Fleur van Dalsem werkt ruim tien jaar bij IEX en is sinds haar studietijd actief in het wereldje van de financieel economische journalistiek. Als redacteur werkte zij voor verschillende financieel economische tijdschriften en websites.

Fleur schrijft voor meerdere IEX-websites, vooral voor IEXProfs, en voor het IEXProfs magazine.

Nieuws

Gratis ETF’s niet in zicht

Is een lopende kostenfactor van nul voor ETF's binnenkort binnen handbereik? Zo’n vaart zal het niet lopen, verwachten drie lokale ETF-aanbieders.

De kosten van ETF’s gaan door toenemende concurrentie en schaalgrootte steeds verder omlaag. Is een TER van nul binnenkort in zicht? Zo’n vaart zal het niet lopen, verwachten drie lokale ETF-aanbieders.

Door de almaar hevigere concurrentie tussen ETF-aanbieders kan de beheervergoeding maar een kant op, naar beneden, zo denkt de Amerikaanse indexmaker S&P Dow Jones Indices. Doordat ETF’s die beleggen in marktgewogen indices aan dezelfde markten exposure bieden en zicht op dezelfde rendementen bieden, kunnen aanbieders alleen op prijs het verschil maken.

Wordt dat een nieuw marketingmodel voor assetmanagers? ETF’s verlieslatend verkopen en geld verdienen met smart bèta en actieve fondsen. Volgens S&P Dow Jones Indices zouden vermogensbeheerders plain vanilla-ETF’s gratis kunnen aanbieden om schaalgrootte in belegd vermogen te creëren.

Nee, niet gratis

Reguliere ETF’s kunnen geld in het laatje brengen met het uitlenen van effecten. Volgens S&P Dow Jones Indices is in de afgelopen tien jaar 95% van de nieuwe instroom in fondsen in de goedkoopste, veelal passieve fondsen beland.

Indexfondsen hebben in 2015 19% van het wereldwijd beheerde vermogen voor hun rekening genomen, tegen 11% in 2009. In Europa zijn tussen 2009 en 2014 de kosten van actief beheerde fondsen met 5% gedaald, tegen 42% voor passieve fondsen.

De kosten van passieve fondsen dalen veel harder dan die van actieve fondsen. Maar wat verwachten de aanbieders van ETF’s hier in Nederland, of iets breder, Europa? In de VS lopen ze immers altijd voor met dit soort trends. Worden ETF’s echt gratis? Een kleine belronde leert dat niemand dat denkt.

Addertje onder het gras

Alhoewel, er is een tijdje een gratis ETF geweest, eentje van db X-Trackers op de Eurostoxx 50. Dat product had een TER van nul, weten experts zich nog te herinneren, maar goedkoop bleek geen garantie voor succes, want die ETF deed het niet goed.

Maar beleggers moeten ook oppassen voor gratis producten. Waar zit het addertje onder het gras? Martijn Rozemuller, directeur van Think ETF’s: “Ik ben altijd heel erg argwanend als iets gratis is. Want hoe kan een onderneming levensvatbaar zijn en blijven als het zijn producten of diensten gratis weggeeft? Dus een ETF met 0% beheerfee verwacht ik niet snel, tenzij het als marketingtool wordt gebruikt en (of) er een ander verdienmodel is.”

Think heeft in zijn businessmodel de beheervergoeding als enige vergoeding. Natuurlijk is uitlenen van de onderliggende effecten in ETF’s om de kosten laag te houden of het rendement op te krikken, niet verboden, als dat maar duidelijk en goed omschreven in de productomschrijving staat.

Vaste kosten blijven

Dat was in het verleden niet altijd het geval. “Als een aanbieder namelijk 0,07% beheervergoeding vraagt, of zelfs in de toekomst misschien 0%, maar vervolgens nog wel 0,1 of 0,15% aan het effectenuitleenprogramma verdient, dan vind ik niet dat je kan zeggen dat de kosten maar 0,07% (of 0%) zijn.”

Volgens Robin Kooijman, directeur ETF Sales van Lyxor Nederland en Philippe Roset, head SPDR ETF’s Nederland, is een TER van nul niet realistisch. Zij zijn het – onafhankelijk van elkaar – eens dat aanbieders nooit niks kunnen vragen voor een ETF vanwege de vaste kosten.

