We zijn verslaafd aan de financiële sector. Dat constateert de Wetenschappelijk Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in een zwaarlijvig rapport (263 pagina's) over de verhouding tussen samenleving en banken.
Die afhankelijkheid is gevaarlijk en er is sprake van een onevenwichtige verhouding. Dat geldt zowel op micro- als op macroniveau, zo stelt de Raad. Financiële producten kunnen, zeker als het mis gaat, een enorme impact hebben op het wel en wee van de individuele consument en dat geldt ook voor semipublieke instellingen.
Denk maar eens aan het Vestiadebacle. De woningbouwcorporatie ging ten onder aan onverantwoord gebruik van derivaten.
Dramatische relatie
Op macroniveau behoeft de dramatische relatie tussen financiële sector en maatschappij nauwelijks betoog. Problemen in de financiële sector werken ontwrichtend op de economie (kredietverlening) en het redden van banken riskeert veel geld van de belastingbetaler.
In het rapport worden voorstellen gedaan de maatschappelijke afhankelijkheid van de financiële sector te verminderen. De voorstellen zijn gedaan vanuit verschillende invalshoeken:
- Maak economie en samenleving minder afhankelijk en meer weerbaar tegen de financiële sector.
- Maak de financiële sector robuuster.
- Besteed vanuit politiek meer aandacht en voer beter beleid ten aanzien van financiële sector
Eén van de punten die door de WRR wordt aangehaald is te stoppen met fiscale bevoordeling van schulden. Het aangaan van schulden wordt te veel gestimuleerd. Natuurlijk wordt de aftrek van hypotheekrente als sprekend voorbeeld genoemd.
De Raad wil de aftrek voor nieuwe hypotheken afschaffen door de waarde van de woning en de hypothecaire lening naar box 3 over te hevelen.
Niet ontmoedigen
Om de effecten te mitigeren zou een deel van de woningwaarde vrijgesteld kunnen worden van box 3-belasting. De redenering dat het aangaan van schulden slecht is als het om de financiering van de woning gaat, is twijfelachtig.
Het kopen van een huis moet gezien worden als een investering. Er is geen enkele reden het aangaan van een schuld bij de aanschaf van een huis te ontmoedigen. Er is wel reden het misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan, maar dat is door een reeks van maatregelen al lang gebeurd.
Bovendien wordt door het afschaffen van renteaftrek een ongelijkheid gecreëerd ten opzichte van de huursector. Immers, de kosten van investeringen door huiseigenaren die vervolgens hun woning verhuren, zijn wel aftrekbaar.
Principieel onjuist
Nu stelt de WRR voor ook voor bedrijven het fiscale regime te veranderen en bijvoorbeeld de aftrekbaarheid van schuld af te schaffen. Of, als alternatief, de aftrekbaarheid van de kosten van eigen vermogen te introduceren.
In beide gevallen wordt het kind met het fiscale badwater weggegooid. Het afschaffen van de aftrekbaarheid van kosten van vreemd vermogen, betekent feitelijk niets anders dan een hoger winstbelasting.
Het introduceren van aftrek van kosten van eigen vermogen is principieel onjuist (eigen vermogen is geen kostenpost) en wordt een gedrocht van wetgeving (hoe definieer je de zogenaamde kosten van eigen vermogen).
Spaargeld afschermen
Als het gaat om het tegengaan van (excessieve) schuld kan op dit moment de vinger beter richting ECB worden gericht. Door het langdurig laag houden van de rente wordt in ieder geval een ongekende stimulans voor schuldcreatie gegeven.
Voor zover gestimuleerd moet worden hypotheekschuld tegen te gaan, kan beter gedacht worden aan maatregelen een deel van het opgebouwde of op te bouwen pensioen daarvoor in te zetten. Voor dat idee geeft het rapport ook (terecht) een aanzet.
Om de financiële sector sterker te maken stelt de WRR onder andere voor de publieke taken van de financiële instellingen, zoals betalingsverkeer en krediet aan het MKB, veilig te stellen. Dit zou kunnen door spaargeld (en daarmee kredietverlening) van het besmettingsgevaar van risicovollere activiteiten af te schermen.
Anticyclisch krediet
Op zichzelf is dat geen slecht voorstel, maar in de praktijk zal dat lastig zijn te realiseren. Ik denk dat dit alleen kan door een afsplitsing van het publieke deel van de bank. Maar het is daarbij goed te realiseren dat ook dan het spaargeld niet automatisch veilig is.
De WRR stelt voor dat banken geprikkeld moeten worden vooral kredieten te geven in slechte tijden. Dat werkt anticyclisch. Het gevolg is echter dat het van het risico van complexe financiële producten gevrijwaarde spaargeld wel wordt blootgesteld aan een eenvoudige, maar risicovolle kredieten.
De weerbaarheid van de financiële consument ten opzichte van de financiële sector is een belangrijk element in een evenwichtige relatie tussen de financiële sector en de maatschappij.
Goed onderwijs
Zo stelt WRR voor dat waakhonden zich pro actief opstellen, consumenten hun krachten bundelen in collectieven en standaardproducten de norm worden. Dat zijn allemaal maatregelen waar wel wat op af te dingen valt, maar zeker een bijdrage kunnen leveren aan het versterken van de positie van de consument.
Belangrijk echter is het vergroten van de kennis van de consument inzake vraagstukken van financiële aard. Het rapport geeft er enige aandacht aan, maar dat had wat mij betreft veel meer mogen zijn.
Goed onderwijs en kennis van zaken vormen de basis om financiële ongelukken te voorkomen. Natuurlijk zal niet iedereen is staat zijn voldoende kennis te verkrijgen om ingewikkelde financiële producten te beoordelen.
Rijbewijs verplicht
Daarom pleit ik voor een verplicht examen bij de koop van een financieel product. Is de consument niet in staat de daarbij behorende vragen te beantwoorden, dan kan het product ook niet gekocht worden.
Om het maar op mezelf te betrekken: ik ben niet in het bezit van een rijbewijs. Het zou niet in het belang van het wegverkeer, noch van mijzelf zijn, toch in een auto rond te gaan rijden. Wat voor het wegverkeer zo logisch is, zou dat ook voor het financiële verkeer moeten zijn.
Ondanks deze kanttekeningen en kritiekpunten, vind ik de analyse en voorstellen van de WRR zeker een goede aanzet om te komen tot een betere verhouding tussen maatschappij en financiële sector.
Bovendien is het historische overzicht in het eerste deel van het rapport interessante leesvoer voor iedereen die iets meer wil weten hoe de huidige relatief tussen maatschappij en bankwezen zo gegroeid is.