AFM, grijp in bij nieuwe risicometer! Er is een nieuwe risicometer voor vermogensbeheerders, maar daarin is enkel toekomstig risico opgenomen. Why AFM? 14 juni 2016 13:00 • Door Marcel Tak Het valt niet mee om op een verstandige manier met de begrippen risico en rendement om te gaan. De onderlinge relatie is een hachelijke. Natuurlijk kent iedereen de dooddoener dat een hoger rendement alleen behaald kan worden door meer risico te nemen. Of dat een laag risico betekent dat ook het rendement bescheiden zal uitvallen. De werkelijkheid is weerbarstiger. Het lastige is dat rendement een helder eenduidig begrip is, terwijl je over risico boeken vol kan schrijven om het dan nog niet volledig omvat te hebben. Extra lastig is dat rendement gekoppeld is aan de menselijke emotie hebzucht, terwijl risico onlosmakelijk verbonden is met angst. Als risico niet goed duidelijk te maken is, verdwijnt de angst naar de achtergrond. Focus op risico Rendement daarentegen wordt uitgestald als de snoeprekken bij de kassa's van de supermarkt. Natuurlijk weet je dat het niet goed is, maar de verleiding van het kleurige suikerwerk is veelal niet te weerstaan. De financiële sector weet heel goed, door schade en schande wijs geworden, dat het niet in het belang van de klant is, maar zeker ook niet in dat van de sector zelf, om risico te veronachtzamen. Als risico's onderschat worden, of op zijn minst niet goed worden gezien, blijven beleggers later mogelijk met een flinke verlieskater zitten, die ook grote schade voor de financiële instellingen betekent. Vandaar dat de sector de afgelopen jaren veel meer de focus heeft op risico dan op rendement. Op zichzelf een uitstekende ontwikkeling. Eén van de initiatieven van de sector, in samenwerking met de toezichthouder, is de ontwikkeling van de risicometer. De risicometer is verplicht voor beleggingsfondsen om beleggers op een eenduidige manier inzicht te geven in het risico van het product. Nieuwe risicometer Op een schaal van zeven betekent een cijfer van een of twee dat het fonds als risicomijdend, defensief of als een andere "veilige" benaming kan worden gezien. Fondsen die zichzelf een zes of zeven moeten toebedelen, hebben vanzelfsprekend een hoog risicoprofiel. Recentelijk heeft de risicometer voor fondsen een broertje/zusje gekregen in de vorm van de Risicometer Beleggen. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), de initiatiefnemer van deze meter, wil dat de prestaties van vermogensbeheerders beter vergeleken kunnen worden. Het defensieve profiel bij de ene bank kan namelijk een hoger risico impliceren dan bij de andere bank. Via de Risicometer Beleggen worden die verschillen inzichtelijk. De meter berekent, net als die voor fondsen, het risico op basis van de historische volatiliteit. Verplicht rendementen publiceren Omdat wordt uitgegaan van breed gespreide beleggingen worden hiervoor de indices op verschillende assetcategorieën gebruikt. Ik vind de ontwikkeling naar een gestandaardiseerde risicometing voor vermogensbeheerders uitstekend. Wat mij betreft, ik heb dat al eerder betoogt, mag toezichthouder AFM vermogensbeheerders zelfs verplichten om dit soort informatie op hun websites te publiceren. Maar dan niet alleen de meter, maar ook de gerealiseerde rendementen. Pas dan kunnen beleggers zowel het risico als het daarmee behaalde resultaat van vermogensbeheerders echt goed vergelijken. Natuurlijk zitten er nadelen aan het gebruik van een gestandaardiseerde risicometer. De NVB noemt er zelf een tweetal. Risico's vergeten Zowel het liquiditeitsrisico als het kredietrisico worden in de meter niet meegenomen, zo stelt de bankenvereniging. Dat is een rare opsomming, want het raakt de kern van het gemis van de meter niet. Alsof andere risico's dan die van liquiditeit en krediet wél worden meegenomen in de meter. Dat is niet het geval. Geen enkel toekomstig risico is daarin opgenomen. Uitsluitend de volatiliteit, de resultante van in het verleden verwachte en gerealiseerde risico's, maakt deel uit van de meter. Dat is juist wat de aanbieders van het meetinstrument helder en eenduidig moeten benadrukken. Dat de risicometer