In de TER zit bijvoorbeeld bewaarloon, vergoeding voor de indexbouwer waarop de ETF gebaseerd is, registratiekosten, kosten voor de notering op de beurs, kosten voor toezicht. Roset: “Het is dus niet zo dat door de kosten van de ETF-aanbieder op nul te zetten, de ETF ook gratis is. Die vaste kosten blijven altijd.”

Schaalgrootte is key

Kooijman: “Bij voldoende schaalgrootte kunnen de kosten wel omlaag. Bijvoorbeeld van 0,20 naar een TER van 0,10. Als de instroom in die goedkopere ETF dan verdubbelt, dan heeft dat zeker zin. En doordat de ETF dan weer meer vermogen onder beheer heeft, kunnen de kosten misschien nog iets naar vanaf die TER van 0,10. Grote partijen hebben het daarbij makkelijker dan kleintjes. Zij kunnen die vaste kosten spreiden over grotere beheerde vermogens en zo prijsdalingen doorvoeren.”

Wat betekent dat? Dat kleinere partijen in Europa zullen stoppen? Dat er een shake out van ETF-aanbieders komt? Kooijman: “Er komt meer consolidatie en kleinere aanbieders moeten zich herorienteren. Credit Suisse – geen kleine partij, maar wel met ETF’s – is bijvoorbeeld gestopt met ETF’s aanbieden. Maar wellicht dat er partijen zijn uit de VS die in Europa willen groeien en een kleinere partij willen overnemen. Of uit Azië. Daar is passief beleggen ook aan een opmars begonnen.”

Roset: “Uit cijfers van onderzoeksbureau ETFGI blijkt dat er in Europa 54 ETF-aanbieders actief zijn. De top-tien daarvan heeft ongeveer 95% van de markt in handen. Dat betekent dat zo’n veertig aanbieders samen de resterende 5% moeten verdelen."

"Ik verwacht dat vele daarvan nog niet break-even draaien, dus ja die zullen op een geven moment moeten stoppen of zich aansluiten bij een grotere partij. Maar zouden die ook een partij willen die de zoveelste Eurostoxx 50- ETF aanbiedt? Dat denk ik niet. Alleen Europese aanbieders die iets anders doen, een eigen strategie hanteren, die toegevoegde waarde bieden, zullen interessant zijn.”

Concurreren met actieve fondsen

Zullen kostenverlagingen zorgen voor nog meer concurrentie? Ja, natuurlijk wel, maar niet alleen tussen ETF-aanbieders onderling. De kostenverlagingen zullen volgens Kooijman vooral ten koste gaan van het beheerd vermogen van actieve managers.

En die hebben het de laatste jaren al lastiger omdat de rendementen onder druk staan. ETF-aanbieders willen niet alleen op prijs het verschil maken voor de klant. State Street doet dat bijvoorbeeld door goed na te denken over indices.

Roset: “Wij kijken goed naar de indexmethodiek. Zo hebben we bijvoorbeeld een fixed income-ETF met obligaties met een korte looptijd, waarbij ook obligaties zijn opgenomen die in het verleden zijn uitgegeven, maar nu binnen de vereiste korte looptijd vallen. Dat doen we door een andere obligatie-index te kiezen dan de standaard indices. Zo bieden wij onze klanten meer spreiding, want die is soms ver te zoeken bij fixed income-ETF’s.”

TCO is beter

Kooijman: “Wij zijn al drie jaar bezig met een efficiency-indicator. We volgen niet alleen de kosten van een ETF, maar kijken ook naar liquiditeit, tracking error, performance en vatten dit samen in de total cost of ownership van een ETF.”

Ondertussen blijft er wat betreft kosten nog veel discussie mogelijk. Wat is de beste kostenmaatstaf? De TER of liever toch total cost of ownership? Rozemuller is een groot voorstander van een hele goede, sluitende allesomvattende kostendefinitie.

“Want daarmee zouden de mogelijkheden om op een andere manier dan via de beheervergoeding te verdienen aan een klant uitgesloten moeten worden. Als alles goed gaat, dan zal met de invoering van Mifid II zo’n kostendefinitie een feit zijn. Dan wordt dus hopelijk echt duidelijk wat het kost om in een product te beleggen.”

Dit artikel is ook verschenen in IEXProfs Magazine 3, 2016


Fleur van Dalsem is redacteur bij IEX.nl. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.

Lees meer

Impact beleggen