De obligatiemarkt is flink in beweging. Loopt na drie decennia van positieve rendementen het rentefeestje op zijn laatste voeten? Koersen van Europees en Japans schatkistpapier hebben deze en afgelopen week een flinke uitglijder gemaakt. Rentes zijn flink gestegen.
De Duitse tienjaarrente is in korte tijd van min 0,2% opgeveerd naar positief terrein. “In dit soort markten zijn dat stevige stijgingen,” zegt Elwin de Groot, hoofd van het macro strategieteam bij Rabobank Financial Markets Research. Voor analisten van Deutsche Bank was de correctie het ideale moment om het einde aan te kondigen van het obligatiefeestje, dat al circa 35 jaar duurt.
Politici en economische beleidsmakers wacht intense hoofdpijn. “Sinds begin jaren tachtig worden de wereldeconomie en de rendementen van beleggingen gedreven door globalisering en enorme demografische veranderingen. Aan dat tijdperk komt een einde.”
Einde vastrentende feestje
De komende 35 jaar zullen er anders uitzien, aldus Deutsche Bank doordat economische, politieke, beleids- en beleggingstrends de andere kant op zullen bewegen. Een peiling van Bank of America Merrill Lynch onder institutionele beleggers in de eerste week van september hintte ook al op het einde van het vastrentende feestje. De vrees is groot voor een schokgolf op de obligatiemarkten.
De groei en inflatie(verwachting) zijn wereldwijd nog altijd laag; waarom verlaten dan steeds meer gasten het rentefeestje? De Groot spreekt van een technische correctie die mogelijk dieper gaat vanwege de twijfel bij beleggers over of centrale banken doorgaan met hun monetaire beleid. “Maar deze marktreactie is ietwat voorbarig.”

“In de zomermaanden is er traditioneel weinig aanbod van papier in een markt waar de ECB een belangrijke speler is, die meer obligaties is gaan opkopen. Het is de ECB in juli en augustus ook niet gelukt om de doelstellingen te halen. Dat is, net als de Brexit en verzwakking van de groei wereldwijd, een verklaring waarom rentes hard zijn gedaald. Na de voor beleggers teleurstellende ECB-vergadering afgelopen week zijn rentes weer gaan stijgen, en is de rentecurve steiler geworden. Beleggers zijn ook in brede zin risico-avers geworden, gelet op wat op aandelenbeurzen gebeurt.”
Twijfel over centrale banken
Obligatiemarkten zijn in beweging gekomen doordat bij de centrale banken in Europa en Japan de twijfel toeneemt over de effectiviteit van monetaire stimulering, zegt Sandra Crowl, lid van het beleggingscomité van Carmignac. In weerwil van Deutsche Bank maar net als De Groot verwacht zij geen bear market. Wel signaleert zij een ‘minizeepbel.’
“De markt is de rentecurve anders gaan inprijzen doordat de centrale banken meer oog krijgen voor de negatieve effecten op de lange termijn van grootschalig stimuleren. Het werkt onder andere vertragend op economische cycli. In Duitsland, de Verenigde Staten en recent in Japan sorteren beleggers voor op een steilere rentecurve.”
De fundamentals blijven belangrijk, stelt De Groot. Als die niet verbeteren, worden de centrale banken gedwongen om hun ruimhartige geldbeleid voort te zetten en dan is het obligatiefeestje nog niet voorbij. In dat opzicht is de huidige correctie anders dan die van vorig jaar april/mei, toen de Duitse tienjaarsrente bijna een vol procent omhoog ging, en schatkistpapier in de uitverkoop ging.
“Toen waren rentes in de eurozone door het starten van het opkoopprogramma door de ECB in korte tijd enorm hard gedaald, terwijl er tekenen waren dat het economisch juist beter ging. Dat was een correctie terug naar de fundamentals. Nu is het aanmodderen, gekeken naar de wereldeconomie en stijgt de inflatieverwachting mondjesmaat.”
Negatieve rente

In Europa doet de negatieve rente niet alleen pensioenfondsen en spaarders pijn maar brengt ook de Europese Centrale Bank (ECB) in technische problemen. De ECB wil alleen obligaties uit de markt halen met een coupon die hoger is dan de depositorente. Bunds dreigen daardoor buiten de boot te vallen. “Er zijn eenvoudigweg niet voldoende obligaties om te kopen,” zegt Crowl. Rentecurve krommen
Zij wijst ook naar Japan, waar de centrale bank de rentecurve wil krommen door flexibeler obligaties uit de markt halen, en zich meer te richten op middengedeelte van de rentecurve. Obligaties met looptijden van vijf tot zeven jaar zijn belangrijk voor de financieringsbehoefte van Japanse bedrijven. “Dat is een significante beleidsverandering. En als het niet nu gebeurt dan zeker in de toekomst.”
De eerste gasten die het obligatiefeestje dreigen te verlaten, zijn de centrale banken vrezen beleggers. De grenzen van wat centrale bankiers kunnen, lijkten te zijn bereikt, uitgezonderd mogelijk de inzet van helikoptergeld. De hoop is gevestigd op hogere overheidsbestedingen.
Broekriem losser
Crowl ziet hoopvolle ontwikkelingen in onder andere Italië en Frankrijk, waar regeringen bereid lijken om de broekriem losser te trekken. Het effect daarvan op obligatiemarkten hangt af van hoe overheden zouden stimuleren, zegt zij. “Als landen schulden weer laten oplopen, zal dat zichtbaar zijn aan het eind van de rentecurve, en vinden mogelijk afwaarderingen plaats door de kredietbeoordelaars.”
De Groot ziet het in de eurozone niet snel gebeuren dat de politiek het stokje overneemt van de centrale bank en met flinke overheidsinvesteringen groei aanjaagt. “Dat zou een mooie reden voor centrale banken zijn om een stapje terug te doen, maar ik vraag me af of er voldoende draagvlak voor is. Als enkele landen de speelruimte gebruiken die er is dan is dat uiteraard een ander verhaal.”
Jorge Groen is freelance journalist. Eerder werkte hij voor het Financieele Dagblad en RTL Z en hij is oud-hoofdredacteur van IEXProfs, IEXGeld en Nederlands Pensioen- en Beleggingsnieuws (NPN).