Nieuws
Meer renteverlagingen in Japan
De centrale bank van Japan heeft markten verrast door voor een negatieve rente te stemmen. Dit moet inflatie stimuleren.
De centrale bank van Japan heeft markten verrast door voor een negatieve rente te stemmen. Dit moet inflatie stimuleren. De maatregel kwam onverwachts.
Haruhiko Kuroda, de gouverneur van de Bank of Japan, had de afgelopen dagen nog ontkend dat een negatieve rente een optie was. De Bank of Japan heeft de afgelopen jaren vertrouwd op een massaal inkoopprogramma van overheidsschulden. Op die manier tracht de bank de in het slop geraakte Japanse economie vlot te trekken.
Het belangrijkste probleem is een aanhoudend gevaar voor deflatie. Met de massale inkopen, op dit moment 80.000 miljard yen (674 miljard dollar) per jaar, wilde de Japanse centrale bank de rente drukken en daarmee consumptieve bestedingen stimuleren. Op dit moment is ongeveer een derde van de uitstaande Japanse schuld in handen van de centrale bank.
Meer renteverlagingen
De Japanse overheidsschuld bedraagt 230% van het nationale inkomen van Japan. Dit beleid van monetaire financiering leek de afgelopen jaren succesvol. De inflatie liep langzaam op, hoewel het gewenste inflatieniveau van 2% nooit werd bereikt. In de afgelopen maanden vond een omslag plaats. De dalende olieprijs was een belangrijke oorzaak.
Maar ook zorgen over een stokkende wereldeconomie brachten Japanners aan het twijfelen. De keuze voor de negatieve rente moet Japanners nu tot meer consumptie en de hogere inflatie die daar het gevolg van is, stimuleren. Volgens analisten is de nu gekozen beleidslijn een teken dat de focus van de Bank of Japan meer gericht zal zijn op verdere renteverlagingen.
Uit de notulen van de vergadering bleek dat er een kleine meerderheid in het bestuur was voor de renteverlaging van plus 0,1% naar minus 0,1%. Vijf bestuurders waren voor, vier tegen. Een grote meerderheid (8-1) koos voor het niet verder verhogen van het inkoopprogramma van schuldpapier.
Een negatieve rente is overigens geen unicum in de wereld. De Europese Centrale Bank koos in 2014 al voor deze beleidslijn. Ook de centrale banken van Zweden en Denemarken hebben een dergelijke politiek.