Robo-advies – goedkoop en volautomatisch online beleggen in algoritmisch geregisseerde fondsenportefeuilles – staat in Europa nog in de kinderschoenen. Maar Hans Janssen Daalen heeft nieuws. Nog vóór het einde van het jaar zullen de drie Europese toezichthouders ESMA (financiële markten), EBA (banken) en EIOPA (financiële producten voor consumenten) een gezamenlijke consultation paper on automated advice publiceren.
Geen moment te vroeg voor de paradigm shift die de Europese financiële sector te wachten staat, zegt de algemeen directeur van Dufas in Den Haag, de belangenbehartiger van de Nederlandse vermogensbeheerders. “De Nederlandse overheid trekt zich terug op tal van financiële fronten”, legt hij uit.
“Studiefinanciering wordt studielening. Zorg betalen we steeds meer zelf, net als onze pensioenen. Fiscaal gefaciliteerd pensioensparen is beperkt – nu tot een ton, straks misschien tot twee keer modaal. En sparen biedt weinig soelaas tegen de huidige lage rente. Nederlandse particulieren zullen gaan beleggen. Ze moeten wel.”
Via de banken
In Nederland verloopt nu nog 90% van de cashflow in en uit beleggingen – vooral fondsen – via de banken. “Bijna al het beleggingsadvies komt ook van de banken. Ook dat zal waarschijnlijk veranderen. De beleggingsmarkt wacht een leger nieuwe toetreders, merendeels jong – pensioenspaarders, starters op de woningmarkt, zzp’ers. En jongeren zijn een digitale omgeving gewend, waar ze zelf gratis alle informatie kunnen vinden, en zelf kunnen handelen. Zij willen geen adviseur meer.”
Tel daarbij op de gestaag vrijvallende erfenis van de babyboomers, met hun riante pensioenen en vermogens uit beleggen en eigen woningen. Alleen al in de Verenigde Staten zal 30 biljoen dollar verhuizen naar de nazaten van deze financiële zondagskinderen.
Dat is Silicon Valley niet ontgaan. “Google, Apple, Facebook en Alibaba zullen de financiële sector betreden. Niet met producten, maar met online instrumenten voor het beheer van onze totale financiële huishouding.”
Robeco's monopolie
Nog maar een kwart eeuw geleden was dit strijdperk heel wat rustiger en overzichtelijker – in Nederland althans. “Beleggen was een zaak voor pensioenfondsen en vermogende particulieren. En er was maar één Nederlands fondsenhuis: Robeco.”
Janssen Daalen kan het weten: hij heeft zelf gewerkt in de beleggingsindustrie, van 1988 tot 2003. Pas in dat laatste jaar is de Dufas opgericht. Hij werd de eerste en tot dusver enige directeur.
“Tot 1990 had Robeco de facto een monopolie. Nederlandse grootbanken verkochten alleen beleggingsfondsen van Robeco. Pensioenfondsen belegden in Nederlandse staatsobligaties en in Robecofondsen. De marktregulering kwam uit Nederland, het toezicht ook. Het overleg daarover was een zaak tussen Robeco en Den Haag. Robeco noteerde als een van de eerste al zijn fondsen aan alle Europese beurzen. Vóór de introductie van het Europese paspoort voor beleggingsfondsen was dat de enige manier om fondsen internationaal aan te bieden.”
Beleggingsrichtlijnen
Vanaf 1990 verdampte die voorsprong. “Ucits werd geboren, de eerste Europa-wijde beleggingsrichtlijn. Het eerste land dat het implementeerde, was Luxemburg. Grote Amerikaanse fondsenhuizen als Fidelity en Franklin Templeton begonnen massaal vanuit Luxemburg hun fondsen aan te bieden. Zij wilden alleen zaken doen in Europa onder een uniform regime van regels, zoals zij in de VS gewend waren.”
De Luxemburgse ucits-industrie nam een enorme vlucht – net als de economie van het landje. Nederlandse huishoudens zijn massaal belegd in ucits-fondsen – voor bijna 62 miljard euro in Nederland, voor 45 miljard in Luxemburg en voor nog eens 11 miljard in Ierland, zo tonen de meest recente DNB-cijfers van eind 2014.