beleggers geheel op het verkeerde been kan zetten, bewijst die voor de iShares Euro Government Bond 1-3yr ETF. Dit indexfonds lijkt een veilig alternatief voor beleggers die de financiële markten niet vertouwen en hun geld in ieder geval niet willen blootstellen aan langlopende obligaties met nauwelijks rente. Veiligheid voor alles? Dan liever (tijdelijk) beleggingsgeld stallen in een ETF van kortlopende obligaties met als debiteur de overheden in de eurozone, zo kan de gedachte zijn. iShares meldt op de site dat het fonds de index volgt met obligaties van Frankrijk, Duitsland, Nederland, Italië en Spanje. Natuurlijk, op rendement hoef je als belegger niet te rekenen. Het gewogen gemiddelde rendement van de obligaties in deze index is negatief. Het uitkeringsrendement, de totale uitkeringen ten opzichte van de waarde van het iShares fonds, bedraagt 0,15%. De officiële kosten van het fonds liggen met 0,2% zelfs nog hoger. Maar goed, veiligheid gaat voor alles. Het safe haven gevoel wordt bevestigd door de risicometer, die aangeeft dat het fonds een twee scoort op het maximum van zeven. Verkeerde been De belegger die op basis van de geboden informatie, de naam van deze ETF (Euro Government Bond) en het daarmee veronderstelde lage risico tot aanschaf overgaat, moet zich nog maar eens drie keer bedenken. Want de samenstelling van de index, en daarmee de ETF, is bizar. De Barclays index, de onderliggende waarde, bestaat uit zeven obligaties. Daarvan zijn er drie met Spanje als debiteur en vier op naam van de Italiaanse overheid. Dus met deze Euro Government ETF, belegt u uitsluitend in de Italiaanse (54%) en de Spaanse (46%) overheid. Als klap op de vuurijl krijgt u geen rendement. Met een eventueel Brexit voor de deur en daarboven op grote onzekerheden ten aanzien van beide overheden, is dit alles behalve een risicomijdende positie. Zowel de naam van de ETF, de geboden informatie als het toegekende risicocijfer zetten (potentiële) beleggers geheel op het verkeerde been. Dat is niet in het belang van de klant en ook niet in het belang van de sector. Hier is echt werk aan de winkel voor de toezichthouder. AFM, doe er wat aan! Marcel Tak is zelfstandig beleggingsadviseur en oprichter/beheerder van het Bufferfund. De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Deel via:
Assetallocatie 22 apr Janus Henderson kiest voor cyclisch Europa Janus Henderson Investors kiest voor smallcaps en Europese aandelen. Volgens de Brits-Amerikaanse vermogensbeheerder houden beleggers te weinig rekening met een groeivertraging in de VS veroorzaakt door een langer hoog blijvende rente.
Opinie 18 apr Yes! Wereldwijde groei versnelt In 2023 presteerde de Amerikaanse economie beter dan de meeste andere regio's in de wereld. Ook in 2024 gaat het de VS voor de wind, waarbij Grace Peters van J.P. Morgan Private Bank verwacht dat de economische groei in de rest van de wereld nu ook in een hogere versnelling gaat.
Assetallocatie 18 apr Van Lanschot Kempen koopt niet langer Japanse aandelen Van Lanschot Kempen is afgestapt van zijn overwogen-positie in Japanse aandelen. De bedrijfswinsten ontwikkelen zich nog steeds goed, maar de waarderingen beginnen flink op te lopen.
Assetallocatie 17 apr Cashberg langs de lijn gaat nergens naartoe Gerben Lagerwaard van State Street Global Advisors gelooft er niets van dat de gigantische hoeveelheid geld die nu in geldmarktfondsen is geparkeerd binnen afzienbare tijd naar de aandelenmarkt wordt gealloceerd.
Assetallocatie 16 apr "Impact aanval van Iran op financiële markten is beperkt" "De directe actie van Iran tegen Israël dit weekend heeft geleid tot de vrees voor verdere escalatie, maar bij afwezigheid van een volledige crisis in de regio - wat niet ons basisscenario is - denken we dat de impact op de financiële markten beperkt zal blijven." Dat schrijft Greg Hirt van Allianz Global Investors.
Assetallocatie 16 apr Amundi positiever over komende 10 jaar, negatiever over 25 jaar Amundi AM is sceptischer geworden over snelle maatregelen tegen het opwarmen van de aarde. De eerste 10 jaar is dat nog gunstig voor beleggers. Daarna wordt de rekening betaald.