Fitch telt na de Brexit 11.700 miljard dollar aan staatsobligaties met een negatieve rente, een stijging van 1.300 miljard dollar ten opzichte van voor het referendum. Doordat meer schuldpapier onder water staat, staan illiquide beleggingen met hun potentieel hogere rendementen en mogelijkheden tot diversificatie nadrukkelijk in de etalage.
Het is echter te vroeg om te stellen dat de uitslag van het Britse referendum de draai naar illiquide beleggingen verder heeft versterkt, zo leert een rondgang langs experts. Portfoliostrategist Jaap Hoek van Robeco, vindt het opvallend dat verliezen na de Brexit op aandelenmarkten beperkt zijn gebleven, evenals het feit dat de kredietvergoeding in creditmarkten maar licht is opgelopen. “De Brexit heeft op korte termijn weinig veranderd in de vraag naar illiquide beleggingen.”
Pas over drie tot zes maanden zijn de eventuele effecten zichtbaar, verwacht Caroline Muste-Merks, Head of Private Debt bij NN IP. “Illiquide beleggingen hebben een vrije lange doorlooptijd, waardoor markteffecten vertraagd doorwerken. Vastgoedfondsen en aandelen van vastgoedbedrijven in het Verenigd Koninkrijk zijn geraakt, maar het is te vroeg om uitspraken te doen over de gevolgen voor continentale commerciële vastgoedleningen.”
Illiquide beleggingen
Beleggingen zijn illiquide doordat transactiekosten in de regel hoger liggen dan bij aandelen en obligaties. Daarnaast zijn market makers nodig om de handel te faciliteren. Illiquiditeit ontstaat ook als kopers en verkopers over niet dezelfde informatie beschikken of als vraag en aanbod elkaar moeilijk vinden, bijvoorbeeld door het ontbreken van een centrale markt. Een kleine markt met weinig partijen kan grote verschillen opwekken tussen bied- en laatprijzen.
Verschillende soorten beleggingen voldoen aan die voorwaarden. Zoals onroerend goed(leningen) en infrastructuur(leningen), private equity en hedgefondsen. Maar ook smallcapaandelen waarin weinig handel zit, grondstoffen en aandelen in ontoegankelijke opkomende markten.
Illiquide beleggingen worden vooral gezocht door pensioenfondsen en verzekeraars, die het geld en het geduld hebben om de langere rit (vijf tot vijftien jaar) uit te zitten, die bij illiquide beleggingen hoort. “Het is onverstandig om in een illiquide belegging te stappen en er direct weer uit te stappen,” zegt Muste-Merks. “Een belegger in illiquide producten moet door een storm op de financiële markten heen kunnen laveren.”
Search for yield
De gestegen vraag naar illiquide beleggingen is met name het gevolg van de zoektocht naar extra rendement van pensioenfondsen en verzekeraars. Na de Brexit is de onzekerheid toegenomen, wat wereldwijd tot dalende rentes heeft geleid. Daardoor intensiveert de search for yield, verwacht de markt.
“De search for yield kan de vraag naar illiquide beleggingen op twee manieren aanwakkeren: als de risicopremies van liquide alternatieven te laag zijn gaan beleggers op zoek naar alternatieve risicopremies. Of als door de lage rente de behoefte toeneemt aan extra rendement. Het laatste heeft na de Brexit een extra impuls gekregen,” zegt Hoek.
Behalve de search for yield wordt de vraag naar illiquide beleggingen gestuwd doordat institutionele beleggers kritischer naar het vermogen en de verplichtingen op de balans te kijken. “Dat leidde bij sommige institutionele partijen tot de conclusie dat een deel van de balans best illiquide belegd kan worden, bijvoorbeeld door investment grade credits om te ruilen voor investment grade directe leningen."
Hoger op de creditcurve
"De illiquiditeitspremie biedt zicht op een potentieel beter rendement, zonder dat het risico wezenlijk verandert zolang er goede convenanten zijn ingebouwd in de documentatie,” zegt Muste-Merks. “Beleggers die meer risico kunnen nemen, kunnen liquide producten uitruilen voor illiquide varianten, die hoger op de creditcurve zitten.”
Doordat er veel is te kiezen gekeken naar risico en rendement, is volgens Hoek managersselectie de beste oprit naar alpha. Hij citeert de Amerikaanse topbelegger David Swensen van Yale Endowment die stelt dat het bij illiquide beleggingen niet altijd goed is te achterhalen of rendementen zijn toe te schrijven aan de toegevoegde waarde van de manager of de illiquiditeitspremie.
“Je moet niet in illiquide assetclasses beleggen voor de risicopremie, maar voor de alpha. De managers en fondsen moeten in het topkwartiel zitten.”
Jorge Groen is freelance journalist. Eerder werkte hij voor het Financieele Dagblad en RTL Z en hij is oud-hoofdredacteur van IEXProfs, IEXGeld en Nederlands Pensioen- en Beleggingsnieuws (NPN).