Buitenlandse fondsaanbieders hadden toen al 21% van die markt in handen, ofwel bijna 25 miljard euro aan beheerd vermogen. Robeco bedient nog maar 10% van de Nederlandse particulieren (12 miljard).
Aardverschuiving
Marktleider onder de Nederlandse instellingen is het huidige NN Investment Partners, met 12,5% (15 miljard). Een andere Nederlandse grootmacht zit verstopt in de categorie buitenland: ABN Amro Advisors opereert vanuit Parijs.
En nu staat dus de volgende aardverschuiving voor de deur.
- Dufas begon met acht founding fathers: ABN Amro, Delta Lloyd, Fortis, ING, Robeco, Wereldhave, Optimix en Lombard Odier.
- Inmiddels telt de club 61 leden en geassocieerde leden, onder wie grote buitenlandse namen als BlackRock, Fidelity, Franklin Templeton, Schroders en BNP Paribas.
- Slechts zeven leden zijn onafhankelijke Nederlandse vermogensbeheerders: Hof Hoorneman, Hoofbosch, Insinger de Beaufort, Optimix, Teslin, Theodoor Gilissen en Trustus.
Stimulerende achterstand
Advies en beheer buiten de grote banken en verzekeraars om is nu eenmaal zwak ontwikkeld in Nederland. Dat zou wel eens een stimulerende achterstand kunnen blijken. “Veel particulieren kunnen goed bediend worden met robo-achtige oplossingen”, denkt Janssen Daalen.
“Als je niet meer dan vijftig mille of een ton te beleggen hebt, drukken advieskosten zwaar op je rendement.” Maar ook de adviseurs zullen baat hebben bij de robocops.
“Digitalisering neemt hen heel veel werk uit handen. Algoritmes beheren de portefeuilles, praten met de klant kan ook via Skype en Facetime. Daardoor zal de inlegdrempel gaan dalen, waarvoor de adviseur nog winstgevend kan werken.”
Kwelgeesten
De regelgeving van, en het toezicht op de robo’s zal nog wel de nodige voeten in de aarde hebben. “Google en Facebook vallen buiten het huidige regime. Het zou oneerlijke concurrentie opleveren als zij zich niet hoeven te houden aan de regels die financiële instellingen wel binden. Er moet wel sprake blijven van een level playing field.”
Janssen Daalen zit in het oog van de disruptie. Zijn werkdag bij Dufas wordt beheerst door wat klinkt als een serie enge virussen. MiFID II – dat kennen we nog wel. Maar BEPS, FATCA, EMIR en PRIIPS? Zijn laatste kwelgeest is de non-sifi – NBNI G-SIFI, om precies te zijn.
De Financial Stability Board wil beleggingsfondsen gaan behandelen als – gaat u eerst even zitten – Non Bank Non Insurer Global Systemically Important Financial Institutions. De vermogensbeheerders verzetten zich, omdat zijzelf en hun fondsen volgens hen geen systeemrisico’s opleveren.
En niet alleen zij. “Al die nieuwe regels roepen ontwijkingsgedrag op bij de consumenten”, zegt Janssen Daalen. “Zij willen zelf bepalen wat zij met hun geld doen. En de kosten van dit circus raken hen net zo goed. Hun financiële instellingen draaien namelijk volledig op voor de compliance-kosten – hun eigen nalevingslasten, plus de kosten van het toezicht: 80 miljoen per jaar voor de AFM, bijna het dubbele voor DNB. Tot voor kort droeg de Nederlandse staat een kwart bij. Maar ook daaruit heeft hij zich teruggetrokken.”
Hans Janssen Daalen is sinds 2003 algemeen directeur van Dutch Fund & Asset Management Association (Dufas). Daarvoor zat hij onder andere in het bestuur van Efama, het European Fund and Asset Management Association en was hij senior vice-president bij Robeco.
Joost Ramaer is freelance journalist en schrijver van het boek De Geldpers – De teloorgang van het mediaconcern PCM (Prometheus, 2009). Over beleggen schreef hij eerder een wekelijkse column in NRC Handelsblad (2011-2013). De informatie in deze column is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen.