de marktvolatiliteit. Zorgen over lage rendementen worden vooral uitgesproken door pensioenfondsen in de private sector (38%).